In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Week 4 en 5
Slide 1 - Tekstslide
Waaraan kun je zien dat Nederland een multiculturele samenleving is?
Slide 2 - Woordweb
Vormen van immigratie
Mensen die in een land komen wonen, kunnen op verschillende manieren omgaan met de cultuur van het land.
- assimilatie
- segregatie
- integratie
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Assimilatie
Mensen proberen helemaal op te gaan in de cultuur van het
land waar ze gaan wonen. Dat noemen we assimilatie.
Slide 5 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van assimilatie
Slide 6 - Woordweb
Wat wordt er bedoeld met segregatie?
Slide 7 - Woordweb
Segregatie
Het andere uiterste is dat culturen naast elkaar bestaan, maar eigenlijk in gescheiden werelden.
Ze houden hun eigen cultuur en mengen niet
of nauwelijks. Dat noemen we segregatie.
Slide 8 - Tekstslide
Integratie
Integreren is je eigen cultuur behouden, maar ook veel gewoonten overnemen van het nieuwe land waar je woont.
Slide 9 - Tekstslide
Wat past bij integratie?
A
Extra Nederlandse taallessen
B
Aparte scholen voor migranten
C
Onderwijs in eigen taal
D
In een ander land gaan wonen
Slide 10 - Quizvraag
Integratie
Assimilatie
Segregatie
Inburgeringscursus
Zwarte en witte scholen
Andere taal overnemen
Aanpassen aan nieuwe cultuur
Opgaan in nieuwe cultuur
Eigen cultuur behouden
Slide 11 - Sleepvraag
Sociale omgangsvormen
Goede omgangsvormen zijn in het contact met andere mensen cruciaal. Het gebruik van goede omgangsvormen, zowel zakelijk als sociaal, komt overeen met het rekening houden met die andere mensen.
Slide 12 - Tekstslide
Wat kun je het beste doen wanneer je twijfelt over hoe je iemand moet aanspreken?
A
Ik gebruik dan de voornaam.
B
Ik gebruik dan enkel de achternaam.
C
Ik vraag: Hoe kan ik u het beste aanspreken?
D
Ik zeg dan; yo broer!
Slide 13 - Quizvraag
Sociale omgangsvormen en sociale media
Op sociale media zijn sociale vaardigheden zeker net zo belangrijk als bij een fysieke ontmoeting. Juist omdat er geen sprake is van non-verbale communicatie moet je je goed en duidelijk uit kunnen drukken.
Slide 14 - Tekstslide
Via welke sociale media communiceer jij met anderen?
Slide 15 - Woordweb
Iemand die ik alleen via sociale media ken, ken ik niet echt