1. Je weet en kunt uitleggen wat een ribademhalin en een middenrifademhaling is.
2. Je weet en kunt uitleggen wat de verschillen zijn tussen de twee ademhalingen.
3. Je weet en kunt uitleggen welke ademhaling jij hebt.
4. Je weet hoevaak jij in een ontspannen situatie in 1 minuut ademhaalt.
5. Je weet en kunt uitleggen of je altijd dezelfde ademhaling hebt en wanneer je
evt. wisselt.