Unit 2.2

Please have your book on the table and your bag on the floor
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Please have your book on the table and your bag on the floor

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's goals
Herhalen 
past simple & present perfect

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple
Past simple

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple
What
Past simple
When
Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd.
How
Met -ed OF een onregelmatige vorm.
Signal words
Yesterday, last week, last month, two days ago, four days ago, months ago, etc.
Examples
He walked her home last night.
I talked to him yesterday.
She swam a lot in her spare time during the holidays.
Our math teacher taught us a lot last year

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple
Als in het verleden iets gebeurt, gebruik je de past simple 
The past simple eindigt vaak op -ed. 
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
I played
You played
He/she/it played
We played
They played
You played
I did not play
You did not play
He/she/it did not play
We did not play
They did not play
You did not play
Did I play?
Did you play?
Did he/she/it play?
Did we play?
Did they play?
Did you play?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:
Miss van Beek ....... (to teach) me how to use the past simple yesterday.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:
What _____________ (to cook) for dinner yesterday?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:
She __________________ (not/to study) for the test last week.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present perfect

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Perfect
Wanneer
*Als iets in het verleden gebeurd maar nu nog gevolgen heeft
*Als iets in het verleden begon maar nu nog bezig is
*Ervaring
Hoe
I                         have walked
he/she/it          has walked
you/we/they   have walked
Signaal woorden
FYNEJAS (for, yet, never, ever, just, already, since)
Vb
I have lost my keys. I can't open the door!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present perfect

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul de present perfect in:

We ____just ____(to learn) the present perfect

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

present perfect
He ________(not/ to find) his glasses yet.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present perfect
_________ (Peter / to live) in London since 2015?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

past simple vs present perfect

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple & Present Perfect

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple - Present Perfect
they drew
they have drawn
she taught
she has taught
we sang
we have sung
my dog bit
my dog has bitten
he danced
he has danced

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple / Present perfect

Slide 19 - Tekstslide

(5 min total) 10 min
Past simple or Present Perfect
She had a headache yesterday.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past simple/ present perfect
I ________ (to live) in Brabant since 2021
A
lived
B
have lived
C
live
D
has lived

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple or Present Perfect
He ..... not ..... on the lights yet.
A
did not switch
B
did not switched
C
has not switch
D
has not switched

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past simple / Present perfect

I _______ (walk) to school yesterday

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple or Present Perfect:
I ..... just ..... (to finish) my telephone call.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple or Present Perfect
I _______ (visit) Paris three times.
A
visited
B
have visited

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past simple / present perfect
I ...... (to see) her yesterday
A
have seen
B
seed
C
saw
D
have saw

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple or Present Perfect

______ (you/ to see) Dylan last night?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple or Present Perfect

I __________ (never / to be) to Croatia.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies