4.3 Ongelijkheid in arme en rijke landen

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Herhaling P1 en P2
  • Uitleg 
  • Controle vragen
  • Aan de slag
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kent het verschil tussen sociale- en regionale ongelijkheid.
  • Je kent het verschil tussen de formele- en informele sector
  • Je begrijpt hoe je die begrippen kunt gebruiken bij het bepalen van rijkdom van een gebied
  • Je kunt egegevens over de beroepsbevolking bepalen of een land arm of rijk is.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer je kijkt naar de rijkdom van een land op basis van wat er verdiend wordt, kijk je naar:

A
Welvaart
B
Welzijn

Slide 4 - Quizvraag

Hans voelt zich goed, hij is gezond, kan naar school en heeft elke dag voldoende te eten: dit gaat over:

A
Welvaart
B
Welzijn

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het BNP/ per hoofd?

Slide 6 - Open vraag

Je kunt de wereld indelen in drie groepen. Sleep de landen naar de juiste groepen. Bij elke groep komen twee landen te staan.
Koplopers
Volgers
Achterblijvers
Landen:
Brazilië, Rusland, India, China
Veel Afrikaanse landen
Japan, VS, Spanje

Slide 7 - Sleepvraag

We hebben het gehad over beroepssectoren: al het werk dan mensen doen kun je in drie groepen indelen. Welke drie groepen ken je? Geef bij elke groep ook een voorbeeld.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Noem minimaal 2 dingen die je zijn opgevallen.

Slide 12 - Woordweb

Noem minimaal 2 banen in de informele sector.

Slide 13 - Woordweb

In Nederland werkt bijna iedereen in de formele sector. Noem twee banen in de formele sector.

Slide 14 - Woordweb

Noem een kenmerk van werken in de informele sector.

Slide 15 - Woordweb

Noem een kenmerk van werken in de formele sector.

Slide 16 - Woordweb

Opdrachten maken 
Maak paragraaf H4.3

Sta je hoger dan een 7? 
Dan mag je opdracht 1 en 2 overslaan. 

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kent het verschil tussen sociale- en regionale ongelijkheid.
  • Je kent het verschil tussen de formele- en informele sector
  • Je begrijpt hoe je die begrippen kunt gebruiken bij het bepalen van rijkdom van een gebied
  • Je kunt egegevens over de beroepsbevolking bepalen of een land arm of rijk is.

Slide 18 - Tekstslide