Grammar 2: past simple recap 2k2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 2

English lesson

Na deze les kan ik......

•  vragen en ontkenningen in de past simple toepassen en benoemen.
• advertenties met afkortingen begrijpen.

READING

Workbook p. 10 t/m 12

Exercise 3 + 4

Past Simple -/?

Vragen en ontkenningen in de past simple.

Wat betekent de term 'the past simple'?

1. de tegenwoordige tijd
2. de verleden tijd
3. de toekomst

Een vraag maken in de past simple.

Question

Kijk naar onderstaande vraag in de verleden tijd. Wat is er gebeurd?

Did you work in the supermarket yesterday?

Een vraag in de past simple (?)

Regel 
 Did +  onderwerp + hele werkwoord.

Voorbeeld

He worked at the supermarket yesterday. 
Did he work at the supermarket yesterday?

We went to the swimming pool last week.
Did we go to the swimming pool last week?

Vorm een vraag:
She watched TV yesterday.

Vorm een vraag:
I grabbed my books.

Een ontkenning maken in de past simple.

Een ontkenning in de past simple

 onderwerp + didn't + hele werkwoord 

Voorbeeld

He cooked for me last week.
He didn't cook for me last week.

More examples

You told me some stories this morning
You didn't tell me some stories this morning.

I studied two hours last week.
I didn't study two hours last week.

Vorm een ontkenning:
You told me to stop yesterday.

Ik kan een vraag vormen in de past simple.

1. Yes
2. Almost, I need more practice
3. No, I need more explanation.

Ik kan een ontkenning vormen in de past simple.

1. Yes
2. Almost, I need more practice.
3. No, I need more explanation.

Exit ticket > Vorm een vraag:
I finished my book today.

Maken

Workbook p. 14 + 15

Exercise 8 + 9