ww aimer, adorer, détester + lidwoord

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

aujourd'hui 

Wat leer ik vandaag ?

Hoe vervoeg ik een  regelmatig werkwoord -er ?

Hoe vertel ik wat ik van iets vind ? 

aimer (1 woord)

= houden van

= leuk vinden

(2 woorden)

adorer (1 woord)

= dol zijn op    (3 woorden)

détester (1 woord)

= een hekel hebben aan (4 woorden)

= haten (1 woord)

vervoegen

aimer:

ik hou van            =      j'aime

u houdt van                     =    vous aimez

etc..

détester

jij hebt een hekel aan               = tu détestes

zij hebben een hekel aan                     = ils détestent            

adorer

hij is dol op                     = il adore

wij zijn dol op                              = nous adorons

wát vind je leuk?

ik vind voetbal leuk                        =  j'aime le foot

ik vind dansen leuk                           = j'aime la danse

ik hou van wedstrijden                          = j'aime les matchs

wáár ben je dol op?

Ik ben dol op pizza                            = j'adore la pizza

ik ben dol op hockey                            = j'adore le hockey

ik ben dol op games                                     = j'adore les jeux vidéo

wáár heb je een hekel aan?

ik heb een hekel aan rap         = je déteste le rap

ik heb een hekel aan dansen      = je déteste la danse

ik heb een hekel aan training                  = je déteste l'entraînement

ik heb een hekel aan wedstrijden   = je déteste les matchs

Dus:

Na aimer, adorer, détester + znw:

altijd met een bepaald lidwoord!

hoe zeg je:
ik hou van rapmuziek

1. j'aime de rap
2. j'aime rap
3. j'aime le rap
4. j'adore le rap

Hoe zeg je:
Wij zijn dol op voetbal

1. nous adorons le foot
2. nous adorons foot
3. nous sommes adorons le foot
4. nous adorons à foot

Hoe zeg je :
Mark en Paul ,zij hebben een hekel aan pizza

1. Ils détestent pizza
2. Ils détestent à pizza
3. Ils détestent la pizza
4. Ils ont détestent la pizza

Hoe zeg je:
Zij is dol op dansen

1. Elle adore danse
2. Elle adore la danse
3. Elle est adore la danse
4. Elle est adore à la danse

Hoe zeg je:
Hebben jullie een hekel aan rugby?

1. Vous avez détestez le rugby?
2. Vous avez détestez rugby?
3. Vous détestez rugby?
4. Vous détestez le rugby?

Hoe zeg je:
Meneer Dupont is dol op bier.

1. M Dupont adore la bierre
2. M Dupont est adore la bierre
3. M Dupont est adore bierre
4. M Dupont adore bierre

Hoe zeg je:
Heb jij een hekel aan koekjes?

1. Tu détestes gâteaux?
2. Tu as détestes les gâteaux?
3. Tu as détestes gâteaux?
4. Tu détestes les gâteaux?