H1P3

H1P3
Maatschappelijke problemen

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H1P3
Maatschappelijke problemen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een gedragsregel en een wet?

Slide 2 - Open vraag

Wat zijn waarden?

Slide 3 - Open vraag

Wat zijn normen?

Slide 4 - Open vraag

Niet alle normen zijn vastgelegd in wetten. Noem een voorbeeld van een vorm die niet vastgelegd is in een wet.

Slide 5 - Open vraag

Welke 3 basiswaarden staan centraal in de Nederlandse samenleving?

Slide 6 - Open vraag

Noem een aantal machtsmiddelen.

Slide 7 - Open vraag

Maatschappelijke problemen

Slide 8 - Tekstslide

Maatschappelijke problemen

Een maatschappelijk probleem heeft altijd vier kenmerken:



Slide 9 - Tekstslide

Maatschappelijke problemen

Een maatschappelijk probleem heeft altijd vier kenmerken:

1 Veel mensen hebben er last van.


Slide 10 - Tekstslide

Maatschappelijke problemen

Een maatschappelijk probleem heeft altijd vier kenmerken:

1 Veel mensen hebben er last van.
2 Er zijn verschillende meningen over de oorzaak en de oplossing.


Slide 11 - Tekstslide

Maatschappelijke problemen

Een maatschappelijk probleem heeft altijd vier kenmerken:

1 Veel mensen hebben er last van.
2 Er zijn verschillende meningen over de oorzaak en de oplossing.
3 Je hoort er veel over in de media.


Slide 12 - Tekstslide

Maatschappelijke problemen

Een maatschappelijk probleem heeft altijd vier kenmerken:

1 Veel mensen hebben er last van.
2 Er zijn verschillende meningen over de oorzaak en de oplossing.
3 Je hoort er veel over in de media.
4 De politiek is meestal nodig voor een oplossing van het
 probleem.

Slide 13 - Tekstslide

Een maatschappelijk probleem onderzoeken

Slide 14 - Tekstslide

Om een maatschappelijk probleem te onderzoeken, stel je de volgende vragen:
1 Wat is het probleem?

Slide 15 - Tekstslide

Om een maatschappelijk probleem te onderzoeken, stel je de volgende vragen:
1 Wat is het probleem?
2 Wie zijn er onder anderen bij het probleem betrokken?

Slide 16 - Tekstslide

Om een maatschappelijk probleem te onderzoeken, stel je de volgende vragen:
1 Wat is het probleem?
2 Wie zijn er onder anderen bij het probleem betrokken?
3 Wat willen ze precies?


Slide 17 - Tekstslide

Om een maatschappelijk probleem te onderzoeken, stel je de volgende vragen:
1 Wat is het probleem?
2 Wie zijn er onder anderen bij het probleem betrokken?
3 Wat willen ze precies?
4 Welke belangen hebben ze?


Slide 18 - Tekstslide

Om een maatschappelijk probleem te onderzoeken, stel je de volgende vragen:
1 Wat is het probleem?
2 Wie zijn er onder anderen bij het probleem betrokken?
3 Wat willen ze precies?
4 Welke belangen hebben ze?
5 Welke waarden en normen hebben ze?

Slide 19 - Tekstslide

Om een maatschappelijk probleem te onderzoeken, stel je de volgende vragen:
1 Wat is het probleem?
2 Wie zijn er onder anderen bij het probleem betrokken?
3 Wat willen ze precies?
4 Welke belangen hebben ze?
5 Welke waarden en normen hebben ze?
6 Wat zijn de oorzaken van het probleem?
7 Op welke manieren kan het probleem worden opgelost?
8 Wat vind jij de beste oplossing?
kst

Slide 20 - Tekstslide

Om een maatschappelijk probleem te onderzoeken, stel je de volgende vragen:
1 Wat is het probleem?
2 Wie zijn er onder anderen bij het probleem betrokken?
3 Wat willen ze precies?
4 Welke belangen hebben ze?
5 Welke waarden en normen hebben ze?
6 Wat zijn de oorzaken van het probleem?
8 Wat vind jij de beste oplossing?
kst

Slide 21 - Tekstslide

Om een maatschappelijk probleem te onderzoeken, stel je de volgende vragen:
1 Wat is het probleem?
2 Wie zijn er onder anderen bij het probleem betrokken?
3 Wat willen ze precies?
4 Welke belangen hebben ze?
5 Welke waarden en normen hebben ze?
6 Wat zijn de oorzaken van het probleem?

Slide 22 - Tekstslide

7 Op welke manieren kan het probleem worden opgelost?

Slide 23 - Tekstslide

7 Op welke manieren kan het probleem worden opgelost?
8 Wat vind jij de beste oplossing?

Slide 24 - Tekstslide

Wie en welk belang?

Slide 25 - Tekstslide

Wie en welk belang?
Er kunnen tegengestelde belangen zijn.

Slide 26 - Tekstslide

Wie en welk belang?
Er kunnen tegengestelde belangen zijn.

Iedereen bepaalt het probleem en de bijbehorende oplossing vanuit zijn eigen positie.

Slide 27 - Tekstslide

Vindt een schapenboer de komst van de wolf een probleem?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Vindt een natuurbeschermer de komst van de wolf een probleem?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Vindt een ouder die met zijn kinderen in een natuurgebied wandelt de komst van de wolf een probleem?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Wat zou de oplossing zijn die een schapenboer voor dit probleem zou verzinnen?

Slide 31 - Open vraag

Wat zou de oplossing zijn die een natuurbeschermer voor dit probleem zou verzinnen?

Slide 32 - Open vraag

Oplossingen en dilemma’s

Slide 33 - Tekstslide

Oplossingen en dilemma’s

De natuurorganisaties, schapenboeren, hobbyboeren en
de overheid hebben verschillende belangen en verschillende
waarden en normen.



Slide 34 - Tekstslide

Daardoor denken ze ook verschillend over de beste oplossing.

Slide 35 - Tekstslide

Daardoor denken ze ook verschillend over de beste oplossing.

Bij het oplossen van maatschappelijke problemen is bijna altijd sprake van een dilemma: een lastige keuze tussen twee dingen die allebei voordelen of juist nadelen hebben.

Slide 36 - Tekstslide

Tekst

Slide 37 - Tekstslide