Minimum en Maximumprijzen
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Als de vraag naar een product stijgt...
A
... verschuift de vraaglijn naar rechts/omhoog
B
... verschuift de vraaglijn naar links/omlaag
C
... De vraaglijn verschuift niet
D
...De aanbodlijn gaat naar links/omhoog
Slide 3 - Quizvraag
Een hogere prijs zorgt voor een
A
Verschuiving langs de vraaglijn
B
Verschuiving van de vraaglijn naar links/beneden
C
Verschuiving van de vraaglijn naar rechts/boven
Slide 4 - Quizvraag
Als het inkomen met 10% stijgt en er wordt daarom meer gekocht voor dezelfde prijs dan...
A
schuift de vraaglijn naar boven/rechts
B
schuift de vraaglijn naar beneden/links
C
verandert alleen het punt op de vraaglijn
D
Gebeurd er niets
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Stelling: de overheid moet niet ingrijpen op de huizenmarkt bij koopwoningen..
Eens
Oneens
soms
Slide 10 - Poll
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
WANNEER DE OVERHEID HIER EEN MINIMUMPRIJS INVOERT VAN €10,-
A
Ontstaat er evenwicht tussen vraag en aanbod
B
ontstaat er een aanbodoverschot
C
ontstaat er een vraagoverschot
Slide 13 - Quizvraag
Wanneer de overheid een maximumprijs van €10,- invoert.
A
Ontstaat er evenwicht tussen vraag en aanbod
B
ontstaat er een aanbodoverschot
C
ontstaat er een vraagoverschot
Slide 14 - Quizvraag
Wanneer de overheid een maximumprijs van €6,- invoert.
A
Ontstaat er evenwicht tussen vraag en aanbod
B
ontstaat er een aanbodoverschot
C
ontstaat er een vraagoverschot
Slide 15 - Quizvraag
Wanneer de overheid een minimumprijs van €6,- invoert.
A
Ontstaat er evenwicht tussen vraag en aanbod
B
ontstaat er een aanbodoverschot
C
ontstaat er een vraagoverschot
