3 en 5 februari 2025 § 3.3 en § 3.4

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

3 februari

Tim	Binck	Nikki	Laura		Mathijs	Bram
			Kick	Pleun
Nina	Lotte
		Zomer	Lisa		Bo	Levi
Thijs	Milou

Welkom in  Nieuw jan febr

Wat heb je nodig

• Leerboek
  
• werkboek
• Schrift , pen en potlood 
  
• Laptop
  
• Atlas 
• Telefoon niet in de klas 

Bord

Hoe werken we?  

Binnen = beginnen met 😀

• Materiaal mee ( laptop, boek , schrift , pen)
  
• Huiswerk in orde
• Geen jas (aan)
• Je doet mee in de les 
• Je zit vlg plattegrond 
• Niet eten en drinken

 

Naam op bord ? =1 waarschuwing 

Cirkel om je naam = dan nablijven 

20 minuten - 50 minuten -2 uur en contact met thuis etc.

Staat je naam op het bord en ben je het er niet mee eens ? Dan kan je na de les in gesprek met mij, NOOIT tijdens

Niet op orde? Even melden bij start van de les

naam op bord= waarschuwing

cirkel om je naam= nablijven

Staat je naam op het bord en ben je het er niet mee eens ? Dan kan je na de les in gesprek met mij, NOOIT tijdens

Wat gaan we doen?

• Startopdracht 
• Aan de slag met jouw Praktische Opdracht
• Oude werkstukken nakijken
• 5 minuten...?

Einde van de les?  Ik kan mijzelf tips geven om de praktische opdracht zo goed mogelijk te maken

Wat gaan we doen?

Wat kan je aan het einde van de les?

-je kan de  aanvoer van water in de stroomgebieden van de grote rivieren in Nederland beschrijven en verklaren.

• Lezen H 3 + Inleiding H 3  + aanpassingen in leerboek!
• Checken kennis § 3.1
• Uitleg § 3.1 
• Toets bespreken + analyse

Wat gaan we doen?

• Startopdracht 
• Aan de slag met jouw Praktische Opdracht
• Oude werkstukken nakijken
• 5 minuten...?

Einde van de les?  Ik kan mijzelf tips geven om de praktische opdracht zo goed mogelijk te maken

Wat gaan we doen?

Wat kan je aan het einde van de les?

Je kan benoemen waar de mens het water allemaal voor gebruikt

Je weet uit welke onderdelen het rivierlandschap, de waterbalans en een polder bestaan.

Je begrijpt hoe een polder werkt en hoe rivieren bevaarbaar blijven.

Je kunt op een kaart belangrijke vaarwegen en polders herkennen.

• Startopdracht 
• Uitleg § 3.3  & § 3.4 
• Topografie + werkboekopdrachten nakijken
• Werktijd

Hier wordt proceswater gebruikt voor het schoonmaken van wortels , appels en aardappels.

Door welke twee oorzaken zal de vraag naar schoon drinkwater toenemen?

Noteer in je aantekeningenschrift

Door welke twee oorzaken zal de vraag naar schoon drinkwater toenemen?

1. groei (of toename ) van de welvaart

2. groei (of toename) van de bevolking

Teken in je schrift Nederland (schematisch) en schrijf daarbij: op welke manieren komt er water binnen (aanvoer) en gaat er weer water uit (verlies)​

​

Water komt ons land binnen via

• rivieren
  
• neerslag
  
• grondwater vanuit het buitenland
  

We verliezen water door:

• verdamping
  
• gebruik
  
• stroming naar zee
  

Hoe noemen we het verschil tussen watertoevoer en waterverlies?

waterbalans

LEZEN 3.4 

Teken twee dwarsdoorsnedes van een rivier 

​

een van de situatie voor de dijken

en een van de situatie toen er dijken zijn aangelegd

Uitleg § 3.4 

WERKTIJD

Maak de werkboekvragen (tot en met § 3.4)

Maak de topografie van Midden Oosten en China

nakijken tot en met §3.4 

Uitleg § 3.3

proceswater

5 februari

Oefenvragen examen

§3.5

Tim	Binck	Nikki	Laura		Mathijs	Bram
			Kick	Pleun
Nina	Lotte
		Zomer	Lisa		Bo	Levi
Thijs	Milou

Welkom in  Nieuw jan febr

Wat heb je nodig

• Leerboek
  
• werkboek
• Schrift , pen en potlood 
  
• Laptop
  
• Atlas 
• Telefoon niet in de klas 

Bord

Wat gaan we doen?

• Startopdracht 
• Aan de slag met jouw Praktische Opdracht
• Oude werkstukken nakijken
• 5 minuten...?

Einde van de les?  Ik kan mijzelf tips geven om de praktische opdracht zo goed mogelijk te maken

Wat gaan we doen?

Wat kan je aan het einde van de les?

Je kan benoemen waar de mens het water allemaal voor gebruikt

Je weet uit welke onderdelen het rivierlandschap, de waterbalans en een polder bestaan.

Je begrijpt hoe een polder werkt en hoe rivieren bevaarbaar blijven.

Je kunt op een kaart belangrijke vaarwegen en polders herkennen.

• Startopdracht 
• Uitleg § 3.3  & § 3.4 
• Topografie + werkboekopdrachten nakijken
• Werktijd

Wat gaan we doen?

• Startopdracht 
• Aan de slag met jouw Praktische Opdracht
• Oude werkstukken nakijken
• 5 minuten...?

Einde van de les?  Ik kan mijzelf tips geven om de praktische opdracht zo goed mogelijk te maken

Wat gaan we doen?

Wat kan je aan het einde van de les?

Je weet uit welke onderdelen het rivierlandschap, de waterbalans en een polder bestaan.

Je begrijpt hoe een polder werkt en hoe rivieren bevaarbaar blijven.

Je kunt op een kaart belangrijke vaarwegen en polders herkennen.

• Oefenen examenvraag
• Uitleg (stukje)3.4 & §3.5 
• werktijd / Binck herkansing

Examentraining

 1. Maak de examenopgaven 

2. Noteer deze in de padlet: https://padlet.com/plus1/W4TAK1

3. Klaar: maak de topografie (midden Oosten / China) of kijk de werkboekopgaven na

Bekijk de vraag goed en geef zo volledig mogelijk  antwoord

Startopdracht

Maak de topografie  en kijk deze na

(China en Midden -Oosten)

LEZEN 3.5 

Uitleg § 3.5 

Hoe verplaatst water op aarde?

De waterkringloop

• Korte waterkringloop 

• Lange waterkringloop 

De korte waterkringloop

• Waterkringloop = "het proces waarbij zeewater na verdamping uit zee via wolken, neerslag, grondwater en rivieren weer terug naar zee stroomt."

1. Zeewater verdampt door de zon.
   
2. Waterdamp stijgt op, koelt af en condenseert: neerslag.
   
3. Het regenwater valt weer terug in zee.
   

Korte waterkringloop

De lange waterkringloop

1. Zeewater verdampt door de zon.
   
2. Waterdamp stijgt op, koelt af en condenseert: neerslag.
3. De wind waait de wolken boven land.
4. Neerslag valt boven land en het water gaat via rivieren en als grondwater weer naar de zee.
   

Vormen van water in de waterkringloop:

2. Vloeibaar:

- Regen

1. Vast:

- IJs of sneeuw

3. Gasvormig:

- Waterdamp

Vloeibaar

Vast

Vloeibaar

Gas

Soorten water

Er zijn verschillende soorten water:

1. Oppervlaktewater: zoete water van bijv. in rivieren, kanalen en meren.
2. Brak water: een mix van zoet en zout water via sluizen, kwel en riviermondingen komt zout water ons land binnen. 
3. Kwelwater: het doorsijpelen van water bij daken, duinen en polders.
4. Grondwater

Kwelwater

Brak water

Kwelwater

Sleep de woorden naar de juiste plek in de afbeelding:

zoetwaterzak

brak water

zout water

duinen

Soorten rivieren

• Rivieren stromen van de bergen naar de zee. Er zijn vier verschillende rivieren:
  

1. Regenrivier: rivier die volledig wordt gevoed door neerslag en/of grondwater , bijv. de Maas.
2. Gletsjerrivier: rivieren die smeltwater van gletsjers vervoeren.
3. Gemengde rivier: rivieren die gevoed worden door smeltwaters en neerslag , bijv. de Rijn.
4. Wadi's: rivieren die het grootste deel van het jaar volledig droog staan.

In de grafieken zie je het regiem van drie rivieren. Welk type rivier hoort bij elke grafiek? 

Gletsjerrivier

Regenrivier

Gemengde rivier

Startopdracht

Werk verder aan de topografie  en kijk deze na