H3 3.2 Temperatuur

Hoofdstuk 3: Water
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Water

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
  1. Je kunt de drie fasen benoemen.
  2. Je kunt de drie fasen van water herkennen in de praktijk.
  3. Je kunt beschrijven dat ijs en veel andere vaste stoffen een kenmerkende kristalstructuur hebben.
  4. Je kunt verschillende soorten neerslag beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Dus de verschillende fasen van water zijn

Slide 3 - Tekstslide

Hoe heet de fasenovergangen van gas naar vast?
A
condenseren
B
verdampen
C
rijpen
D
sublimeren

Slide 4 - Quizvraag

vast 
vloeibaar 
hagel
sneeuw
regen
rijp
dauw
ijzel

Slide 5 - Sleepvraag

sublimeren

rijpen
smelten
stollen
verdampen
condenseren

Slide 6 - Sleepvraag

Leerdoelen 3.2 Temperatuur meten
  1. Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen.
  2. Je kunt uitleggen hoe een vloeistofthermometer werkt.
  3. Je kunt een schaalverdeling in graden Celsius maken met behulp van het smeltpunt van ijs en het kookpunt van water.
  4. Je kunt verschillende soorten thermometers benoemen.

Slide 7 - Tekstslide

3.2 Temperatuur meten
Als je een cake bakt, is het belangrijk dat je de juiste hoeveelheid meel, eieren, suiker en melk bij elkaar doet. 
Maar de juiste baktemperatuur is misschien nog wel belangrijker. 
Om hier zeker van te zijn, heeft iedere oven een ingebouwde thermometer.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

De vloeistofthermometer

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

De Celsiusschaal

De vloeistofthermometer ijken

Slide 12 - Tekstslide

Andere soorten thermometers

De digitale koortsthermometer


De analoge oventhermometer

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting: we weten....
  1. Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen.
  2. Je kunt uitleggen hoe een vloeistofthermometer werkt.
  3. Je kunt een schaalverdeling in graden Celsius maken met behulp van het smeltpunt van ijs en het kookpunt van water.
  4. Je kunt verschillende soorten thermometers benoemen.

Slide 14 - Tekstslide