Les 17 Bergopp Bessy/ zakelijke brief (2) en lezen (examentekst)

Planning
Kijkopdracht/ NOS-stories (25min)
Bespreken opdracht 2/ zakelijke brief (10min)
Herhaling leerstof zakelijke brief (10min)
Opdracht examentekst lezen/ nabespreking (30min)
Huiswerk

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Planning
Kijkopdracht/ NOS-stories (25min)
Bespreken opdracht 2/ zakelijke brief (10min)
Herhaling leerstof zakelijke brief (10min)
Opdracht examentekst lezen/ nabespreking (30min)
Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat zijn de overeenkomsten tussen een zakelijke mail en een zakelijke brief?

Slide 3 - Open vraag

Een brief heeft minder verplichte onderdelen dan een mail
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Wie is de geadresseerde?
A
Degene aan wie je de brief schrijft.
B
Degene die de brief schrijft.

Slide 5 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke brief
A
Amsterdam 2 november 2016
B
Amsterdam, 2 November 2016
C
Amsterdam, 2 november 2016
D
Amsterdam, 2-11-2016

Slide 6 - Quizvraag

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde niet kent
A
Geachte heer mevrouw,
B
Geachte heren en mevrouwen
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte heer/mevrouw,

Slide 7 - Quizvraag

De eerste zin van de brief begint met een hoofdletter.
A
Niet waar, de aanhef eindigt met een komma en daarna krijg je nooit een hoofdletter.
B
Waar. In de zakelijke brief begint de eerste zin toch met een hoofdletter.

Slide 8 - Quizvraag

In de tekst van een zakelijke brief gebruik je geen alinea’s.
A
Waar: je schrijft alles achter elkaar zonder witregels.
B
Niet waar: je gebruikt 3 alinea’s: inleiding , middenstuk en een slot.

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze voor de slotformule
A
Met Vriendelijke Groet,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
D
Met vriendelijke groeten,

Slide 10 - Quizvraag

Een sollicitatiebrief is geen zakelijke brief
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Onder de slotformule volgen je eigen voor- en achternaam, je adres, postcode
en woonplaats.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

In een zakelijke brief gebruik je formele taal.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 13 - Quizvraag

Kies het juiste adres:
A
Strandzicht College Postbus 10 6622 AB EDE
B
Strandzicht College Postbus 10 6622 AB Ede
C
Strandzicht College Postbus 10 6622AB Ede

Slide 14 - Quizvraag

Opdracht examentekst
Leesvaardigheid
  • Lees eerst de vragen globaal door.
  • Lees daarna de tekst (arceren en onderstrepen mag)
  • Ga daarna de vragen beantwoorden
  • Neem de tijd hiervoor

Klaar? Pak een leesboek of ander huiswerk!
timer
30:00

Slide 15 - Tekstslide