les 16 BA wonen periode 2 les passende kleding

Passende kleding





BA - wonen - periode 2 - les 16
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ik en de maatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Passende kleding





BA - wonen - periode 2 - les 16

Slide 1 - Tekstslide

Les 2:
Leerdoel vandaag:


  • Passend gekleed zijn 
  • Werkkleding
  • Beschermende kleding/ persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's)

Slide 2 - Tekstslide

Passend bij het weer of het seizoen 

Je kleding moet passen bij het weer.

In de winter draag je een dikke trui.
En in de zomer een bloesje met korte mouwen. 


Passend bij het bedrijf waar je werkt of stage loopt 
In sommige beroepen mag je dragen wat je wilt.

Als de kleding maar schoon en heel is. Maar bij andere beroepen moet je een uniform dragen.
Bijvoorbeeld als beveiliger.
Of je moet representatieve kleding dragen. Bijvoorbeeld als je met klanten omgaat.
 




Slide 3 - Tekstslide

Je gaat naar je stage maar je hebt je oude versleten spijkerbroek nog aan. Je trekt even iets anders aan. Leg uit waarom je dat doet:

Slide 4 - Open vraag

Wat is 'representatieve kleding'?
A
Nette kleding omdat je met klanten omgaat.
B
Een uniform
C
Kleding die geschikt is voor klussen in huis.
D
Kleding met het logo van het bedrijf

Slide 5 - Quizvraag

Bij welke gelegenheid past deze kleding?
A
avondje thuis op de bank
B
een feest
C
een sollicitatiegesprek

Slide 6 - Quizvraag

Bij welke gelegenheid past deze kleding?
A
avondje thuis op de bank
B
een feest
C
een sollicitatiegesprek

Slide 7 - Quizvraag

Bij welk seizoen past deze kleding?
A
zomer
B
lente
C
herfst
D
winter

Slide 8 - Quizvraag

Bij welk seizoen past deze kleding?
A
zomer
B
lente
C
herfst
D
winter

Slide 9 - Quizvraag

Werkkleding

Op sommige werkplekken moet je werkkleding dragen.

Werkkleding is speciale kleding die je moet dragen tijdens je werk.

Bijvoorbeeld een uniform. Of een overall.

 




De werkkleding van een politieman is zijn uniform.

De werkkleding van een automonteur is een overall. 

Slide 10 - Tekstslide

Werkkleding (2)
In sommige bedrijven dragen de medewerkers een uniform met het logo van het bedrijf erop. Dit noem je ook wel bedrijfskleding. 





 





Werkkleding heeft verschillende functies:
Bescherming:
De werkkleding beschermt je. Bijvoorbeeld tegen vuil, schadelijke stoffen of water.
Uitstraling:
Alle winkelmedewerkers in een supermarkt dragen werkkleding met het logo van de supermarkt. Zo zorgen ze allemaal voor een zelfde uitstraling.
Herkenbaarheid:
De politie en ambulancepersoneel zijn herkenbaar aan hun uniform. Door hun uniform weet je welk werk ze doen.
 



Slide 11 - Tekstslide

Welke 3 functies heeft werkkleding?
( 3 antwoorden zijn goed)
A
Herkenbaarheid
B
Bescherming
C
Uitstraling
D
Vitaliteit

Slide 12 - Quizvraag

Bij welke werkkleding hoort de functie 'uitstraling'?
(meer antwoorden zijn goed)
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Bij welke werkkleding hoort de functie 'herkenbaarheid'?
(meer antwoorden zijn goed)
A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag

Bij welke werkkleding hoort de functie 'bescherming'?
(meer antwoorden zijn goed)
A
B
C
D

Slide 15 - Quizvraag

Beschermende kleding

Soms heeft kleding een beschermende functie.
De kleding beschermt je dan tegen vuil, hitte of water.
 
Het pak van een brandweerman is bijvoorbeeld brandwerend en waterdicht.



Als je buiten in het donker moet werken, draag je reflecterende kleding. Dan kan iedereen je zien. Dan wordt je minder snel aangereden. 

Slide 16 - Tekstslide

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld veiligheidsschoenen

Slide 17 - Tekstslide

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld handsschoenen

Slide 18 - Tekstslide

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld een veiligheidshelm

Slide 19 - Tekstslide

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld een veiligheidsbril

Slide 20 - Tekstslide

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld oorbeschermers of oordopjes

Slide 21 - Tekstslide

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) draag je om jezelf te beschermen. Bijvoorbeeld een mondkapje

Slide 22 - Tekstslide

Je werkt in een houtzagerij waar veel zaagsel en stof is. Welke PBM kies je?
A
B
C
D

Slide 23 - Quizvraag

Je werkt in een fabriek waar je zware dingen moet vervoeren. Welke PBM kies je?
A
B
C
D

Slide 24 - Quizvraag

Je werkt in een fabriek waar veel lawaai is. Welke PBM kies je?
A
B
C
D

Slide 25 - Quizvraag

Zelf aan de slag 
(vooruitblik volgende week)

Volgende week gaan we naar het dorp.
Hier ga je op zoek naar kleding voor verschillende gelegenheden en verschillend werk en 
van de gevonden resultaten maak je een fotoreportage. 
Deze fotoreportage gaan we presenteren aan elkaar in les 20.

Slide 26 - Tekstslide