Herhaling 6.1 + 6.2

Statistiek
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Statistiek

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Herhaling paragraaf 6.1 en 6.2 - veel testopdrachten
- Huiswerk maken van 6.3, huiswerkcontrole

Slide 2 - Tekstslide

Hst 6 Vergroten en verkleinen
Gelijkvormigheid

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert wat een vergrotingsfactor is
  • Je leert wat een verkleiningsfactor is
  • Je leert hoe je kunt rekenen met een vergrotingsfactor
  • Je leert hoe je de oppervlakte van een vergroting kunt berekenen

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een vergrotingsfactor?

Slide 5 - Woordweb

De vergrotingsfactor
Vergrotingsfactor berekenen:
lengte beeld : lengte origineel


Zijdes berekenen met vergrotingsfactor:
zijde origineel x vergrotingsfactor = zijde beeld
zijde beeld : vergrotingsfactor = zijde origineel 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe bereken je de vegrotingsfactor?
A
lengte beeld : lengte origineel
B
zijde origineel x vergrotingsfactor
C
zijde beeld : vergrotingsfactor
D
lengte origineel : lengte beeld

Slide 7 - Quizvraag

Hoe bereken je de zijde van de vergroting?
A
lengte beeld : lengte origineel
B
zijde origineel x vergrotingsfactor
C
zijde beeld : vergrotingsfactor

Slide 8 - Quizvraag

Hoe bereken je de zijde van het origineel
A
lengte beeld : lengte origineel
B
zijde origineel x vergrotingsfactor
C
zijde beeld : vergrotingsfactor

Slide 9 - Quizvraag

§6.1 Vergrotingsfactor
Als je iets wilt vergroten wil dit zeggen dat je ALLE maten van een figuur vergroot.

Belangrijke begrippen:
Origineel (oud) en beeld (nieuw). 
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
AB = 2 cm (origineel)
A'B' = 3 cm (beeld)

vergrotingsfactor = 3 : 2 = 1,5 


Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de vergrotingsfactor? +berekening

Slide 12 - Open vraag

Wat is hier de vergrotingsfactor?
A
1
B
1,5
C
1,7
D
2,1

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de vergrotingsfactorfactor?
A
2
B
3
C
1,5

Slide 14 - Quizvraag

De vergrotingsfactor van de hoogte is 2,2.
Wat zou de vergrotingsfactor van de breedte zijn?
A
De vergrotingsfactor is kleiner
B
De vergrotingsfactor blijft 2,2
C
De vergrotingsfactor is groter

Slide 15 - Quizvraag

Een kakkerlak is in het echt 5 cm lang en 1,5 cm breed. Het beeld heeft een vergrotingsfactor van 50. Wat is de lengte van de vergroting?
A
5 x 50 = 250
B
1,5 x 50 = 75
C
5 x 1,5 = 7,5
D
50

Slide 16 - Quizvraag

Een kakkerlak is in het echt 5 cm lang en 1,5 cm breed. Het beeld heeft een vergrotingsfactor van 50. Wat is de breedte van de vergroting?
A
5 x 50 = 250
B
1,5 x 50 = 75
C
5 x 1,5 = 7,5
D
50

Slide 17 - Quizvraag

Welke driehoek is het origineel?
KIJK GOED!!

Slide 18 - Tekstslide

Welke driehoek is het origineel
A
Grote
B
Kleine

Slide 19 - Quizvraag

Antwoord op volgende dia - vraag a

Slide 20 - Tekstslide

Antwoord met berekening!:

Slide 21 - Open vraag

Antwoord op volgende dia - vraag b

Slide 22 - Tekstslide

Antwoord met berekening!:

Slide 23 - Open vraag

Verkleinen (= vergroten)
Bij het verkleinen van een figuur heb je ook te maken met een origineel en een beeld.
Om de 'vergrotings'factor te bepalen gebruik je dezelfde formule: 
beeld : origineel

4 : 8 = 0,5
Je vergrotingsfactor = 0,5

Slide 24 - Tekstslide

Verkleining
In de vorige opdracht was de uitkomst 0,5.
Dit is kleiner dan 1, dat betekent dus dat de figuur kleiner wordt, dat zie je ook in het beeld.

Dus...... een verkleining noem je een vergroting, omdat de vergrotingsfactor kleiner is dan 1.

Slide 25 - Tekstslide

Bij een vergrotingsfactor 3 is het beeld ........... dan het origineel?
Vul in:
A
groter
B
kleiner

Slide 26 - Quizvraag

Bij een vergrotingsfactor 0,7 is het beeld ........... dan het origineel?
Vul in:
A
groter
B
kleiner

Slide 27 - Quizvraag

Bij een vergrotingsfactor 5,1 is het beeld ........... dan het origineel?
Vul in:
A
groter
B
kleiner

Slide 28 - Quizvraag

Bij een vergrotingsfactor 0,8 is het beeld ........... dan het origineel?
Vul in:
A
groter
B
kleiner

Slide 29 - Quizvraag

Stappenplan zijde berekenen
Stap 1. De vergrotingsfactor berekenen van de zijde die je wel weet
Stap 2. zijde x of : door vergrotingsfactor

Slide 30 - Tekstslide

De vergrotingsfactor
Vergrotingsfactor berekenen:
lengte beeld : lengte origineel


Zijdes berekenen met vergrotingsfactor:
zijde origineel x vergrotingsfactor = zijde beeld
zijde beeld : vergrotingsfactor = zijde origineel 

Slide 31 - Tekstslide

Hoe bereken je de vegrotingsfactor?
A
lengte beeld : lengte origineel
B
zijde origineel x vergrotingsfactor
C
zijde beeld : vergrotingsfactor
D
lengte origineel : lengte beeld

Slide 32 - Quizvraag

Hoe bereken je de zijde van de vergroting?
A
lengte beeld : lengte origineel
B
zijde origineel x vergrotingsfactor
C
zijde beeld : vergrotingsfactor

Slide 33 - Quizvraag

Hoe bereken je de zijde van het origineel
A
lengte beeld : lengte origineel
B
zijde origineel x vergrotingsfactor
C
zijde beeld : vergrotingsfactor

Slide 34 - Quizvraag

Oppervlakte vergroten

Slide 35 - Tekstslide

Wat is de vergrotingsfactor?

Slide 36 - Tekstslide

Wat is de vergrotingsfactor?
A
vergrotingsfactor: 4,5 x 45 = 202,5
B
vergrotingsfactor: 4,5 : 45 = 0,1
C
vergrotingsfactor: 45 : 4,5 =10
D
Er is te weinig informatie.

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Ik heb vertrouwen in dit onderdeel van de toets
A
Zeker!
B
Echt niet!
C
Beetje!
D
Huilen!

Slide 42 - Quizvraag

Huiswerk
Ik loop rondje voor huiswerkcontrole.
- ben je klaar, iets voor jezelf doen,

Slide 43 - Tekstslide