IMO M12.1/12.2



IMO 12
M12.1/12.2 + V12.4S/12.5S


1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les



IMO 12
M12.1/12.2 + V12.4S/12.5S


Slide 1 - Tekstslide

Herinnering
  • Inleveren IMO 8 + 9 + 10 volgende week maandag!
  • KWT is verplicht voor iedereen. Je gaat naar de les en de docent kijkt samen met jou of je écht niks meer hoeft te maken. Ga je niet? Ben je ongeoorloofd afwezig.

Slide 2 - Tekstslide

Mensenrechten
Ieder mens heeft rechten. Mensenrechten zijn voor ieder persoon in de wereld hetzelfde. Maar wat zijn nu eigenlijk mensenrechten? Waar denk jij aan, als je denkt aan mensenrechten? 

Slide 3 - Tekstslide

Mensenrechten

Slide 4 - Woordweb

Opdracht M- leskaart
Na de tweede wereldoorlog zijn er universele afspraken gemaakt door alle leden van de Verenigde Naties. Deze afspraken zijn opgenomen in de Universele verklaring van de Rechten van de Mens. Op internet is heel veel informatie hierover te vinden. Daarom ga je nu onderzoek doen. 

Maak een groepje. Kies één van de twee onderwerpen. Verenigde Naties OF Universele verklaring van de Rechten van de Mens. Zoek de informatie op en vul in op blz. 6. Als beide groepjes klaar zijn dan vertel je de informatie aan het andere groepje.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht V- leskaart
We hebben het gehad over mensenrechten die voor iedereen gelden in de wereld (universeel). Als je gaat werken heb je ook rechten. Rechten die gelden voor jou als werknemer binnen deze sector (bijv. in de zorg). Maar als je in een andere sector werkt kunnen deze rechten anders zijn. Er worden namelijk afspraken gemaakt over werk en inkomen per sector. Deze afspraken staan in een CAO (collectieve arbeidsovereenkomst). Bijv. hoeveel vakantiedagen, salaris etc.

Een vakbond maakt afspraken en onderhandelt over deze afspraken. Een vakbond is dus een belangrijke organisatie. De vakbonden hebben ervoor gezorgd dat zaken beter geregeld zijn als je gaat werken.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht V- leskaart
Er bestaan meerdere vakbonden. Noem er 3 en vul in op bladzijde 38.
Kijk ook naar de filmpjes waarin uitgelegd wordt wat een vakbond is en wat een vakbond doet.
Daarna bekijk je het filmpje op bladzijde 40 en maak je de opdracht.

Bladzijde 41 t/m 43 slaan we over!
Wél de woordenlijst maken.

Klaar? Dan bespreken we samen de antwoorden.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht M- leskaart (blz. 7)
Er zijn veel organisaties die zich bezighouden met mensenrechten. Amnesty International is hier een voorbeeld van --> filmpje.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Opdracht M- leskaart (blz. 7)
In het filmpje zag je dat de mensen van Amnesty International zich inzetten voor mensenrechten in de hele wereld. Dit doen zij op verschillende manieren. 


(opdracht blz. 7 slaan we over)

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht M- leskaart (blz. 8)
Je weet nu meer over de rechten van de mens in de wereld. Daarnaast zijn er ook rechten voor mensen in Nederland. De belangrijkste rechten die voor iedere Nederlander geldt staat in de grondwet. De grondwet is de basis voor alle wetten in Nederland. De grondwet is er sinds 1814. Dit betekent niet dat er al die tijd niks is veranderd. Een grote verandering vond bijvoorbeeld plaats in 1848. Er zijn toen meerdere dingen veranderd. Mensen kregen meer rechten. Voortaan had iedereen bijvoorbeeld vrijheid  van onderwijs en van meningsuiting.

Hierdoor mogen wij nu zeggen wat we vinden en naar de school gaan die wij willen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Opdracht M- leskaart (blz. 9)
Het is belangrijk dat iedereen zich aan de mensenrechten houdt. Je moet daarvoor natuurlijk wel weten welke mensenrechten er in de grondwet staan. Je gaat samenwerken.

- Haal bij de docent een lijst met grondwetsartikelen.
- Lees de grondwetsartikelen.
- Kies de artikelen waarvan jij denkt dat ze in de Nederlandse grondwet horen. Niet alle artikelen staan in de grondwet. Sommige artikelen zijn verzonnen of uit andere landen. 
- Kies 10 artikelen die jij vindt passen. De gekozen artikelen schrijf je op het grote blad papier.
- Daarna aan elkaar vertellen welke artikelen jullie hebben gekozen.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht M- leskaart (blz. 8)
  • Zijn er grote verschillen tussen de grondwetten?
  • Welk artikel hebben alle groepjes gekozen?
  • Welke artikele staan er ook echt in de Nederlandse grondwet?
  • Welke artikelen kunnen met elkaar botsen?
 
(Opdracht blz. 9 slaan we over)

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht M- leskaart (blz. 9)

Slide 16 - Tekstslide

Respect
Als je aan mensen vraagt hoe zij willen dat anderen met hen omgaan zeggen zij vaak: 'Ik wil met respect worden behandeld'. Wat betekent respect voor jou?

Slide 17 - Tekstslide

Respect

Slide 18 - Woordweb

Opdracht M- leskaart
Lees blz. 12 t/m 15.
Maak ook de opdrachten.

Slide 19 - Tekstslide

V 12. 5 S (blz. 52)
We hebben het net gehad over respect, dan vooral het respect hebben voor anderen. Maar wat we zeker niet moeten vergeten is dat je zeker ook respect moet hebben voor jezelf. Dat noemen we zelfrespect. Iedereen heeft een beeld van zichzelf, een zelfbeeld. Je kunt een positief zelfbeeld of een negatief zelfbeeld hebben. 

Samen maken: 2 voorbeelden, voorlezen.

Slide 20 - Tekstslide

V 12. 5 S (blz. 52)

Slide 21 - Tekstslide

V 12. 5 S (blz. 54/55/66)
Maak de opdracht.
Je gaat ook iemand anders vragen, dat kun je bij je klasgenoten doen of een van je vrienden of familie. Dan sla je alleen dat stuk even over en maak je dat thuis.

Afmaken t/m blz 57

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht M- leskaart
Je hebt veel geleerd over respect. Je hebt gezien dat het vooral belangrijk is om respect te hebben voor jezelf en voor anderen. Dat is niet altijd gemakkelijk. Want het betekent dat je grenzen moet kunnen stellen. Vul op blz. 16 in wat jij vindt horen bij grenzen stellen.

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht M- leskaart
Als je over iemands grens gaat noemen we dit grensoverschrijdend gedrag. Dit kan in meerdere situaties voorkomen. Denk maar aan The Voice of Holland. Jongeren vinden het vaak moeilijk om grenzen aan te geven op seksueel gebied. Maar het is juist héél belangrijk om elkaar hierin te respecteren. 

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht M- leskaart
Veel mensen willen respect krijgen. Maar het is belangrijk om dan ook zelf respect te geven. Bijv. aan andere mensen, de natuur of aan dieren. Als jij je respectvol gedraagt zullen andere mensen ook respect aan jou willen teruggeven. 

Jullie gaan nadenken over de manier waarop jij respectvol kunt zijn. Daarom maken we met de hele groep een respectmuur.

Slide 25 - Tekstslide

Respectmuur
- Haal twee bouwstenen bij de docent.

- Schrijf of teken op 1 van de kaarten wat jij respectvol gedrag vindt.
Schrijf daarbij je mening in de vorm van een boodschap of uitspraak.

- Schrijf of teken op 1 van de kaarten wat jij respectloos vindt.
Schrijf daarbij je mening in de vorm van een boodschap of uitspraak.

Slide 26 - Tekstslide

Leskaart V12.6 S pagina 68

We hebben het al even kort gehad over vooroordelen en stereotypen.
Wat waren ook al weer vooroordelen, weet jij het nog?

Maak de opdrachten op pagina 68

Slide 27 - Tekstslide

Leskaart M12.3: Discriminatie
Veel mensen gebruiken de woorden discriminatie en racisme alsof het hetzelfde betekend. Dit is niet het geval. Maar de woorden hebben wel met elkaar te maken. Je gaat daarom nu samen met klasgenoten onderzoeken wat jullie al weten over discriminatie en racisme. Doe dat op de volgende manier:




Slide 28 - Tekstslide

Opdracht pagina 20
• Je schrijft het woord discriminatie in de gele binnencirkel
• Schrijft in de groene buitencirkel op wat jullie weten over discriminatie.
Hier heb je 10 minuten voor.
• Bespreek met een van de andere drietallen wat in de buitencirkel geschreven staat.
Hier heb je 10 minuten de tijd voor.
• Schrijf daarna samen een zin op wat discriminatie is. Gebruik daarvoor het blauwe vierkant. Hier krijgen jullie 5 minuten de tijd voor.




Slide 29 - Tekstslide

Leskaart V12.6 S pagina 69
Veel mensen hebben (on)bewust vooroordelen. Je oordeelt over iemand zonder dat je hem of haar kent. 
Door vooroordelen ontstaan ook stereotypen. Groepen waar vooroordelen over zijn. 
Vooroordelen en stereotypen kunnen leiden tot discriminatie, helaas gebeurt dit nog dagelijks.

Maak de opdrachten op pagina 69 en 70


Slide 30 - Tekstslide

Opdracht pagina 21
• Je schrijft het woord racisme in de gele binnencirkel
• Schrijft in de groene buitencirkel op wat jullie weten over racisme.
Hier heb je 10 minuten voor.
• Bespreek met een van de andere drietallen wat in de buitencirkel geschreven staat.
Hier heb je 10 minuten de tijd voor.
• Schrijf daarna samen een zin op wat racisme is. Gebruik daarvoor het blauwe vierkant.
Hier krijgen jullie 5 minuten de tijd voor.





Slide 31 - Tekstslide

Opdracht pagina 21
Wat is volgens jullie discriminatie en racisme? 
 Waren jullie het met elkaar eens?


Waarom waren jullie het wel of niet met elkaar eens?










Slide 32 - Tekstslide

Leskaart V12.6 S pagina 71
Je gaat in een tweetal of in een klein groepje samenwerken.
1. Je kiest van de filmpjes op pagina 71, 3 filmpjes uit die jullie gaan bekijken.
2. jullie bespreken deze filmpjes.
3. per filmpje geef je aan of hier sprake is van vooroordelen, stereotype, discriminatie of racisme.
4. jullie geven je eigen mening of de filmpjes. Wat vinden jullie hiervan? 
Werk de bovenstaande punten op de pagina hierna uit. Jullie mogen zelf verder weten hoe je dit aanpakt.




Slide 33 - Tekstslide

Opdracht pagina 22


Maak nu de opdrachten op pagina 22








Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

Leskaart V12.6 S pagina 73
Je hebt in leskaart M12.3 een product gemaakt over hoe jij ervoor zorgt dat op een respectvolle manier omgaat met je medestduenten, je collega’s en anderen in je omgeving.

Geef andere tips hoe zij dit ook kunnen doen. Beschrijf een aantal tips die je mensen kunt geven om te voorkomen dat zij vooroordelen, stereotypen, dicriminatie of rasicme toepassen.
Je mag deze tips zelf verzinnen, maar er is ook genoeg te vinden op internet.





Slide 36 - Tekstslide

Lees de artikelen op pagina 23
Hoe zit het met jouw ervaringen en die van je klasgenoten? Om hier achter te komen ga je elkaar interviewen.
• Maak een tweetal.
• Stel de 4 standaard vragen zoals iop pagina 24 staan.
• Verzin nog minimaal 3 eigen vragen.
• Schrijf de antwoorden op.
• Draai de rollen hierna om.









Slide 37 - Tekstslide

Opdracht pagina 24
Een belangrijke werknemersvaardigheid is om op een respectvolle manier omgaan met je collega’s. Maar hoe laat jij dit zien en wanneer? Je gaat aan een ander duidelijk maken hoe jij ervoor zorgt dat je niet discrimineert op school, je stage, je BPV en in je privésituatie. Je mag zelf bepalen hoe je dit aan een ander duidelijk wilt maken. Je kunt bijvoorbeeld een situatie beschrijven, een poster of strip maken. Of je plakt uitspraken of foto’s op. Wees creatief! 








Slide 38 - Tekstslide

Verdiepende maatschappijopdracht V.12S pagina 75 
In de maatschappijopdracht 12 heb je de gedragsregels van jouw BPV-plek onderzocht. De antwoorden op de vragen heb je uitgewerkt.

Je gaat de gedragsregels vergelijken met de gedragsregels van de BPV van een klasgenoot. Jullie gaan van elkaar de verschillen en de overeenkomsten bespreken en noteren.

Bespreek ook de feedback die de BPV-begeleider heeft genoteerd. Ben je het er bijvoorbeeld mee eens?






Slide 39 - Tekstslide

Maatschappijopdracht 12 Iedereen is anders! 


Pagina 27
In de leskaarten die bij deze maatschappijopdracht horen hebben we gekeken naar de rechten van de mensen wereldwijd en in Nederland. Daarnaast hebben we gekeken naar onderlinge verschillen en het respecteren van elkaar. De meeste bedrijven hebben gedragsregels waar ook deze thema’s in terug komen. Je gaat daarom op onderzoek uit binnen 





Slide 40 - Tekstslide

Maatschappijopdracht 12 Iedereen is anders! 


Je gaat onderzoeken:
1. wat zijn de gedragsregels?
2. Wat gebeurd er als collega’s zich niet aan deze regels houden?
3. Waar kan ik me melden als mensen zich niet aan deze gedragsregels houden?
4. Wat doet de BPV-plek om discriminatie te voorkomen en respect onder de aandacht te brengen?





Slide 41 - Tekstslide

Maatschappijopdracht 12 Iedereen is anders! 


Werk de vragen uit. 
Laat je uitwerking zien aan je BPV-begeleider. Zo kan je BPV-begeleider checken of je uitwerking klopt. 
Voeg je uitwerking toe en laat je BPV-begeleider op pagina 27 de feedback opschrijven.





Slide 42 - Tekstslide

Dit was de laatste IMO

Slide 43 - Tekstslide