Fase 2. 2B Nog meer over tijd

Vrije tijd


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vrije tijd


Slide 1 - Tekstslide

Plannen levert vrije tijd op!
  1. Altijd, elke dag plannen, dat levert jou veel goeds op
  2. Elke dag komt er wat bij dus moet je blijven plannen
  3. Op die manier houd je overzicht
  4. Je weet wanneer je een proefwerk, toets of bijvoorbeeld een presentatie hebt
  5. Je weet wanneer je wat moet doen want alles in 1 keer doen is echt niet handig
  6. Je hebt de opdracht/(leer)stof in kleine stukjes verdeeld.
  7. In de planning zit veel herhaling (leerwerk), je onthoudt makkelijker/beter en sneller
  8. Je komt niet (veel minder snel) in tijdnood
  9. Je presteert daardoor beter en het voelt goed als je je werk op tijd af hebt


Het levert vrije tijd op
Alles in 1x? Je onthoudt veel minder. De volgende dag weet je al veel niet meer. Vaak is het teveel ... je redt het niet, het voelt niet fijn en je presteert minder goed dan je kunt: Jammer!
Waarom plannen?
Over 1 min. geef je antwoord op deze vraag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De verjaardagskalender
Een verjaardagskalender is ieder jaar hetzelfde .

Slide 5 - Tekstslide

Een agenda 
papieren of digitale agenda?

Slide 6 - Tekstslide

Een jaarkalender
Alle maanden van het jaar staan erin. 
Je ziet meteen hoeveel maanden er in een jaar zitten. 
Je ziet de dagen van de week erboven staan. 
Je ziet de weken in een oogopslag. 

Slide 7 - Tekstslide

Toets!!!!


Je krijgt nu 10 vragen die je met behulp van de jaarkalender kunt maken.
Veel succes!!!!!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De eerste soort klok was...
A
de opwindklok
B
de zonnewijzer
C
de specht op de boom...tik, tik, tik
D
het klokhuis van een appel

Slide 10 - Quizvraag

We delen tijd in in uren, minuten en seconden omdat...
A
We ze zo kunnen tellen.
B
Het zo hoort.
C
De tijd zo langer duurt.
D
We zo makkelijk afspraken kunnen maken

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Een dag, 24 uur, een hele tijd
Een dag en een nacht duren samen 24 uur. Op zo'n dag heb je tijd om 
allerlei dingen te doen. Veel mensen gaan iedere dag werken of naar
school. Naar school gaan en huiswerk maken is ook werken. 

Je moet op een dag ook nog andere dingen doen. Bijvoorbeeld jezelf wassen,
aankleden, eten en drinken. Boodschappen doen en helpen met afwassen. Je bed 
opmaken en je kamer opruimen. En natuurlijk moet je 's nachts slapen.

Je hebt ook vrije tijd. Vrije tijd is de tijd die overblijft na je slaap, je school en de 
andere dingen die je op een dag moet doen. In je vrije tijd kun je dingen doen die
jij belangrijk vindt

Slide 13 - Tekstslide

Wat doe je graag
in je vrije tijd?

Slide 14 - Woordweb

welke hobby zou je op je CV zetten?
CV= Curriculum vitae

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Link

Wat weet je terug te vertellen over het filmpje?

Slide 17 - Tekstslide

We hebben
zomertijd en wintertijd
A
Ja
B
Nee
C
Onzin, tijd is tijd!
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 18 - Quizvraag

Wintertijd of zomertijd?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 23 - Open vraag