LES 6: Alineaverbanden-3m

1 / 27
volgende
Slide 1: Link
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

NEDERLANDS
VOORBEREIDEN OP TP4

Slide 2 - Tekstslide

TP4 - Nederlands
TP4: leesvaardigheid = 4 teksten + 28 vragen → telt 3x mee!
Wanneer: 26 - 30 juni a.s.
Tijd: 75 minuten + ev. tijdsverlenging.
Wat: alle theorie kennen + kunnen toepassen. 
Waar: op CR in map → TP4: LEESVAARDIGHEID.
Hoe: goed meedoen in de les, opdrachten maken + goed nakijken en vragen stellen.










Slide 3 - Tekstslide

Voorbereiding - TP4
  • Planning staat op CR.
  • Kennen + kunnen voor TP4? Staat op CR.
  • Theorie leesvaardigheid staat op CR.
  • Elke les heb je de keuze tussen meedoen met de les of zelfstandig (in stilte) werken.
  • Vandaag starten we met ...

Slide 4 - Tekstslide

NEDERLANDS
ALINEAVERBANDEN
+
FUNCTIES VAN ALINEA'S

Slide 5 - Tekstslide

DOEL
-Je weet welke alineaverbanden er zijn en je kunt ze herkennen en benoemen.

-Je weet dat een alinea een functie heeft en je hebt ze doorgenomen.

Slide 6 - Tekstslide

Maak een keuze - TP4
1. LessonUp: Ga naar lessonup.app/code.
   -Vul de code in en je eigen naam in.

2. Classroom: TP4: LEESVAARDIGHEID
     -Maak les 6, gebruik hiervoor het document THEORIE.
     -Kijk de vragen goed na.
     -Lever het in op CR.

Slide 7 - Tekstslide

ALINEAVERBANDEN
-Naast zinsverbanden bestaan er ook ALINEAVERBANDEN.

-Er zijn vier manieren waarop alinea's met elkaar verbonden kunnen zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Vier manieren om alinea's met elkaar te verbinden.
  1. Door gebruik van signaalwoorden.
  2. Door herhaling.
  3. Door overgangszinnen met verwijswoord.
  4. Door aankondigende zinnen

Slide 9 - Tekstslide


voorbeelden van alineaverbanden

Slide 10 - Tekstslide

1. Een signaalwoord
In de laatste jaren geven scholen steeds meer extra aandacht aan bijzondere vakken. Zo zijn er talloze voorbeelden van scholen waar je tegenwoordig examen kunt doen in Spaan of Arabisch.

Ook zijn er scholen die meer mogelijkheden bieden voor technische richtingen, zoals grafisch ontwerpen, ICT of andere technische projecten.

Tevens worden op sommige scholen lessen gegeven in mindfulness of andere trainingen om stress te kunnen reguleren.

Slide 11 - Tekstslide

2. Herhaling van een woord / woordgroep
Planteneters moeten blijven
Van alle grote planteneters, zoals olifanten, giraffen en gorilla’s, wordt bijna zestig procent met uitsterven bedreigd. Wat gebeurt er als het echt zover komt? Een internationaal team van ecologen onderzocht de gevolgen van het uitsterven van deze dieren.

Het team van ecologen onderzocht meer dan vierenzeventig soorten grote planteneters van meer dan honderd kilo. Na hun onderzoek kwamen ze met verontrustende vooruitzichten. 

Slide 12 - Tekstslide

3. Overgangszin met een verwijswoord
Als mens kun je bijvoorbeeld tegen jezelf zeggen: 'ik heb wel trek in dat taartje, maar ik laat het staan, want het is van iemand anders.' Een aap zal volgens Stafleu nooit op die manier zijn emoties analyseren. ‘Een chimpansee laat een taartje misschien staan als je hem een paar keer hebt gestraft. Maar als hij ermee kan wegkomen, zal hij het gebakje alsnog pakken.’ 

Dat bewijst dat een aap zijn eigen emoties dus niet kan analyseren en bestempelen als goed of fout. 

Slide 13 - Tekstslide

4. Aankondigende zinnen
Het team van ecologen onderzocht meer dan vierenzeventig soorten grote planteneters van meer dan honderd kilo. Na hun onderzoek kwamen ze met verontrustende vooruitzichten

Allereerst hebben vleeseters geen prooien meer en neemt hun aantal af. Daarnaast wordt het landschap veel minder divers en de grond armer, omdat planteneters geen zaden of mest meer verspreiden.

Slide 14 - Tekstslide

EVEN OEFENEN...

Slide 15 - Tekstslide

Lees de tekst - Welke alineaverbinding wordt hier gebruikt?
Dieren kunnen de prachtigste woningen uit de grond stampen. Hoe doen ze dat? Het bouwen van bijzondere constructies is niet voorbehouden aan mensen: ook sommige beestjes beheersen dergelijke staaltjes van bouwtechniek. Dit gedrag komt veel voor bij zoogdieren, vogels, insecten en spinachtigen. Soms kijken ze bouwtrucjes van elkaar af of communiceren er onderling over. De belangrijkste redenen voor het bouwwerk zijn voor bijna alle dieren gelijk. Deze redenen zullen hierna verder worden uitgelegd.

  

Slide 16 - Tekstslide

Dieren kunnen de prachtigste woningen uit de grond stampen. Hoe doen ze dat? Het bouwen van bijzondere constructies is niet voorbehouden aan mensen: ook sommige beestjes beheersen dergelijke staaltjes van bouwtechniek. Dit gedrag komt veel voor bij zoogdieren, vogels, insecten en spinachtigen. Soms kijken ze bouwtrucjes van elkaar af of communiceren er onderling over. De belangrijkste redenen voor het bouwwerk zijn voor bijna alle dieren gelijk. Deze redenen zullen hierna worden uitgelegd.



Welke verbindingsmanier zie je in dit voorbeeld?
A
gebruik van signaalwoord
B
herhaling
C
overgangszin met verwijzing
D
aankondigende zin

Slide 17 - Quizvraag

Lees de tekst - Welke alineaverbinding wordt hier gebruikt?
Een pelikaan in een dierentuin in Idaho heeft een smartphone ingeslikt. Een achteloze bezoeker had zijn telefoon in de vijver van het pelikanenverblijf laten vallen.
      Dat zorgde voor heel wat hilariteit. De vogels gingen er meteen mee spelen, tot een van de pelikanen de telefoon per ongeluk inslikte.

Slide 18 - Tekstslide

Een pelikaan in een dierentuin in Idaho heeft een smartphone ingeslikt. Een achteloze bezoeker had zijn telefoon in de vijver van het pelikanenverblijf laten vallen.
Dat zorgde voor heel wat hilariteit. De vogels gingen er meteen mee spelen, tot een van de pelikanen de telefoon per ongeluk inslikte.

De tweede alinea wordt met de eerste verbonden door....
A
een signaalwoord
B
herhaling
C
overgangszin met verwijswoord
D
een aankondiging

Slide 19 - Quizvraag

Lees de tekst - Welke alineaverbinding wordt hier gebruikt?
Het gezonken Chileense schip Polar Mist had 473 kisten goud- en zilverstaven aan boord. Twee Nederlandse bedrijven hebben voor de kust van Zuid-Argentinië deze miljoenenschat afgelopen vrijdag geborgen.
   Bij de berging van de miljoenenschat is een hypermoderne onderwaterrobot ingezet. De buit is aan land gebracht en overhandigd aan de eigenaar van het gezonken schip.

Slide 20 - Tekstslide

Het gezonken Chileense schip Polar Mist had 473 kisten goud- en zilverstaven aan boord. Twee Nederlandse bedrijven hebben voor de kust van Zuid-Argentinië deze miljoenenschat afgelopen vrijdag geborgen.
Bij de berging van de miljoenenschat is een hypermoderne onderwaterrobot ingezet. De buit is aan land gebracht en overhandigd aan de eigenaar van het gezonken schip.

De tweede alinea wordt met de eerste verbonden door....
A
een signaalwoord
B
herhaling
C
overgang met verwijswoord
D
een aankondiging

Slide 21 - Quizvraag

functies van alinea's
-Een alinea heeft altijd een bepaalde functie of bedoeling met de tekst.

-Bijvoorbeeld: een alinea heeft als functie voorbeeld en een andere alinea uitleg. Soms geldt de functie voor één alinea, soms voor een aantal alinea's.

-Er staat een lijst met een aantal functies die alinea's kunnen hebben in het theoriedocument. Lees deze een keer door. En denk logisch na als je de vraag krijgt: welke functie heeft deze alinea?

Slide 22 - Tekstslide

Lees de tekst: welke functie heeft deze alinea?
TP4 voor Nederlands telt 3x mee voor je overgangsrapport, dus deze toets is best belangrijk. Daarom raadt de docent Nederlands jullie aan om alle theorie goed te leren, veel te oefenen en als je vragen hebt om die te stellen.


Slide 23 - Tekstslide

TP4 voor Nederlands telt 3x mee voor je overgangsrapport, dus deze toets is best heel belangrijk. Daarom raadt de docent Nederlands jullie aan om alle theorie goed te leren, veel te oefenen en als je vragen hebt om die te stellen.
A
een conclusie trekken
B
een voorbeeld geven
C
een advies geven
D
een probleem schetsen

Slide 24 - Quizvraag

GELEERD?

-Je weet welke alineaverbanden er zijn en je kunt ze herkennen en benoemen.


-Je weet dat een alinea een functie heeft.


Slide 25 - Tekstslide

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 26 - Open vraag

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 27 - Open vraag