Paragraaf 8.2

Analyse: Sociale cohesie, cultuur en sociale institutie
Paragraaf 8.2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Analyse: Sociale cohesie, cultuur en sociale institutie
Paragraaf 8.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les weet je ...
  • ... wat het kernconcept sociale cohesie inhoudt.
  • ... wat de functie van sociale cohesie is in de samenleving.
  • ... wat het kernconcept cultuur inhoudt.
  • ... dat culturen relatief zijn.
  • ... wat het kernconcept sociale institutie inhoudt.
  • ... wat de kenmerken van sociale instituties zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit dat het gezamenlijk zingen van het Wilhelmus bijdraagt aan de sociale cohesie in een land.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociale cohesie
Het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben,

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale cohesie
Het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het gevoel een groep te zijn,

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale cohesie
Het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het gevoel een groep te zijn, lid te zijn van een gemeenschap,

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sociale cohesie
Het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het gevoel een groep te zijn, lid te zijn van een gemeenschap, verantwoordelijkheid voelen voor elkaars welzijn en een beroep op anderen kunnen doen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Belangrijk om niet alleen te zeggen dat deze definitie geleerd moet worden door de leerlingen. Ik denk dat we het beste de definitie met de leerlingen samen kunnen ontleden. 

Pak het bord erbij en schrijf de verschillende componenten uit de definitie op het bord en laat ze er een visueel idee bij krijgen.

Voorstellingen = Sinterklaas / kleding
Uitdrukkingsvormen = Molens / taal
Opvattingen = liberaal / tolerant / normaal
Normen en waarden = 'u' zeggen, handen schudden, etc.

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
Het geheel van waarden, voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven.

Hoe wordt een cultuur overgedragen?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgedeeld: Cultuur
Een cultuur bevat elementen die ... :
  • Mensen in hun hoofd meedragen;
> Waarden, opvattingen en voorstellingen

  • Je aan de buitenkant kunt zien of merken;
> Uitdrukkingsvormen

  • Het gedrag regelen van mensen.
>Normen en instituties

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Idealen, zoals vrijheid, gelijkheid en vrijheid
Elementen van cultuur
Ideeën die passen in een groter geheel van opvattingen, zoals een Islamitische of linkse  opvatting. Dit zijn waardensystemen.
Beelden, ideeën, verhalen die mensen hebben over een gebeurtenis, bijvoorbeeld over een oorlog.
Waarden

Opvattingen
Voorstellingen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Culturen: materieel en immaterieel
Cultuur is materieel
  • Geld en zaken als kunstobjecten, architectuur en kleding
  • Het is tastbaar (je kunt het aanraken)

Cultuur is immaterieel
  • Taal, waarden en normen
  • Het is niet tastbaar (je kunt het niet aanraken)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een cultuur is relatief
Culturen zijn relatief. Dit betekent dat culturen zowel tijd- als plaatsgebonden zijn.

  • Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat culturen tijdsgebonden zijn.
  • Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat culturen plaatsgebonden zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale institutie
Complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken sociale instituties
Een sociale institutie heeft verschillende kenmerken:
  1. Instituties hebben vaak een lange traditie.
  2. Instituties zijn enerzijds vrij stabiel en anderzijds vrij veranderlijk omdat het gedrag van mensen betreft.
  3. Instituties hebben een 'eigen realiteit'. Ze zijn dus niet makkelijk door individuen zelf te veranderen.
  4. Instituties zijn niet alleen gebaseerd op dwingende macht, maar berusten vaak ook op gezag.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies