V4 Latijn 17 sept 24

V4 Latijn
17 sept 2024
 Klascode: tvipx
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

V4 Latijn
17 sept 2024
 Klascode: tvipx

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Vragen vorige weektaak?
Quiz vorige weektaak
Nieuwe grammatica: het passivum

Slide 2 - Tekstslide

Het passivum
  • Het Latijn kent voor het passivum van de onvoltooide tijden eigen uitgangen.
  • Deze uitgangen lijken wel een beetje op die van het activum
  • Vorming gebeurt op dezelfde manier als het activum:
  • praesens: praesensstam + persoonsuitgang
  • imperfectum: praesensstam + (e-)ba- + persoonsuitgang
  • futurum: praesensstam + kenletters + persoonsuitgang

Slide 3 - Tekstslide

Het passivum
Je bent er al een paar tegengekomen in de tekst:
  • r.3: habetur  (loco)   wordt beschouwd als
  • r.4: adhibetur    wordt betrokken bij
  • r.11: interpretantur   verklaren (deponens!)
  • r.21: habentur (loco) worden beschouwd als
  • r.25: communicatur    wordt verleend

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de passieve uitgangen naar de juiste persoon
1e ev
2e ev
3e ev
1e mv
2e mv
3e mv
inf
-or
-ris
-tur
-mur
-mini
-ntur
-ri/-i

Slide 5 - Sleepvraag

Het passivum
Vertaling: 
Bij de onvoltooide tijden van het passivum gebruik je 'worden' als hulpwerkwoord
audior  ik word gehoord
audiebatur zij/hij werd gehoord
audientur zij zullen worden gehoord 

Zie Summa p.26-30

Slide 6 - Tekstslide

Maak de Nederlandse zin passief:
Lucius roept mij

Slide 7 - Open vraag

Maak de Nederlandse zin passief:
Brutus maakt Felix bang

Slide 8 - Open vraag

Maak de Nederlandse zin passief:
De brand verwoest de villa's

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Vertaal :
Ego a Lucio vocor

Slide 12 - Open vraag

Ego a Lucio vocor
Welke functie heeft 'ego' in deze zin?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Handelende persoon
D
Oorzaak

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal:
Felix a Bruto terretur

Slide 14 - Open vraag

Felix a Bruto terretur
Welke functie heeft 'Bruto' in deze zin?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Handelende persoon
D
Oorzaak

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal:
Villae incendio delentur

Slide 16 - Open vraag

Villae incendio delentur
Welke functie heeft 'villae' in deze zin?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Handelende persoon
D
Oorzaak

Slide 17 - Quizvraag

Villae incendio delentur
Welke functie heeft 'incendio' in deze zin?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Handelende persoon
D
Oorzaak

Slide 18 - Quizvraag

Wat komt dus niet voor in een passieve zin?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Handelende persoon
D
Oorzaak

Slide 19 - Quizvraag

Check!
Heb je het passivum begrepen? Vertaal de zinnen om jezelf te testen. Je krijgt na het invoeren van je antwoord steeds de juiste vertaling te zien: kijk dus zelf of je vertaling goed was!

Slide 20 - Tekstslide

Vertaal:
Hostis armis terretur

Slide 21 - Open vraag

Vertaal:
Pueri a matre vocantur

Slide 22 - Open vraag

Het imperfectum passief

Slide 23 - Tekstslide

Vertaal:
Urbs a militibus defendebatur

Slide 24 - Open vraag

Vertaal:
Vos a magistra (=lerares) laudabamini

Slide 25 - Open vraag

Ik ken de uitgangen van het passivum
A
ja
B
bijna
C
nee

Slide 26 - Quizvraag

Evaluatie
Snap je het passivum helemaal? En hoe staat het met je kennis van de uitgangen? Check jezelf met deze evaluatievragen en geef evt. aan waar de docent je nog mee kan helpen.

Slide 27 - Tekstslide

Ik snap het verschil tussen handelende persoon en oorzaak in een passieve zin
A
ja
B
bijna
C
nee

Slide 28 - Quizvraag

Het lukte me de zinnetjes van de check te vertalen
A
ja
B
deels
C
nee

Slide 29 - Quizvraag

Deze vra(a)g(en) heb ik nog over het passivum:

Slide 30 - Open vraag

Caesar 
De Bello Gallico

Vragen over tekst b

Slide 31 - Tekstslide

r.3: naar wie of wat verwijst quae?
A
genera
B
plebes
C
paene
D
loco servorum

Slide 32 - Quizvraag

r.3: audet betekent
A
durft
B
hoort
C
luistert
D
houdt

Slide 33 - Quizvraag

r.4: nulli congrueert met consilio
A
Rijmt het? Nee? Nou dan!
B
Nee
C
Ja
D
dat kun je niet weten

Slide 34 - Quizvraag

r.6: premuntur
De oorzaken hiervan staan in de naamval
A
accusativus
B
dativus
C
genitivus
D
ablativus

Slide 35 - Quizvraag

r.6: sese in servitutem dicant
Noem drie redenen hiervoor in eigen woorden

Slide 36 - Open vraag

r.9: alterum verwijst naar
A
genus
B
druidum
C
equitum
D
Galliërs in het algemeen

Slide 37 - Quizvraag

r.9: alterum verwijst naar
A
genus
B
druidum
C
equitum
D
Galliërs in het algemeen

Slide 38 - Quizvraag

r.13: Hi sunt apud eos magno honore.
Wat is de (meest) correcte vertaling?
A
Zij hebben bij hen grote eer.
B
Zij zijn bij hen in grote eer.
C
De eer is bij hen groot voor hen.
D
Zij staan bij hen in groot aanzien.

Slide 39 - Quizvraag

Waarover beslissen de druïden? Geef het juiste Latijnse woord.
A
paene
B
omnibus
C
controversiis
D
publicis

Slide 40 - Quizvraag

De druïden beslissen over:
In o.a. situaties als:
poenas
praemia
facinus
caedes
De hereditate controversiis
De finibus controversiis

Slide 41 - Sleepvraag

Wat gebeurt er als iemand zich niet aan het besluit van de druïden houdt?

Slide 42 - Open vraag

Haec poena apud eos est gravissima.
A
Zij hebben deze straf ingesteld als de zwaarste.
B
Deze straf is bij hen de zwaarste.
C
De straf is bij hen zeer zwaar.
D
Voor deze straf is het voor hen het zwaarst.

Slide 43 - Quizvraag