De impulsen naar de hersenen worden gedempt.
Grote hersenen gaan minder goed werken: Je ziet minder goed, je praat lallend, je beweegt je slecht maar denkt dat je niets mankeert.
De kleine hersenen gaan minder goed werken: Coördinatie van de bewegingen en je evenwicht is verstoord. Je valt snel om.