In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij wiskunde
Kijk je opdrachten na
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Leren van formule naar grafiek te gaan.
Slide 2 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij een formule
De inkomsten van een vakkenvuller kun je berekenen met de volgende formule:
Variabelen
Eenheden
Inkomsten in euro = 4,50 x tijd in uren
Slide 3 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij een formule
De woordformule kun je ook korter schrijven.
Je gebruikt dat letters en geen x teken.
Inkomsten in euro = 4,50 x tijd in uren
wordt dan
I = 4,50t
Slide 4 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij een formule
Vaak staat er onder de formule meer info:
K = 4,50 + 5,20a
K = kosten in euro de variabelen hier zijn K en a
a = aantal kilo de gebruikte eenheden euro en kilo
Slide 5 - Tekstslide
Welke variabelen zitten er in de formule:
Kosten in euro = 34 + 6,75 x aantal in uren
A
euro en uren
B
kosten in euro
C
kosten en aantal
D
aantal in uren
Slide 6 - Quizvraag
Welke eenheden zitten er in de formule:
Kosten in euro = 34 + 6,75 x aantal in uren
A
euro en uren
B
kosten in euro
C
kosten en aantal
D
aantal in uren
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de verkorte formule voor: Gebruik G voor gewicht en a voor aantal
Gewicht in kg = 35 + 2,5 x aantal weken
Slide 8 - Open vraag
3.2 Lineaire grafiek bij een formule
In een lineaire formule hebben we een begingetal(kan ook 0 zijn) en een richtingscoëfficiënt (afgekort r.c.). De r.c. wordt soms ook daalgetal of stijggetal genoemd.
Het begingetal is het vaste getal in de formule,
de r.c. het getal voor de variabele.
Slide 9 - Tekstslide
3.2 Lineaire grafiek bij een formule
K = 34t N = 24 - 6a T = 273 + b
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de r.c. van de volgende formule:
K = 3,12 - 54a
A
-3,12
B
54
C
-54
D
3,12
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het begingetal van de volgende formule:
K = 3,12 - 54a
A
-3,12
B
54
C
-54
D
3,12
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het begingetal van de volgende formule:
B = 8,5t
A
8,5
B
kun je niet weten
C
1
D
0
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de r.c. van de volgende formule:
K = 3,12 - a
A
-3,12
B
-1
C
?????
D
0
Slide 14 - Quizvraag
3.2 Lineaire grafiek bij een formule
1) Maak een tabel van minimaal 2 punten
2) Maak een passend assenstelsel, vergeet de titels van de assen niet
3) Teken de 2 punten van de tabel in het assenstelsel en teken een rechte lijn door deze punten.