H. 6 Paragraaf 2: Ontzuiling en secularisatie! (deel 2)

Hoofdstuk 6: Cultuur en mentaliteit na 1945.

Paragraaf 2!

Ontzuiling en secularisatie (deel 2)
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6: Cultuur en mentaliteit na 1945.

Paragraaf 2!

Ontzuiling en secularisatie (deel 2)

Slide 1 - Tekstslide

Deze week:
Pak voor je blz. 126 tekstboek!

Blz. 7 van je  leerdossier.


Neem voor je blz. 131 tekstboek en blz. 11 van je leerdossier. 

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 6: Cultuur en mentaliteit na 1945!

Slide 3 - Tekstslide

Na de les kan je verklaren
Je kan verklaren hoe individualisme leidde tot ontzuiling en secularisatie.
Begrippen!
Individualisering, Secularisatie en Populisme

Slide 4 - Tekstslide

Stap 1 
Lezen:  Het kopje ¨Individualisering en ontzuiling¨ 


timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Stap 2 Hier komt de uitleg!

Slide 6 - Tekstslide

Door de 


welvaart en betere scholing 

nam de individualisering toe!

Slide 7 - Tekstslide

Individualisering
  • Sinds de jaren '60 beslissen mensen steeds vaker zelf hoe ze   willen leven en welke beslissingen ze nemen. Dit   heet individualisering.
  • Voor die tijd was het vaak de kerk of het gezin die de beslissingen   nam voor de mensen

Slide 8 - Tekstslide

We maken nu samen opgave 
4 op blz. 12 van je leerdossier.
Stap 3 
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Stap 1 
Lezen:  Het kopje ¨Secularisatie¨ 


timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Door de individualisering

Nam de ontzuiling en secularisatie toe!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Secularisatie:

De invloed van de kerk neemt af!

Slide 13 - Tekstslide

We maken nu opgave 
5 en 6 op blz. 12 van je leerdossier.
Stap 3 
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Ontzuiling betekent:
A
Steeds meer eigen keuzes maken, minder gedragen als deel van een groep.
B
De invloed van de kerk en het geloof wordt minder.
C
Mensen laten hun eigen zuil los. Stemmen bijv. op andere partijen.
D
De samenleving is verdeeld in groepen, waarbinnen mensen leven.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is "Individualisering?"
A
Eigen keuzes maken is belangrijker dan het belang van de groep.
B
Groep is belangrijker dan de persoon in de samenleving
C
Dat er meer afstand tussen groepen in de samenleving komt
D
Dat groepen in de samenleving overleggen voor een oplossing

Slide 16 - Quizvraag


Wat was een gevolg van de individualisering?
A
Mensen bleven gehoorzaam aan de leiders van de zuilen.
B
Mensen gaven vaker hun eigen mening.
C
Burgers kregen steeds minder invloed in de politiek.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 17 - Quizvraag

Wat waren 'oorzaken van de individualisering
A
Het opleidingsniveau steeg.
B
Mensen stemde niet meer op de partij van hun zuil
C
Er gingen steeds minder mensen naar de kerk
D
Er kwam meer sociale zekerheid.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is secularisatie?
A
Dat er steeds meer mensen naar de kerk gaan
B
Dat er minder christelijke partijen komen
C
Dat de Katholieke kerk steeds minder leden krijgt
D
Dat de kerk steeds minder invloed krijgt in de samenleving

Slide 19 - Quizvraag

Kies de juiste antwoorden.
Wat waren oorzaken van de secularisatie? (1)

A
Veel jongeren vonden de ideeën van de kerk ouderwets
B
Er ontstonden nieuwe waarden en normen
C
Jongeren wilden dat ouderen rekening met ze hielden
D
Er kwamen vakbonden en politieke partijen voor jongeren.

Slide 20 - Quizvraag

Welke antwoorden zijn 'gevolgen' van de secularisatie.
A
Meer mensen gingen scheiden
B
Kerkgebouwen kwamen leeg te staan.
C
Het opleidingsniveau steeg en mensen gingen meer zelf nadenken.
D
De welvaart steeg en mensen konden een tv kopen.

Slide 21 - Quizvraag


Het oprichten van een protestantse universiteit, een protestantse krant en een protestantse politieke partij passen bij een maatschappelijk verschijnsel.

Welk maatschappelijk verschijnsel wordt bedoeld?
A
ontzuiling
B
individualisering
C
secularisatie
D
verzuiling

Slide 22 - Quizvraag


Welke ontwikkeling past bij deze bron?
A
amerikanisering
B
feminisme
C
secularisatie
D
pluriformiteit

Slide 23 - Quizvraag

Volgens de lezeres van Hitweek willen jongeren iets 'betekenen' en een eigen persoonlijkheid hebben. Welk begrip past daarbij?
A
secularisatie
B
individualisering
C
volgzaamheid
D
ontzuiling

Slide 24 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak van individualisering?
A
De sociale zekerheid nam toe. (meer uitkeringen)
B
Het geloof en de kerk worden steeds belangrijker
C
Mensen hebben steeds meer geld
D
Steeds meer mensen krijgen een goede opleiding

Slide 25 - Quizvraag

Veranderingen in de politiek

Slide 26 - Tekstslide

Nederlanders..

werden vanaf de jaren 60 minder volgzaam. 
Gevolg 

Slide 27 - Tekstslide

Politiek en media



Door de komst van de media / televisie moesten politici meer hun best doen om kiezers te overtuigen.

Slide 28 - Tekstslide

Kiezers 

Kozen niet meer automatisch op de partij van hun Zuil!

Slide 29 - Tekstslide

Dit leidde tot politieke veranderingen. 

Slide 30 - Tekstslide


D66 en het CDA

  • De confessionele partijen kregen steeds minder stemmen, het werden er zelfs zo weinig dat de katholieken en protestanten samen gingen, dat werd het CDA

  • Er kwam ook een nieuwe partij die wilde zorgen voor meer inspraak voor de burger, bijvoorbeeld
    Democraten '66 (D66): 
- referendum
- gekozen minister-president / burgemeester.
- veel persoonlijke keuze vrijheid: abortus, euthanasie.
- rechten van de LBHTI-gemeenschap
- Veel aandacht voor onderwijs. 



Slide 31 - Tekstslide

Twee feiten:
1. Steeds meer mensen krijgen een televisie
2. politici moeten meer hun best gaan doen om kiezers te winnen.

Leg uit wat het verband is tussen deze twee feiten.

Slide 32 - Open vraag

Twee feiten:
1. Steeds meer jongeren konden doorstuderen.
2. Politici moeten meer hun best gaan doen om kiezers te winnen.

Leg uit wat het verband is tussen deze twee feiten.

Slide 33 - Open vraag

Vanaf de jaren '60 wilden steeds meer mensen hun eigen mening laten horen. Ook wilden meer mensen invloed hebben op de politiek. De opkomst van welke politieke partij past goed bij deze ontwikkeling?
A
CDA
B
PVDA
C
D'66
D
KVP

Slide 34 - Quizvraag

4 verschillende vragen over exact hetzelfde onderwerp!

Slide 35 - Tekstslide

Vanaf de jaren '60 verloren de confessionelen partijen (katholiek en protestants) steeds meer zetels. Daarom besloten ze de krachten te bundelen. Welke partij kwam in de jaren '80 uit voort?
A
PVDA
B
KVP
C
D'66
D
CDA

Slide 36 - Quizvraag

In 1980 richten katholieken en protestanten samen een politieke partij op: Het CDA. Noem hier een oorzaak van.

Slide 37 - Open vraag

Bij de verkiezingen van 1967 leed de Katholieke Volkspartij een grote nederlaag. De confessionelen haalden voor het eerst geen meerderheid in de Tweede Kamer. Leg uit wat hier een gevolg van was.

Slide 38 - Open vraag

Twee feiten:
1. Steeds minder mensen stemde op een politieke partij uit hun eigen zuil
2. In 1980 werd het CDA opgericht.
Leg uit wat het verband is tussen deze twee feiten.

Slide 39 - Open vraag

Populistische


 partijen komen op!

Slide 40 - Tekstslide

Populisme
Een politiek waarbij mensen vinden dat er eenvoudige oplossingen zijn voor voor grote maatschappelijke problemen die het volk bezighouden. Een deel van het volk is bang dat de eigen nationale cultuur verdwijnt. Populisten vinden dat de politieke leiders meer naar het volk moeten luisteren.
Populistische politici worden soms in korte tijd heel populair. Maar als later blijkt dat ze hun beloftes niet kunnen waarmaken, raken zij die populariteit snel weer kwijt. Enkele jaren later komt er dan weer een andere populistische partij die opnieuw de mooiste beloftes doet.

Slide 41 - Tekstslide

Pim Fortuyn
Pim Fortuyn wordt in 2001 leider van de nieuwe partij Leefbaar Nederland. Fortuyn beweert ‘te zeggen wat hij denkt en te doen wat hij zegt’. 
Vooral over de islam is hij erg negatief. Hij zei dat hij het opneemt voor de gewone mensen die door de politiek in de steek zijn gelaten. Fortuyn wordt snel erg populair. In 2002, vlak voor de verkiezingen, wordt hij vermoord.


Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Na Fortuyn

kwamen er andere populistische partijen. 

Slide 44 - Tekstslide

 Geert Wilders
Wilders begon zijn politieke carrière in 1997 in de Utrechtse gemeenteraad. Een jaar later werd hij Tweede Kamerlid namens de VVD, waarvan hij in 1989 lid was geworden. In 2004 stapte hij uit deze fractie en richtte zijn eenmansfractie op, de Groep Wilders. De voortzetting daarvan werd de PVV, waarvan Wilders tot op heden enig lid is. Wilders staat bekend als een felle criticus van de islam. Verder is hij bekend vanwege zijn uitgesproken standpunten met betrekking tot de Europese Unie, de euro, immigratie en de vrijheid van meningsuiting.

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

D
En nu de examenvraag van vandaag!
Het juiste antwoord

Slide 48 - Tekstslide

Welke Nederlandse politieke leider wordt vaak een populist genoemd?
A
Mark Rutte
B
P. Fortuyn
C
W. Drees
D
Anton Mussert

Slide 49 - Quizvraag