04 hindoeïsme les 4

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
- lezen pagina's 15 t/m 2

- maken de opdrachten 6 (hoofdstuk 1 ) en 1 t/m 5 Hoofdstuk 2

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen in deze les

  • dharma
  • pandit
  • aum
  • ramajana & mahabharata
  • bhagavadgita
  • linga

Slide 3 - Tekstslide

Een paar klassikale vragen (herhaling)

Slide 4 - Tekstslide

atman
het zelf...

Onderdeel van het 'alles' (brahman)


Slide 5 - Tekstslide

Moksha
Atman
Brahman
samsara
Karma

Slide 6 - Sleepvraag

Toetsvragen
Waar is het hindoeisme ontstaan?
In welke land is hindoeisme de belangrijkste godsdienst?
Wat zijn de belangrijkste boeken?
Wat zijn de belangrijkste profeten?
Beschrijf de kern van het geloof. Gebruik de termen: karma,
 reïncarnatie en moksha.

Slide 7 - Tekstslide

Het levensdoel van een Hindoe is uiteindelijk:
A
karma
B
reïncarnatie
C
meditatie
D
moksha

Slide 8 - Quizvraag

Nieuwe lesstof

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je begrijpt wat een kaste is.
  •  Je kent de verschillende kasten.
  • Je begrijpt de problemen die het kastenstelsel met zich mee brengt. 
  • Je kunt verwoorden wie Ghandi was en wat hij gedaan heeft voor de dalits.

Slide 10 - Tekstslide

kasten

Slide 11 - Tekstslide

kastenstelsel 

Slide 12 - Tekstslide

Het kastenstelsel
  • De Indiase maatschappij is ingedeeld volgens kasten en standen. 

  • Tot welke kaste (of stand) je behoort, hangt af hoe je bent gereïncarneerd

  • Je vorige leven bepaalt je huidige leven. 

  • Je kunt tijdens dit leven niet overgaan naar een andere kaste, tenzij je goede karma opbouwt. 

  • Geen onderling contact tussen de kasten. 

  • Veel sociale ongelijkheid, geen zorg voor de sociaal zwakken. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn kasten in het Hindoeïsme?
A
Opberg plekken voor rituele kleren.
B
Sociale groepen in een samenleving.
C
Dat zijn houten meubels
D
Dat zijn gelovige hindoes.

Slide 14 - Quizvraag

Ghandi
  • In die tijd had hij een briefwisseling met Ghandi.
  • Bonhoeffer had al een afspraak met hem om hem in India te bezoeken, maar daar is het niet meer van gekomen.
  • Pacifist.

Slide 15 - Tekstslide

Ghandi
Hindoeisme
Satyagraha
Vrijheidsstrijder, tegen discriminatie, geweldloos
Godsdienst
Filosofie van Ghandi: Het vasthouden van de waarheid door geweldloos protest.

Slide 16 - Sleepvraag

➤Zet de items in juiste volgorde
Ghandi start de Verlaat-India acties
Ghandi volgt rechtenstudie in Engeland
Ghandi leidt zoutmars
Tweede Wereldoorlog breekt uit
Onderhandelingen met Britten leiden tot meer zelfbestuur voor provincies
India wordt onafhankelijk net als Pakistan
Ghandi wordt vermoord door Hindoe

Slide 17 - Sleepvraag

dharma is
A
de leer, de goddelijke wet
B
een belangrijk feest dat alle hindoes vieren.
C
het eindsaldo van je daden.
D
een hindoe tempel.

Slide 18 - Quizvraag

symbolen

Slide 19 - Tekstslide

Soorten symbolen: aantekening
  • Verschillende dingen kunnen symbolen zijn.
  • Met je lichaam kun je symbolen vormen.
  • Dieren kunnen symbolen zijn.
  • Gebaren, gebruiken en rituelen kunnen ook iets duidelijk maken zonder woorden te gebruiken.
  • Voorwerpen kunnen symbolen zijn, bijvoorbeeld een vlag.

Slide 20 - Tekstslide

Beroemde symbolen
Welke symbolen herken je? Schrijf ze op.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Om voor elkaar (maar niet voor de Romeinen!) herkenbaar te zijn, gebruikten christenen symbolen. Zo tekenden ze bijvoorbeeld een ichthus (vis) in het zand om hun geloof aan andere christenen kenbaar te maken. Als er dan een Romein in de buurt was, konden ze het symbool weer eenvoudig wissen.
Hoewel de naam ichthus, vis betekent, is het ook een afkorting van de eerste letters van: Jezus Christus, Gods zoon, (en / de) Redder, in het Grieks.

Slide 23 - Tekstslide

Godsdienstige symbolen: sleep het symbool naar de juiste tekst.
Het beroemdste christelijke symbool  verwijst naar Jezus zijn dood aan het kruis.
Jesus als de zondebok die pijn moet lijden voor anderen.
God die alles ziet in de wereld.
Het oudste christelijke symbool voor het Griekse woord 'vis' (ichthus), verwijst naar de zoon van God.
Paulus schreef brieven over het christelijke leven vol geloof, hoop en liefde.
De Griekse letters X (chi) en P (rho) als de eerste letters van het woord Christus.

Slide 24 - Sleepvraag

de tempel

Slide 25 - Tekstslide

De tempel

- heet een 'mandir'

- de priester een 'pandit'

- Je luidt de bel om te laten weten dat je er bent

- Je doet je schoenen uit om respect te tonen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Hoe heet een geestelijk leider in het Boeddhisme?
A
pandit
B
pastoor
C
monnik
D
imam

Slide 28 - Quizvraag

Hoe heet de voorganger van de synagoge?
A
Pandit
B
Rabbijn
C
Dominee
D
Imam

Slide 29 - Quizvraag

huwelijk

Slide 30 - Tekstslide

Huwelijk
  • Zegen wordt gegeven door de monnik.
  • Kaarsen en wierook worden gebrand.
  • Bloemen worden neergelegd.
  • Men geeft elkaar een witte sjaal als teken van verbondenheid en vrede.

Slide 31 - Tekstslide

Divali
Mawlid

Chanoeka
Kerst
Dit feest wordt gevierd in oktober of november en duurt 5 dagen. Overal worden lampjes neergezet.
Dit feest duurt 8 dagen en wordt gevierd in december en staat bekend als het lichtjesfeest.  Men herdenkt de inwijding van de tempel.
Dit feest wordt gevierd op 25 december. De geboorte van een heel belangrijk persoon wordt gevierd met veel kaarsjes en lichtjes.
Op de 12e nacht van de 3e maand valt de Nacht van de geboorte. De geboorte van de profeet wordt gevierd.

Slide 32 - Sleepvraag

Herhaling begrippen

Slide 33 - Tekstslide

Boeddhisme 
Hindoeïsme 
Jodendom 
Islam
Koran 
Tenach 
Tripitaka
Veda's 
mandir 
moskee
synagoge
Tempel 
imam
monnik
pandit
rabbijn

Slide 34 - Sleepvraag

Slide 35 - Tekstslide

feesten

Slide 36 - Tekstslide



Belangrijke feesten zijn Holi en Divali!

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Wat hoort niet bij Holi?
A
Vishnu
B
gekleurd poeder
C
Holika
D
cadeautjes

Slide 39 - Quizvraag

Wat is een belangrijk onderdeel van de Holi feesten?
A
kleur
B
kleren
C
vrienden
D
eten en drinken

Slide 40 - Quizvraag

Wat zeggen Hindoes tijdens het Holi feest tegen elkaar?
A
Sab holi
B
Happy new year
C
Olé
D
Sub holi

Slide 41 - Quizvraag

Divali
lichtfeest
nieuwe maan  
Verering van Lakshmi
cadeautjes 
dia's zijn lichtjes 
Betekenis: Het goede overwint het kwade

Slide 42 - Tekstslide

Iedere wereldreligie heeft feestdagen
Natuurgodsdienst: (Kelten) Halloween
Christendom: Pasen, Kerstmis, Pinksteren
Jodendom: Chanoeka (lichtfeest), Pesach (Pasen)
Islam: Suikerfeest, Offerfeest
Hindoeisme: Holi (nieuwjaar), Divali (lichtjesfeest)
Boeddisme: Loi Kratong (Lichtjesfeest)

Slide 43 - Tekstslide

Wat hoort niet bij Divali?
A
Lakshmi
B
dia's
C
schoonmaken
D
holika

Slide 44 - Quizvraag

Divali wordt gevierd in
A
de zomer
B
de herfst
C
de winter
D
de lente

Slide 45 - Quizvraag

Rosj Hasjana
(Rosh)hoofd van het  (Hasjana)jaar
Rosj Hasjana valt in de herfst, gewoonlijk in september of oktober. Het opent een gloednieuw kalenderjaar voor Joodse mensen. Maar Rosj Hasjana is niet alleen het Joodse Nieuwjaar, het is ook wat Joodse mensen de Oordeelsdag noemen.
Er wordt appel met honing gegeten. De ramshoorn wordt geblazen. Op de 10e dag is het Yom Kippoer

Slide 46 - Tekstslide

Raksha
Holi-Phagwa
Divali

Slide 47 - Sleepvraag