Klas 3 3.1 t/m 3.3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Paragraaf 3

Binnenlandse migratie

• Pushfactoren (duwen)
  
• Reden dat je weggaat

• Pullfactoren (Trekken)
  
• Reden die je aan trekt

Vraag 39+40 (5 minuutjes)

1 push factor en 1 pull factor

- Economisch

- Sociaal

- Cultureel

- Ecologisch (invloed mensen)

- Fysisch

Sociale bevolkingsgroei

• Migratiesaldo = vestiging min vertrek in een gebied.                               vestigingsoverschot = positief migratiesaldo

         

               vertrekoverschot = negatief migratiesaldo

Vestigingsoverschot: als er meer mensen bijkomen dan er vertrekken

Vertrekoverschot: als er meer mensen vertrekken dat er bijkomen

Bij een vestigingsoverschot...

1. Emigreren er meer mensen dan dat er immigreren
2. Worden er meer mensen geboren dan dat er overlijden
3. Is er een teveel aan mensen in een land
4. Immigreren er meer mensen dan dat er emigreren

Demografisch zwaartepunt

Welke gebieden groeien?

Welke gebieden krimpen?

Demografisch zwaartepunt

Welke gebieden zijn populair?

-  negatief migratiesaldo: N-O
- positief migratiesaldo: Z & W

- Demografisch zwaartepunt:
Verschuift naar het zuidwesten

Pushfactoren Noordoosten

Pullfactoren Zuidwesten:

Pushfactoren Noordoosten

- Koude winters

- Minder werkgelegenheid

Pullfactoren Zuidwesten:

- Zonnig klimaat

- Meer ruimte, goedkoper

- Veel werkgelegenheid

Behalve...

California. 

Daar wegen de pushfactoren zwaarder dan de pullfactoren.

- Bosbranden

- Duur

- Druk, elke dag files

Huiswerk

Paragraaf 3.1 t/m 3.3

Gebruik bij vraag 41  je basisboek