6v examentraining 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Planning

• Examentraining
• We maken een aantal opgaven uit oude examens
• Op papier (aangeraden)
• Bespreking klassikaal adhv antwoordmodel 

Hoeveel tijd heb je per vraag?

• Totaal aantal punten te behalen vorig jaar: 65
• 180 minuten
• Grofweg 3 minuten per punt

Opdracht

• Oefenvraag examen 2013 tijdvak 2 - vraag 9
• Pagina 25 van de handout
•  3pt - 9 min

Antwoord

maximumscore 3

• een caldera 1

Uit de uitleg moet blijken dat

• de uitbarsting gepaard ging met een explosie (oorzaak) 1

• waardoor de top van de vulkaan geschoten werd (gevolg) 1

of

• bij de uitbarsting de magmakamer geleegd werd (oorzaak) 1

• waardoor de vulkaan instortte (gevolg)

Antwoord

maximumscore 3

• een caldera 1

Uit de uitleg moet blijken dat

• de uitbarsting gepaard ging met een explosie (oorzaak) 1

• waardoor de top van de vulkaan geschoten werd (gevolg) 1

of

• bij de uitbarsting de magmakamer geleegd werd (oorzaak) 1

• waardoor de vulkaan instortte (gevolg)

Opdracht

• Oefenvraag examen 2015 tijdvak 2 - vraag 10
• Pagina 25 van de handout
• 3pt - 9 min

Antwoord

maximumscore 3

• De aardbevingen ontstaan doordat er wrijving/spanningsopbouw

plaatsvindt tussen de wegduikende plaat (Pacifische / Filipijnse plaat)

en de plaat waar Japan op ligt (Euraziatische plaat) 1

• De vulkanen ontstaan doordat bij het smelten van de wegduikende

plaat magma richting het aardoppervlak beweegt 1

• De wrijving/spanningsopbouw tussen de platen vindt plaats als de

wegduikende plaat nog niet gesmolten is, terwijl voor het opstijgen van

magma de wegduikende plaat wel gesmolten moet zijn

Antwoord

maximumscore 3

• De aardbevingen ontstaan doordat er wrijving/spanningsopbouw

plaatsvindt tussen de wegduikende plaat (Pacifische / Filipijnse plaat)

en de plaat waar Japan op ligt (Euraziatische plaat) 1

• De vulkanen ontstaan doordat bij het smelten van de wegduikende

plaat magma richting het aardoppervlak beweegt 1

• De wrijving/spanningsopbouw tussen de platen vindt plaats als de

wegduikende plaat nog niet gesmolten is, terwijl voor het opstijgen van

magma de wegduikende plaat wel gesmolten moet zijn

Antwoord

maximumscore 3

• De aardbevingen ontstaan doordat er wrijving/spanningsopbouw

plaatsvindt tussen de wegduikende plaat (Pacifische / Filipijnse plaat)

en de plaat waar Japan op ligt (Euraziatische plaat) 1

• De vulkanen ontstaan doordat bij het smelten van de wegduikende

plaat magma richting het aardoppervlak beweegt 1

• De wrijving/spanningsopbouw tussen de platen vindt plaats als de

wegduikende plaat nog niet gesmolten is, terwijl voor het opstijgen van

magma de wegduikende plaat wel gesmolten moet zijn

Hier vindt spanningsopbouw plaats

Hier smelt de wegduikende plaat

Opdracht

• Oefenvraag examen 2016 tijdvak 1 - vraag 12
• Pagina 27 van de handout 
• 2pt - 6 min

Antwoord

maximumscore 2

• Mechanische verwering: vorstwerking / water bevriest in rotspleten,

waarbij het gesteente uit elkaar wordt gedrukt / door verschillen in

temperatuur valt het gesteente uit elkaar 1

• Chemische verwering: kalksteen lost op in (zuur) regenwater

Antwoord

maximumscore 2

• Mechanische verwering: vorstwerking / water bevriest in rotspleten,

waarbij het gesteente uit elkaar wordt gedrukt / door verschillen in

temperatuur valt het gesteente uit elkaar 1

• Chemische verwering: kalksteen lost op in (zuur) regenwater

Opdracht

• Oefenvraag examen 2018 tijdvak 1 - vraag 11
• Pagina 31
•  2pt - 6 min

Antwoord

maximumscore 2

• Het graniet is gevormd doordat (vele miljoenen jaren geleden) magma

opsteeg onder het Armorikaans Massief en in de aardkorst langzaam

stolde (tot graniet) 1

• Door langdurige verwering en/of erosie is het gebergte afgevlakt (en

opgeheven) waardoor het graniet aan het oppervlak is komen te liggen 1

Antwoord

maximumscore 2

• Het graniet is gevormd doordat (vele miljoenen jaren geleden) magma

opsteeg onder het Armorikaans Massief en in de aardkorst langzaam

stolde (tot graniet) 1

• Door langdurige verwering en/of erosie is het gebergte afgevlakt (en

opgeheven) waardoor het graniet aan het oppervlak is komen te liggen 1

Opdracht

• Oefenvraag examen 2016 tijdvak 2 - vraag 18
• Pagina 33 van de handout
•  2pt - 6 min

Antwoord

Een juiste beschrijving is:

• De ITCZ ligt in juli ten noorden van de evenaar / boven het vasteland

van Azië (en ten zuiden van de evenaar bevinden zich

hogedrukgebieden) 1

• De wind waait (van de hogedrukgebieden) noordwaarts over de

evenaar richting de ITCZ en krijgt daarbij ten noorden van de evenaar

een afwijking naar rechts (de Wet van Buys Ballot) 1 

Opdracht

• Oefenvraag examen 2013 tijdvak 1 - vraag 13
• Pagina 34 van de handout
•  3 pt - 9 min

Antwoord

 A: lage luchtdruk, B: hoge luchtdruk 1

Een juiste argumentatie is:

• Op het noordelijk halfrond stroomt lucht met de wijzers van de klok

mee rond een hogedrukgebied 1

• en tegen de wijzers van de klok in rond een lagedrukgebied 1

Opdracht

• Oefenvraag examen 2019 tijdvak 1 - vraag 14
• Pagina 35 van de handout
•  1pt - 3 min

Antwoord

maximumscore 1

reliëf / (ligging van) gebergtes

Opdracht

• Oefenvraag examen 2018 tijdvak 1 - vraag 16
• Pagina 37 van de handout
•  2pt - 6 min

Antwoord

− Verwoestijning: extensieve veeteelt (waarbij vegetatie wordt

weggevreten) kan in wisselwerking met de geringe hoeveelheid neerslag / de hoge verdamping leiden tot het uitdrogen van gebieden / het uitbreiden van woestijnen.

− Verzilting: irrigatielandbouw kan in wisselwerking met de hoge verdamping leiden tot het zouter worden van de bodem / het grondwater.

− Bodemerosie: (extensieve) akkerbouw (waarbij de bodem niet het hele jaar bedekt is) kan in wisselwerking met felle regenbuien / harde wind leiden tot het verdwijnen van de vruchtbare bovenste bodemlaag.

Antwoord

− Verwoestijning: extensieve veeteelt (waarbij vegetatie wordt

weggevreten) kan in wisselwerking met de geringe hoeveelheid neerslag / de hoge verdamping leiden tot het uitdrogen van gebieden / het uitbreiden van woestijnen.

− Verzilting: irrigatielandbouw kan in wisselwerking met de hoge verdamping leiden tot het zouter worden van de bodem / het grondwater.

− Bodemerosie: (extensieve) akkerbouw (waarbij de bodem niet het hele jaar bedekt is) kan in wisselwerking met felle regenbuien / harde wind leiden tot het verdwijnen van de vruchtbare bovenste bodemlaag.

Opdracht

• Oefenvraag examen 2016 tijdvak 1 - vraag 14
• Pagina 37 van de handout
•  2pt - 6 min

Antwoord

Een juiste uitleg is:

• Door verwoestijning verdwijnt de vegetatie (oorzaak) 1

• waardoor de bovenste laag van de bodem (bij stortbuien) makkelijk kan

wegspoelen / makkelijk kan wegwaaien (gevolg)