In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Thema 5 Evolutie
bs 5 De evolutietheorie
bs 6 Argumenten voor de evolutietheorie
Slide 1 - Tekstslide
Wat is evolutie?
Slide 2 - Woordweb
Wat is evolutie
De ontwikkeling van het leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen of verdwijnen.
Slide 3 - Tekstslide
Evolutie theorie
-verandering in genotype (mutaties)
-natuurlijke selectie
-ontstaan nieuwe soorten
Slide 4 - Tekstslide
Mutatie
Verandering van het DNA.
In geslachtscellen: erfelijk
In lichaamscellen: niet erfelijk
Slide 5 - Tekstslide
Darwin had het over 'survival of the fittest' Waar staat 'fittest' voor bij evolutie?
A
Dat je het best bent aangepast aan je omgeving
B
hoe fit je bent
C
hoeveel nakomelingen je maakt
D
hoe sterk je bent
Slide 6 - Quizvraag
stelling 1 - Natuurlijke selectie is dat soorten die zich het beste aanpassen aan de omstandigheden de beste overlevingskans hebben. Stelling 2 - Een goed voorbeeld van evolutie zijn mensen die in koude gebieden wonen dikke jassen dragen.
A
1 is goed
B
1 en 2 zijn goed
C
2 is goed
D
1 en 2 zijn beide fout
Slide 7 - Quizvraag
Ontstaan nieuwe soorten
Als nieuwe vormen van een soort zich niet meer onderling kunnen voortplanten dan is er sprake van een nieuwe soort.
Dit kan door gebeuren door:
isolatie / mutatie
Slide 8 - Tekstslide
Isolatie
Slide 9 - Tekstslide
Isolatie
A
groepen organismen van dezelfde soort leven samen
B
groepen organismen van verschillende soorten leven samen
C
groepen organismen van dezelfde soort trekken naar elkaar toe
D
groepen organismen van dezelfde soort raken van elkaar gescheiden
Slide 10 - Quizvraag
Fossielen
versteende overblijfselen van organismen
afdrukken van organismen
bedekt met sediment
sediment = zand/klei
zuurstof weg
geen schimmels en bacteriën
miljoenen jaren duren - steen
mens aap 'Lucy'
Slide 11 - Tekstslide
Overeenkomst bouw
functie lichaam arm mens
voorpoot mol
vleugel arend
voorvin walvis
Slide 12 - Tekstslide
Rudimentaire organen
Organen die niet meer volledig tot ontwikkeling komen en geen functie meer hebben.
Slide 13 - Tekstslide
Rudimentaire organen
Blinde darm
Staartwervels
Slide 14 - Tekstslide
Overeenkomst in cellen en stoffen
Celdeling
Verbranding
DNA
Eiwitten
Slide 15 - Tekstslide
Wat betekent 'Survival of the fittest'?
Slide 16 - Woordweb
Antwoord
Survival of the fittest betekent dat er individuen zijn die gunstige eigenschappen hebben, waardoor ze een grotere overlevingskans hebben en meer nakomelingen kunnen krijgen.
Best aangepast en dus nakomelingen!
Slide 17 - Tekstslide
100 jaar geleden kwam een groep muggen in de metrotunnels in Londen terecht. Ze kwamen niet meer in contact met muggen buiten de tunnels. Ook veranderde hun voedsel. Daardoor vormden de muggen in de tunnels een nieuwe soort. Hoe noem je de gebeurtenis dat de twee groepen niet meer met elkaar in contact kwamen?
A
evolutietheorie
B
isolatie
C
natuurlijke selectie
D
soortvorming
Slide 18 - Quizvraag
Antwoord
B- De muggen raken geïsoleerd van andere muggen door een barrière. Elkaar niet kunnen bereiken heet isolatie