Test hoofdstuk 5

Eerste hulp bij overige lestels


Laptop opstarten 
ga naar: lessonup.app

Wat weet jij al?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SDVMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Eerste hulp bij overige lestels


Laptop opstarten 
ga naar: lessonup.app

Wat weet jij al?

Slide 1 - Tekstslide

Lees het voorbeeld. Wat doe je het eerste bij dit slachtoffer?

Marieke (6 jaar) is tijdens het fietsen gevallen en heeft haar been geschaafd. Huilend komt ze naar jou toe.
Bij schaafwonden is het belangrijk dat je vuil uit de wond spoelt om infectie te voorkomen.

A
Je bedekt de wond direct met een grote pleister.
B
Je brengt direct een drukverband aan.
C
Je loopt geen risico en legt haar in de stabiele zijligging.
D
Je maakt de wond schoon met stromend water.

Slide 2 - Quizvraag

Welke ziekte kan veroorzaakt worden door een bijtwond of een verontreinigde wond?


Bij schaafwonden is het belangrijk dat je vuil uit de wond spoelt om infectie te voorkomen.

A
Epilepsie
B
Hart en vaatziekte
C
Tetanus
D
Ziekte van Lijm

Slide 3 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding. Wat is dit voor verband?

Een snelverband is een wondkussen en zwachtel in een. Het bestaat uit een sterk absorberend wondkussen met aan beide kanten een opgerolde elastische zwachtel.

A
Drukverband
B
Mitella
C
Snelverband
D
Steunverband

Slide 4 - Quizvraag

Welke ziekte kan veroorzaakt worden door een bijtwond of een verontreinigde wond?


A
Epilepsie
B
Hart en vaatziekte
C
Tetanus
D
Ziekte van Lijm

Slide 5 - Quizvraag

Lees het voorbeeld. Wat doe je?

Je bent bij je vriendin en haar broertje van 2 jaar trekt plotseling een hete kop thee van de tafel. Hij krijgt de thee over zich heen.



Koelen is erg belangrijk. Ook trekt je de kleding en luier uit. De luier houdt namelijk de warmte vast. Je houdt de brandwond onder zacht stromend lauw water. Koud water kan leiden tot onderkoeling en hard stromend water is ook erg pijnlijk.

A
Je belt 112 en hoopt dat de ambulance zo snel mogelijk komt.
B
Je houdt de peuter helemaal onder een ijskoud, stromende kraan.
C
Je koelt de brandwond met water en je laat de kleding en de luier aan.
D
Je koelt de brandwond met water en je trekt meteen de kleding en de luier uit.

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel minuten moet men koelen bij een brandwond?



Een brandwond koel je 10 minuten onder zachtstromend lauw water.

A
5 minuten
B
10 minuten
C
15 minuten
D
20 minuten

Slide 7 - Quizvraag

Welke symptomen horen bij een kneuzing van de voet?

Een kneuzing kenmerkt zich door vooral pijn bij belasting, blauwe plek, zichtbare zwelling en het slachtoffer kan het ledemaat moeilijk belasten.

A
Bleke, koude, klamme en zweterige huid.
B
Grote blaar en een open wond.
C
Pijn, blauwe plek en zichtbare zwelling.
D
Pijn, bloed en warme huid.

Slide 8 - Quizvraag

Bij een kneuzing en verstuiking moet het slachtoffer zijn been hooghouden. Hoeveel minuten moet dit minimaal worden volgehouden?

Bij een kneuzing en verstuiking laat je het slachtoffer het been een half uur 30 minuten) hoog houden tegen de pijn. Daarbij koel je de pijnlijke plek met een coldpack of ijs ongeveer 10 tot 20 minuten.

A
5 minuten
B
10 minuten
C
20 minuten
D
30 minuten

Slide 9 - Quizvraag

Lees het voorbeeld. Wat doe je?
''Je bent met vrienden op kamp en tijdens een activiteit komt
één van hen akelig ten val. Ze schreeuwt het uit van de pijn en zakt neer op de grond. Je ziet al snel dat ze haar been heeft gebroken en dat dit geen gesloten, maar een open botbreuk is.''


Een slachtoffer met een open botbreuk laat je altijd met een ambulance naar het ziekenhuis gaan. Je gaat deze niet zelf vervoeren. De open wond dek je af met een snelverband.

A
Je belt 112 en in afwachting van de ambulance dek je de open wond af met een snelverband.
B
Je gaat het slachtoffer verplaatsen, zodat ze beter zit en tegen een boom kan leunen.
C
Je geeft het slachtoffer wat te eten en te drinken, zodat ze afgeleid wordt van de pijn.
D
Je zoekt een paar stevige stokken en gaat het been spalken.

Slide 10 - Quizvraag

Lees het voorbeeld. Welke eerste hulp verleen je?

Tijdens de handvaardigheidsles heeft een jongen bij het zagen van een plank een houtsplinter in zijn oog gekregen.

Je laat een voorwerp in het oog altijd zitten en je stuurt of brengt het slachtoffer naar een arts. Je kunt het oog wel afdekken met een gaasje of een plastic bekertje om te voorkomen dat het slachtoffer in het oog gaat wrijven.

A
Je laat de houtsplinter zitten, dekt het oog met een gaasje voorzichtig af en je zorgt dat het slachtoffer naar een arts gaat.
B
Je laat de houtsplinter zitten, je koelt het oog met een coldpack en belt 112.
C
Je laat het slachtoffer zijn oog spoelen met water, zodat de houtsplinter door het water verwijderd wordt.
D
Je verwijdert de houtsplinter met een pincet en je koelt het oog met een natte doek.

Slide 11 - Quizvraag

In welke situatie mag een slachtoffer met een bloedneus zijn neus NIET snuiten?

Als de bloedneus wodt veroorzaakt door een harde slag of stoot tegen het hoofd, mag je het slachtoffer niet laten snuiten. Bij een schedelbasisbreuk kan door het snuiten bloed in de schedelholte geperst worden.

A
Als de bloedneus is veroorzaakt door een hard klap op het hoofd van slachtoffer.
B
Als de bloedneus niet stopt nadat deze vijf minuten is dicht geknepen.
C
Als het bloed niet uit één maar uit beide neusgaten stroomt.
D
Als het slachtoffer twee maal kort achter elkaar een neusbloeding heeft.

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht
Oefen de volgende vaardigheden achter elkaar en geef elkaar zo  nodig feedback.

  • Werkdocument H5 inleveren
  • Kahoot Hoofdstuk 1 t/m 5 





  • Reanimatie 
  • Bedienen AED
  • Verbinden

Laat de vaardigheden aftekenen en doe deze in je mapje
Opdracht 1
Opdracht 2

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Klaar? 
Opdracht laten aftekenen en terug in je mapje
Onderdeel 1:
Reanimeren + AED
 
Onderdeel 2:
Snelverband 
Drukverband

Onderdeel 3: 
Rautek
Van buik naar rug
Stabiele zijligging 

Slide 14 - Tekstslide