BE1 4.4 Schrijven: samengestelde zinnen

Nederlands
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je nou?
1. Artikel schrijven: inleiding, kern met deelonderwerpen, slot
2. Samengestelde zinnen formuleren
3. Voegwoorden
4. 30 Seconds 


Slide 2 - Tekstslide

Lezen
met

Slide 3 - Tekstslide

Zinnen bouwen: enkelvoudig of samengesteld?


Een tekst met afwisselende korte en lange zinnen leest prettig.
Enkelvoudige zinnen plak je aan elkaar met voegwoorden tot samengestelde zinnen. Daardoor verandert soms de volgorde van de woorden in de zinnen.

Slide 4 - Tekstslide

Voegwoorden:

Slide 5 - Tekstslide

De enkelvoudige zin
Kevin vindt Stranger Things een akelige serie. 

--> één persoonsvorm
--> pv en o staan naast elkaar

Slide 6 - Tekstslide

De samengestelde zin
Kevin vindt Stranger Things een akelige serie, omdat hij niet van science fiction houdt.

--> meerdere pv's
--> voegwoord
--> pv en o soms los van elkaar

Slide 7 - Tekstslide

Wat?
§4.4 Schrijven en formuleren: 6, 8, 9, 10, 12
Hoe?
Leerwerkboek + schrift
Hulp?
Boek, klasgenoot, Straver
Resultaat?
Huiswerk
Leerdoel?
Samengestelde zinnen en voegwoorden
Klaar?
Daltontaak week 13, lekker lezen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide





Hoe ging het in de klas?
Wat weet je nu?

Slide 10 - Tekstslide

Wat weet je nu?

1. Alineaopbouw in een sportartikel beoordelen
2. Samengestelde zinnen
3. Voegwoorden
4. 30 Seconds 

Slide 11 - Tekstslide

Einde van de les

Slide 12 - Tekstslide


Alineaopbouw
  1. Start met een kernzin.   Deze zin met de belangrijkste informatie geeft aan waar de alinea over gaat.
  2. De uitwerking van de alinea  is een toelichting op de kernzin met uitleg of een voorbeeld.

Slide 13 - Tekstslide

Beoordeel het sportartikel van je klasgenoot


  1. Lees het artikel en kies een onderdeel uit waarop je beoordeelt.
  2. Schrijf een alinea waarin je het artikel beoordeelt. 
        Doe dat zo: Schrijf de kernzin en vul deze aan met een toelichting van                ongeveer drie zinnen.
    3. Lees en bespreek elkaars beoordeling.

Slide 14 - Tekstslide