,

13-05-2024

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Lezen Katvis
Boekpromotie
Informatieve brief afmaken
Instructie
Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide


Eerst... 
lekker 10 minuten lezen! 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Katvis lezen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Einde van deze les!
* Heb je gewerkt aan het afronden van de informatieve tekst
* Ben je gestart aan Cursus 7 Spelling § 7

Slide 6 - Tekstslide

Schrijven: informerende tekst

Slide 7 - Tekstslide

Informerende tekst
  • Wie gebruikt het?
  • Wat stop je erin?
  • Wanneer wordt het gebruikt/gedaan?
  • Waarom is het belangrijk voor je?
  • Hoe gebruiken mensen het?
  • Waar ga je het verstoppen?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Inleiding
Waarom is het belangrijk?
Wat maakt dit zo bijzonder?
Middenstuk
Waarvoor gebruik je het?
Wanneer wordt het gebruikt/gedaan?
Hoe gebruiken mensen het?
Slot
Wat maakt dit onderwerp typisch voor deze tijd of voor jou?
Denk je dat mensen het in de toekomt nog gebruiken?
Zo ja. Hoe?

Slide 10 - Tekstslide

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Afmaken informatieve brief
Hoe:
Digitaal
Hulp:
Vinger in de lucht of schoudermaatje
Tijd:
15 minuten
Klaar:
Verder met Cursus 7 § 8

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij zwaait
B
hij zwaaid

Slide 14 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij onthoud
B
hij onthoudt
C
hij onthout

Slide 15 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij bediend
B
hij bedient
C
hij bediende
D
hij bediente

Slide 16 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(Worden) ... toch eens volwassen!
A
Word
B
Wordt
C
Werd
D
Worden

Slide 17 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
het brand
B
het brandt
C
het brande
D
het brandde

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de persoonsvormen (tegenwoordige tijd) van beleven ?

Ik . . .
A
beleeft
B
beleev
C
beleef
D
beleefd

Slide 19 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd snap ik?
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 20 - Quizvraag

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Cursus 7 Spelling § 8
Hoe:
Online route B
Daarna route A of C
Hulp:
Vinger in de lucht of schoudermaatje
Tijd:
Tot het einde van deze les.
Klaar:
Oefen in de online methode met de trainer. Cursus Grammatica 

Slide 21 - Tekstslide

Fijne dag en tot woensdag!
Pak je tas weer in 
&
blijf zitten tot je te horen krijgt dat je mag gaan.

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
* Informatieve brief afmaken en inleveren via magister.
* Informatieve brief in je portfolio stoppen.
* Cursus 7 Spelling maken § 8.

Huiswerk

Slide 23 - Tekstslide