Wetenschappelijke stijl

Wetenschappelijk onderzoek
Wat hebben we tot nu toe geleerd?
Even herhalen:
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wetenschappelijk onderzoek
Wat hebben we tot nu toe geleerd?
Even herhalen:

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De onderzoeksvraag
  • als vraag geformuleerd
  • een open vraag
  • geen kennisvraag waarvan je het antwoord makkelijk kan opzoeken
  • bondig geformuleerd
  • eenduidig geformuleerd
  • voldoende afgebakend
  • neutraal

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De onderzoeksvraag
  • kan één of meerdere deelvragen bevatten
  • deelvragen --> opsplitsen onderzoek

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hypothese
Daarin formuleer je wat  volgens 
jou het antwoord op de
onderzoeksvraag is. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De onderzoeksmethode
  • enquête
  • interview
  • observatie
  • experiment
  • literatuuronderzoek

Slide 6 - Tekstslide

Een hypothese formuleer je op basis van eigen kennis en ervaring.
Voor één onderzoeksvraag zijn meerdere hypotheses mogelijk.
De onderzoeksmethode
  • vaak een combinatie
  • empirisch onderzoek --> representatief (i.e. voldoende tests/personen)
  • literatuuronderzoek --> betrouwbare bronnen

Slide 7 - Tekstslide

Een hypothese formuleer je op basis van eigen kennis en ervaring.
Voor één onderzoeksvraag zijn meerdere hypotheses mogelijk.
Bruikbare bronnen
Correct: Zijn er aanwijzingen dat de informatie correct is?
Relevant: Is de informatie relevant voor je onderzoeksvraag?
Actueel: Is de informatie van recente datum?
Auteur: Is de auteur betrouwbaar?
Profijt: Haalt de auteur voordeel uit zijn tekst? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bruikbare bronnen
controleer:
  • uitgever
  • verwijzing naar gebruikte bronnen (correct en relevant)
  • auteur
  • publicatiedatum (recent)
  • opdrachtgever (profijt)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie
informatie verzameld
informatie analyseren
conclusie trekken = antwoord op de onderzoeksvraag

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekststructuren
  • handelingsstructuur
  • probleemstructuur
  • onderzoekstructuur
  • maatregelstructuur
  • evaluatiestructuur

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Notities maken
  • gaat makkelijker als je de structuur van de tekst kent
  • kernwoorden, korte zinnen, parafraseren, symbolen, opsommingstekens
  • duidelijke visuele structuur vb. Cornell-methode

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijke stijl

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

STELLING 1: 
Vind je dat gentechnologie zou mogen gebruikt worden om de uiterlijke kenmerken van iemand aan te passen (bijvoorbeeld de kleur van de ogen)?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gentechnologie
Gentechnologie is een vorm van biotechnologie waarbij het DNA van een organisme direct wordt opgespoord en kan worden aangepast.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1
A Ja, want zo worden mensen, die onzeker zijn over hun uiterlijk, geholpen.
  
B Ik twijfel. Er zijn zeker voordelen voor mensen die te kampen hebben met een extreem uiterlijk kenmerk (twee verschillende oogkleuren bijvoorbeeld), maar is dit wel verantwoord? Misschien zijn er wel nog gevaren waar we nog niet alles over weten.

C Nee, dit is ethisch onverantwoord! Is dit niet wat naziarts Josef Mengele probeerde te doen?!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

STELLING 2: 

Vind je dat gentechnologie mag ingezet worden om ziektes te bestrijden?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 2
A Ja! Het kan levens redden. Eventuele vervelende gevolgen pakken we nadien wel aan.
B Ik twijfel. We kunnen misschien beter wachten tot we meer zicht hebben op de eventuele gevolgen.
C Nee! Wie gaat dit betalen? Wie gaat toegang hebben tot deze technologie? Enkel de rijken?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijke stijl
  • Wat zijn de voordelen van CRISPR ten opzichte van ander genbewerkingsmethoden?
  • CRISPR is nauwkeurig en goedkoop.
  • Welke twee technieken werden, vóór het ontstaan van de nanocapsules, gebruikt om CRISPR in de hersenen toe te passen? Welke gevaren zijn aan die technieken verbonden? 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijke stijl
Directe injectie in het hersenweefsel: mogelijke beschadiging van het hersenweefsel. 
Niet-ziekteverwekkende virussen in de bloedbaan spuiten: mogelijke beschadiging van het hersenweefsel +  risico op bijwerkingen, zoals mutaties. 
De nanocapsules bieden een oplossing voor de net opgesomde moeilijkheden. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijke stijl
  • Waarom is het toch nog steeds lastig om de nanocapsule naar de hersenen te brengen?
  •  Omdat het moeilijk is om de nanocapsule voorbij de bloed hersenbarrière te krijgen. In de hersenen zijn bloedvaten namelijk minder doorlatend dan verderop in het lichaam

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijke stijl
  • Signaalwoorden kunnen helpen om inhoudelijk info efficiënt terug te vinden.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijke stijl
  • Juiste schrijfwijze:
  •  In veel gebruikte kleren hoort veel bij kleren (er is dus sprake van veel kleren) en in veelgebruikte kleren hoort veel- bij gebruikt (de kleren worden dus veel gebruikt)
  • Na ervoor kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijke stijl
  • Juiste schrijfwijze:
  • Ten slotte, in twee woorden, heeft de letterlijke betekenis ‘tot slot, tot besluit'. Tenslotte, aaneengeschreven, heeft de afgeleide betekenis ‘per slot van rekening'.
  • Te veel, in twee woorden, heeft de letterlijke betekenis ‘meer dan gewenst'. Teveel, aaneengeschreven, is een zelfstandig naamwoord met als betekenis ‘overschot, overmaat'

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Vermijd passiefconstructies
Geef de voorkeur aan actieve vormen en vermijd overbodige passiefconstructies. 
Passiefconstructie = een combinatie van een vervoegde vorm van 'worden' of 'zijn' en een voltooid deelwoord vb. 'werd opgelegd', 'is ingesteld', 'werd gegrond bevonden' en 'wordt afgesloten'.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Vermijd passiefconstructies
Actieve formuleringen klinken persoonlijker en vlotter, terwijl passieve zinnen de vaart uit de tekst halen en voor veel herhaling van 'worden' of 'zijn' zorgen. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermijd naamwoordstijl
Naamwoordstijl = van een werkwoord een substantief maken, bijvoorbeeld door 'het' aan het werkwoord toe te voegen. 
--> typisch voor ambtelijke teksten
--> minder vlot om te lezen, de tekst wordt 'zwaar'

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermijd naamwoordstijl

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies