WI.2m.eindtoets.thema08

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Procenten

Om goed te oefenen is het verstandig om alle opdrachten in je schrift te maken. Ook al wordt er in de lessonup alleen het antwoord gevraagd. Op de toets moet je ook de berekening goed kunnen noteren.

Aan het einde van dit thema moet je het volgende kennen/kunnen:

• Je kunt rekenen met een verhoudingstabel. Je maakt gebruik van pijltjes of van het kruisproduct
• Je kunt een breuk omzetten naar een percentage
• De nieuwe prijs bij korting uitrekenen
• De prijs inclusief en exclusief btw uitrekenen
• Rekenen met procenten met behulp van de factor

Rekenen met een verhoudingstabel

Op 52 van 275 scholen heeft elke leerling een laptop of tablet.
Hoeveel procent is dat? Rond af op hele

tip

Pak je schrift erbij en reken dit uit met behulp van een verhoudingstabel

1. 19
2. 20
3. 23
4. 29

Bij klas 2A zie je de methode rekenen via 1 en bij klas 2B zie je de methode kruisproduct.

Bij elke methode ontbreekt iets. Zie jij wat er ontbreekt?

Wat ontbrak er op de vorige slide?

Bij klas 2A de pijtljes en bij klas 2B de berekening

Reken uit!

Bij bol.com is een e-reader in de aanbieding van €99,95 voor €79,99.

Hoeveel procent korting geeft bol.com?

Denk aan het procentteken achter het antwoord!

Breuken omzetten naar een percentage

Rond zo nodig af op 1 decimaal

%

​13​​8​​=...

1. 13,8
2. 64,3
3. 61,5
4. 81,3

Rond zo nodig af op 1 decimaal

%

​11​​4​​=...

1. 4,1
2. 43,2
3. 22,3
4. 36,4

Rond zo nodig af op 1 decimaal

%

​10​​3​​=...

1. 31
2. 30
3. 10,3
4. 33

Rond zo nodig af op 1 decimaal

%

​8​​1​​=...

1. 12,5
2. 18
3. 25
4. 22,5

Rekenen met korting

Op sneakers van €155,- krijg je 45% korting. Bereken de nieuwe prijs.

Op sneakers van €155,- krijg je 45% korting. Bereken de nieuwe prijs.

1. €69,75
2. €85,25

Denk aan het euro teken!

Reken uit

Ik wil graag een elektrische fiets kopen. Ik heb €1000,- gespaard. In de winkel zie ik een fiets van €1299,- met 24% korting. Kan ik deze fiets kopen?

Antwoord

Nee, je moet nog antwoord geven op de vraag.

Je kan de fiets wel kopen.

Is de opdracht nu helemaal klaar?

Inclusief BTW

00:58

Een kruisproduct is natuurlijk ook goed

Een kast kost €70,- zonder btw. Er komt 21% btw bij.

Hoeveel kost de kast inclusief btw?

Welke verhoudingstabel is juist?

A

B

Welke verhoudingstabel was juist?
(vorige slide)

1. A
2. B

Een kast kost €70,- zonder btw. Er komt 21% btw bij.

Hoeveel kost de kast inclusief btw?

Verhoudingstabel B was juist

B

Reken maar uit. Wat kost de kast inclusief BTW

De kast kost inclusief btw €...
(vul alleen het antwoord op de puntjes in, dus zonder euro teken)

De complete opdracht met antwoord

Deze xbox kost
€210 exclusief btw. Wat is de prijs inclusief btw?

Als je dit lastig vindt, bekijk dan de video op de volgende slide. Als je denkt dat je het wel weet, dan mag je de video overslaan en het antwoord direct daarna invullen.

De xbox kost inclusief btw €...
(vul alleen het antwoord op de puntjes in, dus zonder euro teken)

Inclusief  en exclusief BTW

BTW

BTW betekent Belasting Toegevoegde Waarde

Vaak is de BTW 21%.

De prijs zonder BTW  noem je "exclusief BTW". 

Exclusief BTW -> 100 % 

De prijs met BTW noem je "inclusief BTW".

Inclusief BTW -> 121 %

weetje

De prijs inclusief BTW (121 %) noemen we ook de consumentenprijs. Want de consument (de gene die het product koopt) betaalt in de winkel de prijs inclusief BTW

Een reparatie aan een fiets kost €53,- inclusief 6 btw.
Wat moet er onder €53,- komen te staan in de verhoudingstabel?

1. 100
2. 106

Reken maar uit

Antwoord

53 x 100 : 106 = 50

De prijs exclusief btw is €50,-

Bij het afrekenen kost een tafel €59,94, deze prijs is inclusief 21% btw.
Bereken de prijs exclusief btw.

Net als net: Als je dit lastig vindt, bekijk dan de video op de volgende slide. Als je denkt dat je het wel weet, dan mag je de video overslaan en het antwoord direct daarna invullen.

De prijs exclusief btw is €...
(vul alleen het antwoord op de puntjes in, dus zonder euro teken)

De factor

Met welke factor moet je vermenigvuldigen bij de volgende verandering:
10% erbij

Met welke factor moet je vermenigvuldigen bij de volgende verandering:
30% erbij

Met welke factor moet je vermenigvuldigen bij de volgende verandering:
40% eraf

Met welke factor moet je vermenigvuldigen bij de volgende verandering:
13% eraf

Met welke factor moet je vermenigvuldigen bij de volgende verandering:
2% erbij

29. In 2016 kocht Faas een huis voor €275.000,-. In 2017 is de waarde met 5% gestegen.

a. Hoeveel procent wordt de nieuwe prijs van het huis?

b. Met welke factor moet je de oude prijs vermenigvuldigen om de nieuwe prijs te krijgen?

c. Bereken met de factor de nieuwe prijs van dit huis.

Antwoorden A & B

a. 105%

b. 1,05

Thema 8

Je hebt nu de grote lijnen van thema 8 herhaald. Het is slim om de onderdelen die je lastig vond nog extra te oefenen.
Op de volgende slide vind je de link naar thema 8.

https: