3.4 Ruiken en proeven

Welkom!

3.4 Ruiken en proeven

Wat gaan we doen vandaag?

1. Huiswerkvragen bespreken
2. Huiswerkbespreking
3. Terugkijken vorige les
4. Uitleg ruiken en proeven
5. Opdrachten maken

Lens

Pupil

Pupil

Hoornvlies

Harde oogvlies

Vaatvlies

Netvlies

Glasachtig lichaam

Oogzenuw

Oogspier

Oorschelp

Gehoorbeentjes

Gehoorzenuw

Slakkenhuis

Trommelhote

Trommelvlies

Gehoorgang

Oorsmeerkliertjes 

Wat bepaalt of je een geluid kunt horen?

Ruiken en proeven

Hoe ruik je? 👃

Je ruikt met je reukzintuig

Het is onderdeel van het neusslijmvlies

Met de lucht die je inademt komen er 

geurstoffen bij het reukzintuig

Waardoor proef je eten?

Smaakpapillen zijn kleine uitsteeksels op 

je tong.

Daartussen liggen de smaakzintuigen.

Smaakstoffen  prikkelen deze.

Waardoor proef je eten?

Smaakzintuigen

Zout

Zuur

Zout

Bitter

Umami

Proeven

Ruiken helpt bij het waarnemen van een smaak

Bij proeven voegen je hersenen de informatie van

de smaakzintuigen en van het reukzintuig samen

1. Iew!
2. Lekker!
3. Huh?

1. Iew!
2. Lekker!
3. Huh?

1. Iew!
2. Lekker!
3. Huh?

1. Iew!
2. Lekker!
3. Huh?

1. Iew!
2. Lekker!
3. Huh?

1. Iew!
2. Lekker!
3. Huh?

Hoe beoordeel je voedsel?

Iets lekker of vies vinden hangt af van:

- Geur

- Smaak

- Lichtzintuigcellen

- Koude- en warmtezintuigen

- Tastzintuigen

Maak de opdrachten van 3.4