H6 - §6.4 Elektriciteit in huis

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §6.4
  • instructie §6.4
  • maken opgave uit het boek 
  • afsluiting les

 


§6.4 Elektriciteit in huis
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §6.4
  • instructie §6.4
  • maken opgave uit het boek 
  • afsluiting les

 


§6.4 Elektriciteit in huis

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk gemaakt?
Als je niet bent ingelogd wil ik nu je huiswerk zien!

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken §6.3
timer
7:00

Slide 3 - Tekstslide

Vragen §6.3

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 30

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 30

Slide 7 - Tekstslide

Opgave 33

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 36

Slide 9 - Tekstslide

Opgave 36

Slide 10 - Tekstslide

§6.4 - Je leert
  • onderdelen van de meterkast noemen en uitleggen waar ze voor dienen;
  • uitleggen hoe kortsluiting en overbelasting ontstaat;
  • uitleggen wat een lekstroom is;
  • uitleggen waar de aardleiding toe dient.

Slide 11 - Tekstslide

Veiligheid
Waarom zijn er zoveel 
verschillende schakelaars?

Slide 12 - Tekstslide

Huisinstallatie
Via de hoofdkabel komt de elektrische energie van een energiebedrijf in het huis.

De Energiemeter of kWH-meter meet de hoeveelheid energie in huis 

Huisinstallatie is opgedeeld in groepen. 
Groep = stroomdraden,  stopcontacten, schakelaars.  De ruimtes in huis zijn onderverdeeld in verschillende groepen badkamer, slaapkamer, keuken, enz. 

Slide 13 - Tekstslide

Via de hoofdkabel komt de stroom het huis binnen.
1
De energiemeter of kWh-meter meet het energiegebruik.
2
Een groep bestaat uit stroomdraden, stopcontacten en schakelaars.
3
Schakelt de stroom uit bij een lekstroom.
4
Schakelt de stroom uit in een groep bij overbelasting of kortsluiting.
5

Slide 14 - Tekstslide

Brandgevaar
2 mogelijke oorzaken van brandgevaar

Slide 15 - Tekstslide

Overbelasting
Stroom per groep mag niet meer dan 16A zijn. 

Teveel apparaten -> te veel stroom
door kabel -> overbelasting -> 
kabel wordt warm -> brandgevaar

Slide 16 - Tekstslide

Kortsluiting
Bij kortsluiting loopt de stroom direct terug naar de spanningsbron. Dus niet via een apparaat. 
Plus en mindraad maken direct contact met elkaar. Stroom > 16A ---> brand

Slide 17 - Tekstslide

4

Slide 18 - Video

00:15
Hoe noem je die twee polen ?

Slide 19 - Open vraag

00:53
Waarom mag je de draad niet aanraken?

Slide 20 - Open vraag

00:57
Als de stroom via jou weggaat naar de grond. Hoe noem je deze stroom dan ?

Slide 21 - Open vraag

01:05
Wat zou er naast de stop/zekering voor kunnen zorgen dat de stroom wordt uitgeschakeld?

Slide 22 - Open vraag

Kortsluiting of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 23 - Quizvraag

Kortsluiting of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 24 - Quizvraag

Wat zorgt ervoor dat er 
geenbrand ontstaat bij 
overbelasting of kortsluiting?

Slide 25 - Tekstslide

Zekering
  • Iedere groep is beveiligd met een zekering.
  • Zekering = een beveiliging die bij een stroomsterkte groter dan 16A de stroomkring onderbreekt.
  • De zekering verbreekt de stroomkring bij kortsluiting of overbelasting.
  • Je moet de stroomsterkte van elk apparaat bij elkaar optellen en ervoor zorgen dat dit onder de 16A blijft.

Slide 26 - Tekstslide

Een zekering beveiligt tegen ...
A
overbelasting
B
kortsluiting
C
Brand
D
overbelasting en kortsluiting

Slide 27 - Quizvraag

In een groep staat een lamp van 3 A aan. Een wasmachine van 12A. Bas wilt zijn mobiel opladen, die heeft 1,2A nodig. Kan dit?
A
Nee, de zekering zal aanslaan.
B
Ja, de apparaten worden wel alleen heel warm.
C
Ja, er is niks aan de hand.
D
Geen idee

Slide 28 - Quizvraag

Aardlekschakelaar
Op een snoer of apparaat kan spanning staan waardoor je een schok kan krijgen. 

Lekstroom = stroom die via jou naar de grond gaat en op deze manier de stroomkring verlaat.

De aardlekschakelaar onderbreekt direct de stroomkring
bij een lekstroom.
De aardlekschakelaar is een apparaat dat de ingaande stroom vergelijkt met de uitgaande stroom. Als deze niet gelijk zijn aan elkaar ‘lekt’ er ergens stroom naar de aarde. Wanneer dit gebeurt, schakelt de aardlekschakelaar de groepen in huis uit.

Slide 29 - Tekstslide

Aardlekschakelaar 

Slide 30 - Tekstslide

Wat schakelt de stroomtoevoer af als er teveel stroom verloren gaat?
A
Zekering
B
Aardlekschakelaar
C
Groep
D
Overbelasting

Slide 31 - Quizvraag

Randaarde
Op een snoer of apparaat kan spanning staan waardoor je een schok kan krijgen.


Aardleiding of randaarde: extra draad die de metalen buitenkant verbindt met de aarde.
De randaarde zorgt dat de lekstroom via de aardleiding 
de aarde in loopt. 

Slide 32 - Tekstslide

Randaarde

Slide 33 - Tekstslide

Practicum 5
Zekering maken blz. 119

Slide 34 - Tekstslide

Practicum 5
?
Jazeker
x

Slide 35 - Tekstslide

Pak je agenda!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les

  • Lezen §6.4 uit je boek
  • Maak alle opgaven behalve route ✱

Slide 36 - Tekstslide

Aan de slag!


  • Lezen §6.4 uit je boek
  • Maak alle opgaven behalve route ✱
Zs

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag!


  • Lezen §6.4 uit je boek
  • Maak alle opgaven behalve route ✱
Zf

Slide 38 - Tekstslide

Wat weet je al???

Slide 39 - Tekstslide

Sleep de onderdelen naar de juiste plaats in de meterkast.
Zekering
Aardlekschakelaar
kWh-meter
groepenkast

Slide 40 - Sleepvraag

Wat doet een aardlekschakelaar
A
Schakelaar die iets uit of aan zet.
B
Schakelt de stroom uit van een groep zodra er ergens stoom lekt.
C
Daarmee kan je meten hoeveel stroom er in de aarde zit.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 41 - Quizvraag

Er is een zekering doorgeslagen, wat is een mogelijke oorzaak?
A
overbelasting
B
Piet zit aan de aardleiding
C
kapotte lamp
D
de nul draad is kapot

Slide 42 - Quizvraag

Bij kortsluiting wordt de stroom afgesloten door
A
niemand
B
zekering
C
aardlekschakelaar
D
aarderail

Slide 43 - Quizvraag

Je kunt nu ...
  • vijf onderdelen van de meterkast noemen en uitleggen waar ze voor dienen;
  • uitleggen hoe kortsluiting en overbelasting ontstaat;
  • uitleggen wat een lekstroom is.




Slide 44 - Tekstslide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll