Oefentoets module toets hoofdstuk 6 tm 9

oefentoets hoofdstuk 6 tm 9
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

oefentoets hoofdstuk 6 tm 9

Slide 1 - Tekstslide

Storm is 15 jaar en heeft een leerstraf gekregen
bij Halt. Past dit het beste bij preventie of repressie?
1. Storm is 15 jaar en heeft een leerstraf gekregen bij Halt. Past dit het beste bij preventie of repressie?
preventie: voorkomen van criminaliteit
repressie: Criminaliteit aanpakken door te straffen
maar het doel van een taakstraf is echt preventie. voorkomen, bureau halt is bedoeld als preventie
A
Preventie
B
Repressie

Slide 2 - Quizvraag

2. Wat is repressie?
A
Het voorkomen van winkeldiefstal
B
Het voorkomen van strafblad
C
Het voorkomen van criminaliteit
D
Het hard aanpakken van criminaliteit

Slide 3 - Quizvraag

3. Seponeren betekent dat
A
de rechter iemand vrijspreekt
B
De politie iemand iemand vasthoudt
C
De officier niet verder gaat met een zaak
D
De officier van justitie zelf een boete of taakstraf oplegt

Slide 4 - Quizvraag

4. Wat is een dagvaarding?
A
Hoogste rechtsorgaan in Nederland
B
Openbaar ministerie
C
Oproep om je straf uit te zitten
D
De oproep om voor de rechter te verschijnen

Slide 5 - Quizvraag

5. Wie kunnen er in hoger beroep gaan?
A
alleen de verdachte
B
alleen de verdachte en het slachtoffer
C
alleen de verdachte en het OM
D
de verdachte, het slachtoffer en het OM

Slide 6 - Quizvraag

6. Wat is in Nederland op dit moment het belangrijkste doel van de meeste straffen?
A
wraak
B
afschrikken
C
beveiligen van de samenleving
D
resocialisatie

Slide 7 - Quizvraag

7. Wat wordt er bedoelt met resocialisatie?
A
Dit is iemand die veroordeelden helpt na hun straf
B
Het gedrag van de dader verbeteren
C
Als iemand na zijn veroordeling weer een misdrijf pleegt

Slide 8 - Quizvraag

8. Welke straffen zijn hoofdstraffen? Klik de twee juiste antwoorden aan.
A
TBS
B
geldboete
C
schadevergoeding
D
hechtenis

Slide 9 - Quizvraag

9. Mieke krijgt een taakstraf van 100 uur waarvan 40 voorwaardelijk. Hoeveel uur taakstraf moet ze uitvoeren?
A
60
B
40
C
140

Slide 10 - Quizvraag

10 Jack heeft onder invloed van alcohol een ongeluk veroorzaakt. Hij krijgt een taakstraf en moet zijn rijbewijs inleveren.

Wat voor soort straf is het inleveren van zijn rijbewijs?
A
hoofdstraf
B
maatregel
C
bijkomende straf
D
voorwaardelijke straf

Slide 11 - Quizvraag

11. Wat wordt er bedoelt met recidive?
A
Dit is iemand die veroordeelden helpt na hun straf
B
Het gedrag van de dader verbeteren
C
Als iemand na zijn veroordeling weer een misdrijf pleegt

Slide 12 - Quizvraag

12. Hoe willen sociaaldemocraten criminaliteit vooral oplossen?
A
met preventieve maatregelen
B
met repressieve maatregelen
C
met sterke maatschappelijk organisaties (middenveld)

Slide 13 - Quizvraag

13. Welke politieke stroming vindt dat je criminaliteit vooral moet oplossen met repressieve maatregelen?
A
liberalen
B
sociaal-democraten
C
Christen-democraten

Slide 14 - Quizvraag

14. Het slachtoffer heeft een aantal rechten. Welke hoort hier niet bij?
A
Spreekrecht
B
Recht op slachtofferhulp
C
Recht op informatie
D
Recht om in hoger beroep te gaan

Slide 15 - Quizvraag

15. Als de politie in uniform op vrijdagavond in het uitgaanscentrum staat, is dit een voorbeeld van:
A
Dienstverlening
B
opsporen
C
hulpverlening
D
preventie

Slide 16 - Quizvraag

16. Wat is de taak van de Hoge Raad?
A
Behandelen van moordzaken
B
Behandelen van strafzaken die te ingewikkeld zijn voor de meervoudige kamer
C
Beoordelen of het recht juist is toegepast
D
Kijken of rechters zich houden aan de maximumstraffen

Slide 17 - Quizvraag

17.Een zaak over een terroristische aanslag zal behandeld worden door...
A
meervoudige kamer
B
politierechter
C
kantonrechter

Slide 18 - Quizvraag

18. Deze rechter behandelt overtredingen
A
Politierechter
B
Rechtbank
C
Kantonrechter
D
Gerechtshof

Slide 19 - Quizvraag

19, Kleine misdrijven worden behandeld door
A
Politierechter
B
Kantonrechter
C
Meervoudige kamer

Slide 20 - Quizvraag