Paragraaf 2.Winst is winst

H2.2 Winst is winst
Leerdoelen:
  • Je kunt de omzet van een bedrijf berekenen.
  • Je kunt de totale winst van een bedrijf berekenen.
  • Je weet wat vaste en wat variabele kosten zijn.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2.2 Winst is winst
Leerdoelen:
  • Je kunt de omzet van een bedrijf berekenen.
  • Je kunt de totale winst van een bedrijf berekenen.
  • Je weet wat vaste en wat variabele kosten zijn.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Winst of verlies?
Afzet = alle verkochte producten (aantallen, in stuks)
Omzet = totale opbrengst (van een periode, bijv. een dag)
Inkoopwaarde (van de verkopen) = kosten van de ingekochte producten
Bedrijfskosten, bestaande uit: Vaste kosten, variabele kosten, 
TW = TO-TK
TO = p x q    TK = vkQ+C  ( vk is variabeke kosten, C is vaste kosten)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst 
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat (winst of verlies
Omzet - inkoopwaarde = Brutowinst
Brutowinst - bedrijfskosten = Nettoresultaat (winst of verlies)
Manier 1
Manier 2

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TW= TO-TK
TK= VK + CK

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil variabele en constante kosten
  • Vaste kosten (constante kosten): zijn kosten die niet afhangen van het aantal geproduceerde goederen of diensten (zijn onafhankelijk van de omzet)
  • Variabele kosten: zijn kosten die wel afhangen van het aantal geproduceerde goederen of diensten (zijn afhankelijk van de omzet) 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: Berekenen de gevraagde hoeveelheid= Qv
Stap 2
Berekenen Totale winst = TW

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De aanbodcurve (aanbodlijn)
Formule:
Qa= 2500P-1250

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er is een POSITIEF verband tussen prijs en aangeboden hoeveelheid:
  • prijs stijgt -->aangeboden hoeveelheid stijgt ook
  • prijs daalt --> gevraagde hoeveelheid daalt ook
  • In de formule zie je dat aan het +teken voor de P
  • rc=      P :      Qa

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of het  gaat om vaste of een variabele kosten. 







Vaste kosten
Variabele kosten
Reclamekosten
Verzendkosten
Loon vast personeel
Huur
Grondstoffen

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

QV
QA
vraaglijn
aanbodlijn

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aanbodlijn
Marktevenwicht
Vraaglijn van een basisproduct
Vraaglijn van een luxe product

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gegeven is de volgende functie:
Q = -2p + 40. Is er sprake van een vraag- of een aanbodfunctie?
A
Vraagfunctie
B
Aanbodfunctie

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk bedrijf A of B heeft de trouwste klanten en waarom?

Slide 14 - Open vraag

Bedrijf A want als de prijs wordt verhoogd daalt de gevraagde hoeveelheid veel minder dan bij bedrijf B

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies