W26 EN 1HM Les 1

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Goals
Aan het einde van deze les kan ik de adverbs of frequency op de juiste plek in de zin zetten.
Aan het einde van deze les kan ik correcte zinnen maken door de woorden in de juiste volgorde te zetten.
Aan het einde van deze les kan ik meer Nederlandse zinnen vertalen naar het Engels.

Slide 2 - Tekstslide


Adverbs of frequency
Bijwoorden van frequentie

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn adverbs of frequency?
Woorden die aangeven hoe vaak iets gebeurt.

Je gebruikt meestal de present simple wanneer er adverbs of frequency in de zin staan.

Slide 4 - Tekstslide

Welke ken je al?

Slide 5 - Woordweb

Hoe gebruik je ze? 3 manieren
1. Als de zin één werkwoord heeft: Zet de adverb of frequency vóór het werkwoord.
Tom never flies. He always takes the bus.

2. Als de zin meer dan één werkwoord heeft: Zet de adverb of frequency voor het hoofdwerkwoord:
They have often visited Europe. We didn't ever do our homework.

3. Als er een vorm van 'to be' (am/is/are/was/were) in de zin staat: zet de adverb of frequency achter de vorm van 'to be':
He is always late to class. My friend was never out of bed early.

Slide 6 - Tekstslide

Exercise
Where does the adverb of frequency go?

Slide 7 - Tekstslide

My parents go to Paris. (never)
A
never go
B
go never

Slide 8 - Quizvraag

You are late. (sometimes)
A
sometimes are
B
are sometimes

Slide 9 - Quizvraag

He doesn't do fun things. (often)
A
often doesn't do
B
doesn't do often
C
doesn't often do

Slide 10 - Quizvraag

My sister is lazy. (frequently)
A
frequently is
B
is frequently

Slide 11 - Quizvraag

Woordvolgorde
De normale volgorde van woorden in het Engels is:
wie + doet + wat/wie + waar + wanneer

Sem works at Mc Donald's on Sundays.
My parents are going on holiday to Malta tomorrow.
I gave flowers to my girlfriend last week.

Slide 12 - Tekstslide

Aan het begin of einde?
They go out with friends sometimes.
Often he waits for her at the end of class.
Usually, Peter arrives early for work.

Nadruk leggen

Geef je aan hoe vaak per periode? Dan wel aan het einde!

Slide 13 - Tekstslide

Procenten (ongeveer)

Slide 14 - Tekstslide

Exercise 1
Choose the correct option

Slide 15 - Tekstslide

Choose the correct sentence
A
Never are they on time
B
They never are on time
C
They are never on time
D
They are on time never

Slide 16 - Quizvraag

Choose the correct sentence
A
They sometimes have problems with the law
B
They have sometimes problems with the law
C
They have problems sometimes with the law
D
They have problems with the sometimes law

Slide 17 - Quizvraag

Choose the correct sentence
A
He goes sometimes to the disco
B
He goes to the disco sometimes
C
He sometimes goes to the disco
D
He goes to sometimes the disco

Slide 18 - Quizvraag

Choose the correct sentence
A
Have they ever seen that film?
B
Ever have they seen that film?
C
Have they seen ever that film?
D
Have they ever that film seen?

Slide 19 - Quizvraag

Choose the correct sentence
A
They will be never able to do that correctly
B
They never will be able to do that correctly
C
They will never be able to do that correctly

Slide 20 - Quizvraag

Choose the correct option
A
She always is late
B
She is late always
C
Always is she late
D
She is always alte

Slide 21 - Quizvraag

Choose the correct option
A
He does on Sundays his homework.
B
He on Sundays does his homework.
C
He does his homework on Sundays.

Slide 22 - Quizvraag

Exercise 2
Put the words in the correct order

Slide 23 - Tekstslide

You / walk / alone / never / .

Slide 24 - Open vraag

a / late / he / never / is / for / date .

Slide 25 - Open vraag

go / friends / out / sometimes / with / they / .

Slide 26 - Open vraag

classmate / usually / my / bored / school / with / is / .

Slide 27 - Open vraag

does / brother / his / my / never / homework / .

Slide 28 - Open vraag

Exercise 3
Translate the sentenses into English.

Slide 29 - Tekstslide

Hij gaat vaak naar de disco.

Slide 30 - Open vraag

Jij luistert nooit.

Slide 31 - Open vraag

Hij heeft vaak geprobeerd om met roken te stoppen.

Slide 32 - Open vraag

Hij komt normaal gesproken om 8 uur.

Slide 33 - Open vraag

Hij zal dat nooit meer doen.

Slide 34 - Open vraag

Exercise 4
Do the exercises on the following 2 websites

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Slide 37 - Link

Look back
Today you did the following:
- You practiced with adverbs of frequency.
- You practiced with creating sentences by yourself.
-  You practiced with translating new sentences from Dutch to English

Please email me if you have any questions about the topics we've discussed today.

Slide 38 - Tekstslide

Look forward
Next class:
- Listening

Slide 39 - Tekstslide