1H Recap chapter 1
1 / 38
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent 'can'? Geef de definitie + een voorbeeldzin.
Slide 3 - Open vraag
Wat betekent 'can't'? Geef de definitie + een voorbeeldzin.
Slide 4 - Open vraag
Jimmy ______ play guitar, but he _______ the saxophone.
Slide 5 - Open vraag
How many languages ________ you speak?
Slide 6 - Open vraag
I ________ walk very well, I hurt my foot.
Slide 7 - Open vraag
Wat betekent 'to have got'? Geef de definitie + een voorbeeldzin.
Slide 8 - Open vraag
Wat betekent 'haven't got'? Geef de definitie + een voorbeeldzin.
Slide 9 - Open vraag
He _______ go to school. He _________ a broken leg.
Slide 10 - Open vraag
I __________ an important test tomorrow, so I _______ go to the party tonight.
Slide 11 - Open vraag
They ________ much money, so they _____ buy new clothes very often.
Slide 12 - Open vraag
He/she/it _________ a cat. (+)
A
have got
B
has got
Slide 13 - Quizvraag
We ____________ much time today. (-)
A
haven't got
B
hasn't got
Slide 14 - Quizvraag
_______ you _______ any hobbies?
Slide 15 - Open vraag
_______ it _______ a camera?
Slide 16 - Open vraag
have got
has got
I
You
she
they
we
he
it
Slide 17 - Sleepvraag
Wanneer gebruiken we ('s) in het Engels? Geef de definitie + voorbeeldzin.
Slide 18 - Open vraag
Kies het juiste antwoord.
A
baby's
B
babys
C
babies
D
babie's
Slide 19 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord.
A
childs
B
children's
C
child's
D
children
Slide 20 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord.
A
women
B
womans
C
woman's
D
women's
Slide 21 - Quizvraag
Hoe kun je iemand begroeten in het Engels?
Slide 22 - Open vraag
Hoe kun je jezelf voorstellen in het Engels?
Slide 23 - Open vraag
Hoe kun je in het Engels zeggen dat het leuk is om kennis te maken?
Slide 24 - Open vraag
Hoe kun je in het Engels aan iemand vragen hoe het met hem/haar gaat?
Slide 25 - Open vraag
Hoe kun je in het Engels een vriend(in) aan iemand anders voorstellen?
Slide 26 - Open vraag
Hoe kun je iemand gedag zeggen in het Engels?
Slide 27 - Open vraag
Schrijf zo veel mogelijk nationaliteiten in het Engels
Slide 28 - Woordweb
If you're from the USA, you are ____________
Slide 29 - Open vraag
If you're from Argentina, you are ____________
Slide 30 - Open vraag
If you're from England, you are ___________
Slide 31 - Open vraag
French people come from _________
Slide 32 - Open vraag
German people come from __________
Slide 33 - Open vraag
If you're from Ireland, you are _______
Slide 34 - Open vraag
If you're from Italy, you are ___________
Slide 35 - Open vraag
Polish people come from __________
Slide 36 - Open vraag
If you're from Japan, you are ___________
Slide 37 - Open vraag
If you're from Scotland, you are ___________
