In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Lezen
Hoofdstuk 5
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoel: je kan zelf een argumentatiestructuur maken op basis van een tekst
- Terugblik
- Woord van de week
- Huiswerk bespreken
- Opdr. 3 Lezen H5 maken
- Opdr. 4 Lezen H5 maken
Slide 2 - Tekstslide
Mijn vader (deleten) (v.t.) het (downloaden (v.d.) programma.
Slide 3 - Open vraag
Voeg de juiste leestekens toe: hoewel hij geen zin had ging hij toch mee winkelen
Slide 4 - Open vraag
Welke tekststructuren ken je nog?
Slide 5 - Woordweb
Welke argumentatiestructuren zijn er?
Slide 6 - Woordweb
Hoe noemen we de volgende argumentatiestructuur: Paula is de juiste persoon voor deze baan. Ze heeft namelijk ruime ervaring in de branche, want ze heeft al twee jaar ervaring bij een Libris boekhandel.
A
enkelvoudig
B
onderschikkend
C
nevenschikkend
D
nevenschikkend, onderschikkend
Slide 7 - Quizvraag
Hoe noemen de volgende argumentatiestructuur: De schooldagen in Nederlands moeten maximaal zes uur duren. In andere landen met kortere schooldagen zijn de prestaties van leerlingen veel beter. Leraren houden daardoor ook meer tijd over voor andere taken.
A
enkelvoudig
B
onderschikkend
C
nevenschikkend
D
nevenschikkend, onderschikkend
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent het woord van de week 'waaiergeneratie'?
Slide 9 - Open vraag
ivdnt.org
Slide 10 - Link
Opdr. 3 Lezen H5 maken
- Blz. 148-149
- In groepjes (ik deel ze in)
- Teken de argumentatiestructuur in je schrift en vul deze in
- 7 min
- Daarna nakijken
timer
7:00
Slide 11 - Tekstslide
Opdr. 4 Lezen H5 maken
- Blz. 149-151
- Tekst klassikaal lezen
- 4.3: gerelateerde - subtieler - ligt ten grondslag aan - fobie - steekt de kop op