In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Schrijfvaardigheid
Voorbereiding op examen schrijven 2F
Slide 1 - Tekstslide
Waarom schrijf je?
Slide 2 - Open vraag
Vandaag
Beoordelingscriteria schrijfvaardigheid
Korte teksten schrijven
Memo
Advertentie
Slide 3 - Tekstslide
Beoordelingscriteria schrijfvaardigheid
Samenhang
Afstemming op doel
Afstemming op doelgroep
Woordenschat en woordgebruik
Spelling, grammatica en interpunctie
Leesbaarheid
Slide 4 - Tekstslide
Korte teksten schrijven
Oefenen met afstemming op doel
Lees de theorie in Nu Nederlands boek B, blz. 78
Slide 5 - Tekstslide
Welke vragen zijn belangrijk bij het overbrengen van een boodschap?
Slide 6 - Open vraag
Nu doen:
Lees & maak opdracht 2 op blz. 79.
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeld antwoord
Dag Dylan,
R. Molema heeft gebeld over een boormachine die niet is bezorgd. Wil jij de boormachine vandaag vóór 17.00 aangetekend verzenden naar Scharfstraat 233, 7415 BX in Deventer, zodat R. Molema hem morgen in huis heeft?
Patrick
Slide 8 - Tekstslide
Vandaag
Beoordelingscriteria schrijfvaardigheid
Korte teksten schrijven
Memo
Advertentie
Slide 9 - Tekstslide
Beoordelingscriteria schrijfvaardigheid
Samenhang
Afstemming op doel
Afstemming op doelgroep
Woordenschat en woordgebruik
Spelling, grammatica en interpunctie
Leesbaarheid
Slide 10 - Tekstslide
Korte teksten schrijven
Oefenen met afstemming op doel
Lees de theorie in Nu Nederlands boek B, blz. 78
Slide 11 - Tekstslide
Nu doen:
Lees & maak opdracht 2 op blz. 79.
Slide 12 - Tekstslide
Voorbeeld antwoord
Dag Dylan,
R. Molema heeft gebeld over een boormachine die niet is bezorgd. Wil jij de boormachine vandaag vóór 17.00 aangetekend verzenden naar Scharfstraat 233, 7415 BX in Deventer, zodat R. Molema hem morgen in huis heeft?
Patrick
Slide 13 - Tekstslide
Advertentie, affiche en flyer
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het belangrijkste doel van een advertentie, affiche of flyer?
A
informeren
B
instrueren
C
overhalen
D
amuseren
Slide 15 - Quizvraag
Reclame maken of aankondiging
Advertenties kom je o.a. tegen in kranten, tijdschriften of op internet.
Affiches hangen o.a. in een bushokje of bij een sportclub.
Flyers worden uitgedeeld op straat, neergelegd in winkels en bedrijven of huis-aan-huis bezorgd.
Slide 16 - Tekstslide
Kenmerken (1)
Mensen bekijken advertenties, affiches en flyers vaak snel.
Je moet dus met je tekst en je lay-out direct de hoofdzaken duidelijk maken.
Slide 17 - Tekstslide
Kenmerken (2)
De informatie moet duidelijk en volledig zijn. Met behulp van de 5w+h-vragen kun je controleren of je iets belangrijks vergeten bent.
Schrijf de tekst kort en krachtig op.
Gebruik een opvallende titel of slogan.
Slide 18 - Tekstslide
Kenmerken: lay-out
Verdeel de tekst mooi over het hele vlak.
Gebruik verschillende lettertypen en -groottes.
Gebruik kleuren en een of meer afbeeldingen.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Zelf een advertentie maken
Maak opdracht 2 op bladzijde 81.
Slide 21 - Tekstslide
Instructie schrijven
Oefenen met tekst afstemmen op doelgroep
Lees de theorie in Nu Nederlands boek B, blz. 83
Slide 22 - Tekstslide
Waarom is het belangrijk je boodschap af te stemmen op je doelgroep?
Slide 23 - Open vraag
Opdracht
Hierna volgt een verbeteropdracht.
Vraag jezelf af of de hele tekst in de instructie opgenomen moet worden.
Schrap als je denkt dat het voor de lezer niet interessant is.
Slide 24 - Tekstslide
Verbeter: De tafel is behoorlijk zwaar en groot. Leg de tafel daarom het liefst met de lange zijde op de vloer. Als de tafel op zijn kant ligt, kun je gemakkelijk bij alle poten. Je kunt dan de poten uitklappen. Je moet de poten daarna vergrendelen, anders klapt de tafel weer in. Controleer of alle poten goed zijn vergrendeld.
Slide 25 - Open vraag
Voorbeeld antwoord herschrijven instructie
Leg de tafel met de lange zijde op de vloer, zodat je de poten gemakkelijk kunt uitklappen. Vergrendel vervolgens alle poten en controleer dit achteraf goed.
Slide 26 - Tekstslide
Huiswerk
Lees opdracht 3 op blz. 85.
Werk je instructie uit in een Word-bestand.
Sla het bestand op als [studentnummer_naam_instructie]