inhoudsmaten omrekenen

centi betekent:
A
10 x zo groot
B
10 x zo klein
C
100 x zo groot
D
100 x zo klein
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
RekenenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

centi betekent:
A
10 x zo groot
B
10 x zo klein
C
100 x zo groot
D
100 x zo klein

Slide 1 - Quizvraag

kilo betekent:
A
100 x zo groot
B
1000 x zo groot
C
100 x zo klein
D
1000 x zo klein

Slide 2 - Quizvraag

1000 x zo klein
A
milli
B
deca
C
centi
D
deci

Slide 3 - Quizvraag

10 x zo groot
A
hecto
B
deca
C
deci
D
kilo

Slide 4 - Quizvraag

1 m²
We zeggen:
A
1 meter
B
1 vierkante meter
C
1 kubieke meter
D
1 m twee

Slide 5 - Quizvraag

1 dm³
We zeggen:
A
een vierkante decimeter
B
een kubieke decameter
C
een kubieke decimeter
D
een vierkante decameter

Slide 6 - Quizvraag

De oppervlakte van een rechthoek kan je berekenen met de formule:
A
lengte x breedte
B
lengte x breedte x hoogte
C
(lengte + breedte) x 2
D
lengte x breedte : 2

Slide 7 - Quizvraag

De inhoud van een balk kan je berekenen met de formule:
A
lengte x breedte
B
(lengte + breedte) x 2
C
lengte x breedte x hoogte
D
lengte x breedte : 2

Slide 8 - Quizvraag

15 dm² = ? cm²
A
150
B
1500
C
15000
D
0,15

Slide 9 - Quizvraag

15 dm³ = ? cm³
A
150
B
1500
C
15000
D
150000

Slide 10 - Quizvraag

4700 cm² = ? m²
A
470
B
47
C
4,7
D
0,47

Slide 11 - Quizvraag

4700 cm³ = ? m³
A
47
B
4,7
C
0,047
D
0,0047

Slide 12 - Quizvraag

0,06 hl = ? dl
A
6
B
600
C
60
D
6000

Slide 13 - Quizvraag

7500 ml = ? dal
A
0,75
B
7,5
C
0,075
D
0,0075

Slide 14 - Quizvraag

10 ha = ? m²
A
1000
B
10000
C
100000
D
1000000

Slide 15 - Quizvraag

1 dm³ = ? l
A
0,1
B
1
C
10
D
0,01

Slide 16 - Quizvraag

269 m² = ? a
A
0,269
B
2,69
C
26,9
D
269

Slide 17 - Quizvraag

500000 dm³ = ? ha
A
50
B
5
C
0,5
D
kan niet

Slide 18 - Quizvraag

2800 cm³ = ? dal
A
0,28
B
2,8
C
28
D
280

Slide 19 - Quizvraag

69 m³ = ? dl
A
6900
B
69000
C
690000
D
6900000

Slide 20 - Quizvraag