les 1 Diglin ABC

vrijdag 16 november
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2BasisschoolGroep 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

vrijdag 16 november

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diglin ABC
ga naar nt2school.nl
Log in.

Stil werken!

Vraag? Steek je hand op!
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Wat zie je? Laat de leerlingen naar de foto’s kijken van mensen met pijnklachten. Leid het gesprek: waar hebben deze mensen last van? Heb je zelf weleens pijn gehad? Wat was dat voor pijn? Gebruik de woorden: • hoofdpijn • ziek • bloed • been • buik • pijn • hoest

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Luister naar de docent. Kijk naar de docent. Doe mee. Breng de leerlingen in beweging. Geef ze een opdracht bij de doelwoorden: • Raak je hoofd aan. • Leg je hand op tafel. • Doe je ogen dicht. • Doe je hand omhoog. Raak je neus aan. • Leg je hand op je haren. • Etc. etc.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 14 - Tekstslide

Luister naar de docent en wijs aan. Lees de volgende zinnen voor. De leerlingen luisteren en wijzen per zin aan op welke foto de zin betrekking heeft. • Tim ligt in bed. Tim is ziek. • Jan is blij. Hij is niet ziek. • Noor heeft pijn. Noor heeft veel pijn. • Rik heeft bloed. Hij heeft bloed aan zijn vinger. • Jun heeft pijn. Jun heeft buikpijn.
In twee groepjes

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeldvragen en -antwoorden: • Is dit een jongen of een meisje? (Dit is een jongen) • Hoe heet de jongen? (De jongen heet Bas) • Is Bas ziek? (Bas is ziek) • Is Bas ziek of gezond? (Bas is ziek) • Ligt Bas in het ziekenhuis? (Bas ligt in het ziekenhuis) • Heeft Bas koorts? (Bas heeft koorts) • Heeft Bas pijn? (Bas heeft pijn) • Heeft Bas pijn in zijn hoofd? (Bas heeft pijn in zijn hoofd) • Heeft Bas pijn in zijn hoofd of in zijn buik? (Bas heeft pijn in zijn hoofd)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over wie gaat dit verhaal?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eet Rik elke dag snoep?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eet Rik veel of weinig snoep?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar heeft Rik pijn?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is veel snoep eten gezond?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 3: Circuit
1. Lezen: Goed geletterd (ziek). 

2. Woordzoeker

3. Lowan woorden invullen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepen
Groep 1:
Marhaf, Samiel, Elyas, Fadil
Groep 2:
Rezan, Isa, Sonya, Mohannad
Groep 3:
Huzyfa, Abdulrahman, Nidal, Mohamad

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mentorles
1. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies