Begrijpend lezen - drop vervolg

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 7,8

Aan het einde van de les weet ik:

- Hoe drop wordt gemaakt

- Hoe ik signaalwoorden kan vinden in de tekst
- Hoe ik informatie uit een tekst haal

Lees alinea 2

1) Wat kun je het best invullen op de plaats van de V?

Tip: Lees altijd ook wat zinnen voor en wat zinnen na het ontbrekende woord. Je woordenschat

(kennis van woordbetekenissen) is bij deze vraag ook belangrijk.

Wat kun je het best invullen op de plaats van de V?
Na vier jaar groeien zijn de wortels van deze plant ....

1. eigenlijk al te lang
2. geschikt om te worden geoogst
3. rijp voor de sloop
4. diep genoeg in de bodem gedrongen

Lees: ...waarna men het laat stollen. (r. 17)

Waar verwijst het woordje het naar?

A. blokdrop

B. grote ketels water

C. grote blokken

D. het papje van gekookte stukken zoethout

Waar verwijst het woordje 'het' naar?

1. blokdrop
2. grote ketels water
3. grote blokken
4. het papje van gekookte stukken zoethout

Lees alinea 5

Wat kun je het best invullen op de plaats van de W?

A. nog niet lekkere

B. harde

C. metalen

D. smakelijke

Wat kun je het best invullen op de plaats van de W?

1. nog niet lekkere
2. harde
3. metalen
4. smakelijke

Lees: Een schudmachine... t/m ...op gespoten (r. 29 en 30)

Waar verwijst het woordje er in r. 30 naar?

A. schudmachine

B. meel

C. draaiende trommel

D. dropjes

Waar verwijst het woordje 'er' in r. 30 naar?

1. schudmachine
2. meel
3. draaiende trommel
4. dropjes

Bedenk een goede titel voor de tekst

Welke titel heb jij bedacht?

Wat zou de beste titel van deze tekst zijn?

1. Twee kilogram per jaar
2. Wat is blokdrop?
3. Hoe wordt drop gemaakt?
4. Mallen van meel

In de tweede alinea wordt zoethout vergeleken met suiker.

Wat is waar volgens de tekst?

A. suiker is zoeter dan zoethout

B. zoethout is zoeter en dus schadelijker voor je tanden, dan suiker
 

C. suiker is niet schadelijk voor je tanden 

D. zoethout is niet schadelijk voor je tanden

Wat is waar volgens de tekst?

1. suiker is zoeter dan zoethout
2. zoethout is zoeter en dus schadelijker voor je tanden, dan suiker
3. suiker is niet schadelijk voor je tanden
4. zoethout is niet schadelijk voor je tanden

Lees regel 10 t/m 15.

In deze regels staan signaalwoorden. Welke signaalwoorden kan jij vinden?

Welke signaalwoorden kon jij vinden?

Welke structuur past bij deze alinea/ signaalwoorden?

1. probleem/ oplossing
2. een structuur van tijd
3. een vergelijking
4. een conclusie

Lees regel 24 t/m 27.

In r. 25 vallen de signaalwoorden met behulp van op.

Hoe ontstaan de vormen in het meel?

A. die worden erin gedrukt met plastic

B. die worden erin gedrukt met een stempelraam

C. er wordt dropdeeg in gegoten

D. het meel wordt tot deeg gekneed

Hoe ontstaan de vormen in het meel?

1. die worden erin gedrukt met plastic
2. die worden erin gedrukt met een stempelraam
3. er wordt dropdeeg in gegoten
4. het meel wordt tot deeg gekneed

Lees het slot

Hoe sluit de schrijver tekst A af?

A. met een conclusie en een vraag

B. met een samenvatting en een oproep

C. met een verwachting en een wens

D. met een schematisch overzicht en een tip

Hoe sluit de schrijver tekst A af?

1. met een conclusie en een vraag
2. met een samenvatting en een oproep
3. met een verwachting en een wens
4. met een schematisch overzicht en een tip

Ik weet hoe drop gemaakt kan worden.

Ja

Nee

Ik heb nog een vraag.

Ik vind Lesson Up ...

010

Tot slot:
Welke signaalwoorden ken jij nog?