Wat is opvoeden?

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GedragswetenschappenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is opvoeden?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Wat is het opvoedingsdoel?

A
Het geven van complimenten, straffen of een goed gesprek
B
Als opvoeder nadenken waarom je dingen doet of wilt.
C
Het kind accepteert de opvoeder als gezagsfiguur
D
Het doel van opvoeden is volwassen worden en je zo gedragen

Slide 5 - Quizvraag

Opvoedingsstijlen

Slide 6 - Tekstslide

Opvoedingsstijlen van zeer streng naar erg los:

 autoritair > autoritatief > permissief > laissez-faire

Slide 7 - Tekstslide

Opvoedingsstijlen van zeer streng naar erg los:

 autoritair > autoritatief > permissief > laissez-faire

Slide 8 - Tekstslide

Opvoedingsstijlen 
Autoritaire opvoedingsstijl: De ouders zijn streng en controleren veel. 

Autoritatieve of democratische opvoedingsstijl: De ouders stellen regels, maar hebben ook oog voor de wensen en behoeften van het kind. 

Permissieve opvoedingsstijl: Het kind is de baas en er worden weinig regels gesteld (toegeeflijk)

Laissez-faire: Hier is eigenlijk geen sprake van opvoeden, ouders bieden geen regels, veiligheid of betrokkenheid aan het kind (verwaarlozend)

Slide 9 - Tekstslide

Welke opvoedingsstijl wordt er bij jullie thuis gehanteerd denk je?

Slide 10 - Open vraag

Wat vind jij zelf de beste opvoedingsstijl?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Stelling 1: 
1. Kinderen moeten altijd luisteren, dat moeten ze maar leren. 

Slide 13 - Tekstslide

Stelling 2: 
Het is de taak van docenten om leerlingen te vermaken op school

Slide 14 - Tekstslide

Stelling 2: 
Beeldschermtijd moet voor kinderen beperkt worden tot 60 minuten per dag. 

Slide 15 - Tekstslide

Stelling 3: 
Het belangrijkste doel van opvoeden is dat kinderen gelukkig zijn. 

Slide 16 - Tekstslide

Stelling 4: 
Ik ben liever gelukkig dan dat ik veel leer

Slide 17 - Tekstslide

Stelling 5: 
Kinderen moeten gewoon doen wat je van ze vraagt. 

Slide 18 - Tekstslide

Stelling 6: 
Regels zijn noodzakelijk en moeten strikt worden nageleefd. 

Slide 19 - Tekstslide

Mijn leerling krijgt veel genegenheid en een sturing die in balans is, welke soort opvoeding heeft ze dan?
A
Toegeeflijk
B
Democratisch
C
Verwaarlozend
D
Autoritair

Slide 20 - Quizvraag

Deze opvoedingsstijl kost de meeste energie.
A
Democratisch
B
Autoritair
C
Verwaarlozend
D
Toegeeflijk

Slide 21 - Quizvraag

Tot welke opvoedingsstijl behoort de islamitische opvoedingstijl volgens de cartoonist?
A
Autoritair
B
Verwaarlozend
C
Toegeeflijk
D
Democratisch

Slide 22 - Quizvraag

De opvoeder voedt op vanuit gezag en niet vanuit macht.
A
Democratisch
B
Autoritair
C
Toegeeflijk
D
Verwaarlozend

Slide 23 - Quizvraag

Als je het kind leiding geeft met liefde, er zijn wel regels maar ook eigen inbreng, dan noem je dit de autoritaire opvoedingsstijl.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Melissa (16) mag van haar ouders samen met vrienden op vakantie, wel met goede afspraken!
Welke opvoedingsstijl hebben de ouders van Melissa?
A
Democratisch
B
Autoritair
C
Toegeeflijk
D
Verwaarlozend

Slide 25 - Quizvraag

Het kind kan zelf geen keuzes maken of zijn mening geven over de vastgestelde regels.
A
Autoritatief
B
Autoritair
C
Laisser-faire
D
Permissief

Slide 26 - Quizvraag

De opvoeder geeft geen ruimte voor onderhandelen over hoe laat het kind thuis mag komen van een feestje.
A
Autoritatief
B
Autoritair
C
Permissief
D
Laissez-faire

Slide 27 - Quizvraag

De ouder negeert het kind altijd wanneer hij iets vraagt, iets wil vertellen of iets nodig heeft.
A
Autoritatief
B
Autoritair
C
Permissief
D
Laissez-faire

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van een democratische opvoedingsstijl?
A
De ouders overleggen met het kind
B
De ouders beslissen alles
C
De ouders denken niet aan het kind
D
De ouders laten het kind beslissen

Slide 29 - Quizvraag

Groepswerk
Elke opvoedingsstijl heeft zijn effect op de psychosociale ontwikkeling van het kind

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Opvoedingsmiddelen
Los de vraagjes op bij het filmfragment. 
a) Welke ongewenste gedragingen (gedragsuitingen) zag je? 
b) Welke consequentie (gevolg) liet Caroline meestal volgen op deze gedragingen? 
c) Hoe stuurt Caroline het ongewenste gedrag van Inès (het gooien van de vleeswaren) bij? 
d) Welke gewenste gedragingen zie je 3 maanden later (zowel van de kinderen als van Caroline)? 


Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Welke ongewenste gedragingen (gedragsuitingen) zag je?

Slide 35 - Open vraag

Welke consequentie (gevolg) liet Caroline meestal volgen op deze gedragingen?
A
Ze vraagt de kinderen om rustig aan tafel te zitten
B
Ze geeft de kinderen straf
C
Ze negeert de ongewenste gedragingen

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Video

Hoe stuurt Caroline het ongewenste gedrag van Inés (het gooien van de vleeswaren) bij?
A
Door haar fysiek te beletten meer vleeswaren te gooien.
B
Door haar te zeggen: 'Niet doen!'
C
Door haar de instructie te geven: 'Leg deze maar in de koelkast'.
D
Door de vleeswaren weg te nemen.

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Video

Welke gewenste gedragingen zie je 3 maanden later (zowel van de kinderen als van Caroline)?

Slide 40 - Open vraag

Hedendaagse pedagogiek: Triple P.

Leert ouders opvoedvaardigheden, waardoor:
  • er een positieve opvoedingsstijl ontstaat
  • ouders beter leren omgaan met moeilijk gedrag
  • er een betere communicatie ontstaat tussen kind en opvoeder in dagelijkse situaties.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Tekstslide