Heb je een beter beeld van wat voor persoon jij bent.
Heb je een beter beeld van wat jouw talenten zijn.
Heb je een beter beeld van wat jouw kwaliteiten zijn.
Lesdoelen
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat kan ik?
Leerdoelen
Kwaliteiten
Opdrachten
Vragen
Programma
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Loopbaanvragen
Slide 4 - Tekstslide
Wij oriënteren ons deze periode op profielkeuze.
Hiervoor doorlopen wij de loopbaanvragen, maar nog niet de werkexploratie.
Wij beginnen met kwaliteitenreflectie.
Kwaliteiten:
Een kenmerk van jouw persoonlijkheid.
Talenten, karaktertrekken, gedrag, eigenschappen etc.
Wat kan ik?
Slide 5 - Tekstslide
Door op het roze oogje te drukken tijdens de presentatie verschijnt het plaatje.
Aanpak voorbeeld:
Pak de een van de definities uit de onderstaande link of gebruik degene in de dia en bespreek deze met de leerlingen.
https://www.encyclo.nl/begrip/kwaliteit
Bespreek met de leerlingen het belang van het in kaart brengen van je eigen kwaliteiten. Waarom is het weten wat je kwaliteiten zijn belangrijk? (oriënteren en begrijpen waar je al goed in bent)
Laat vervolgens de leerling een aantal kwaliteiten benoemen.
Kwaliteiten worden vaak gehaald uit positief gedrag
Welke kwaliteiten laat Imane zien?
Zorgzaam, vastberaden, dapper, rechtvaardig, opkomen voor minderheid,
Wat kan ik?
Slide 6 - Tekstslide
Bij deze klassikale opdracht is het de bedoeling dat men zich focust op welke kwaliteiten de leerling in het stuk laat zien. Lees met de gehele klas het stuk voor (hierbij kunnen moeilijke Nederlandse woorden worden benadrukt en uitgelegd) om vervolgens het over de kwaliteiten te hebben.
Mochten jullie zelf nog kwaliteiten zien die niet in het antwoord staan (het schuine stuk) staat het jullie vrij deze toe te voegen.
Tijdens een gymles werd er een klasgenoot uitgescholden door drie andere mede leerlingen. Imane dacht geen twee keer en ging naast haar klasgenoot staan, gaf aan dat het gedrag waar de leerlingen mee bezig waren moest stoppen, sloeg een arm om haar klasgenoot geen en liep samen naar de docent toe. Deze kon vervolgens de juiste stappen ondernemen en de mentor inlichten. In de mentorles na het voorval is er een klassengesprek gedaan met de mentor, het effect van het pesten kwam hierdoor groot in beeld en met de gehele klas is er nagedacht hoe dit in de toekomst kon worden voorkomen. Sindsdien is het een stuk leuker in de klas geworden voor alle leerlingen.
Kwaliteiten kunnen ook schuilen in wat men in eerste instantie ziet als iets negatiefs!
Welke kwaliteiten laat Mohammed zien?
Eerlijkheid, betrokkenheid, interesse hebben in de wereld om hem heen, authentiek, reflectief
Wat kan ik?
Slide 7 - Tekstslide
Idem dia hiervoor. Ditmaal met de focus op dat wat men als eerste kan ervaren als negatief ook als een positieve kwaliteit kan worden gezien.
Voordat je jouw kwaliteiten in kaart kan brengen zal je moeten kijken naar wat voor soort persoon jij bent.
Maak de opdracht: kijk op mezelf
Open je LOB-dossier --> Module 1 --> Opdracht 1
Klaar? Sla je document dan op!
Opdracht 1 'kijk op mezelf'
Slide 8 - Tekstslide
-Vul het de opdracht kijk op mezelf Als de leerling snel klaar is laat de leerling actief nadenken over de keuze die hij zij gemaakt heeft, laat ze dit ook opschrijven in hun antwoorden.
Maak de opdracht: reflectieverslag talenten
Open je LOB-dossier --> Module 1 --> Opdracht 2
Klaar? Sla je document dan op!
Bespreek je antwoorden na met je buurman/buurvrouw
Opdracht 2 'reflectieverslag talenten'
Slide 9 - Tekstslide
-Vul het reflectieverslag talenten in.
-Laat de leerling de opdracht actief nabespreken met zijn/haar buurman/buurvrouw.
-Vragen zoals: welke talenten heb jij? Hoe is dit te zien? Hoe kan je dit gebruiken in je toekomst?
Open je LOB-dossier --> Module 1 --> Opdracht 3
Ontvang het setje van het kwaliteitenspel van je mentor
Voorbereiding 'kwaliteitenspel'
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Opdracht 3 'kwaliteitenspel'
timer
30:00
Slide 11 - Tekstslide
-Opdracht in tweetallen
-Leerling gaat in totaal twee keer door het spel heen (15 minuten per).
-Eerst voor de leerling 1 (stapeltje zelf, stapeltje van een ander en vervolgens resultaten bespreken) dan voor leerling 2.
-Stap 4 kan individueel worden uitgevoerd of als huiswerk worden meegegeven.
Samen
Stap 1: maak een stapeltje van kwaliteiten die jij denkt te hebben. (Schrijf je antwoorden op bij vraag 1 in pionier)
Stap 2: maak een stapeltje van kwaliteiten die jij denkt dat de ander heeft. (Schrijf je antwoorden op bij vraag 2 in pionier)
Stap 3: bespreek samen de overeenkomsten en verschillen, wat valt je op? (Schrijf je antwoorden op bij vraag 3 en 4 in pionier)
(Klaar? Voer nu de drie stappen uit voor de ander).
Alleen
Stap 4: bekijk de kwaliteiten die jij jezelf hebt gegeven en die je hebt gekregen. Welke kwaliteiten zou je nog (verder) willen ontwikkelen?. Schrijf je antwoorden op bij vraag 5 in pionier.)