Pincode deel 3 GT H4 les 1 (4.1)

Hoofdstuk 4  VERZEKEREN
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4  VERZEKEREN

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag beginnen we met H4 
Dit hoofdstuk gaat over VERZEKEREN

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 4.1 Van alles verzekerd?
  • Je kunt uitleggen wat verzekeren is en neemt daarbij de volgende     begrippen mee: verzekaar, verzekerde, risico, premie, polis.
  • Je kunt uitleggen wat eigen risico is en hoe dit invloed heeft op je premie.
  • Je kunt de verzekeringskosten berekenen.


Slide 3 - Tekstslide

Waarom hebben mensen een verzekering afgesloten?

Slide 4 - Open vraag

Er zijn ook risico's in je leven die je niet zelf wilt dragen, omdat deze te duur zijn. Bijvoorbeeld diefstal van je nieuwe scooter.
Je draagt het risico over aan de verzekeringsmaatschappij.
In ruil daarvoor betaal jij PREMIE.
De schade wordt alleen vergoed als er sprake is van een ONZEKER VOORVAL ( je weet niet wanneer en of die ooit zal plaatsvinden)

Slide 5 - Tekstslide

Wat is verzekeren?
Sommige risico's in je leven kun je zelf oplossen en betalen.
Bijvoorbeeld: een lekke band als je naar school fietst, je kunt dit zelf makkelijk oplossen en betalen.

MAAR.................

Slide 6 - Tekstslide

Verzekeren... iederen doet het
Vrijwel iedereen en elke gezin heeft verzekeringen. Sommigen verplicht, bijvoorbeeld voor je ziektekosten en je auto of scooter. Maar de meest verzekeringen sluiten we vrijwillig.

Het volgende filmpje legt het nog eens uit.


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Dus....

Een verzekering sluit je af om je te beschermen tegen de financiële risico’s als gevolg van schade...

Slide 9 - Tekstslide

Verzekeren
De verzekeraar neemt de financiële gevolgen over van een schade van de verzekerde. Als de verzekerde schade heeft kan de verzekeraar een bedrag uitkeren.

In de video werd alleen over schadeverzekeringen gesproken. Naast deze verzekeringen moet je ook iets weten over de zorgverzekering, dit ga je leren in de LessonUp zorgverzekering.

Slide 10 - Tekstslide

Verzekeraar
De verzekeringsmaatschappij.

Slide 11 - Tekstslide

Verzekerde
Degene die zich verzekert bij een verzekeringsmaatschappij.

Slide 12 - Tekstslide

Premie
De prijs van de verzekering; het bedrag dat een verzekerde betaalt aan de verzekeringsmaatschappij om verzekerd te zijn.

De hoogte van de premie hangt af van het risico en hoogte van het verzekerd bedrag.

Slide 13 - Tekstslide

Eigen risico
Het deel van de schade dat je als verzekerde zelf betaalt.

Slide 14 - Tekstslide

Polis
Een bewijs van verzekering.

Slide 15 - Tekstslide

Verzekerings-voorwaarden

Hierin staan de rechten en de plichten van de verzekerde en de verzekeraar.

Slide 16 - Tekstslide

Verzekeringkosten
Een verzekering kost geld. Je moet premie betalen. Daarnaast betaal je eenmalig poliskosten (voor het opmaken van de polis). Over de premie en de poliskosten moet je assurantiebelasting betalen.

Slide 17 - Tekstslide

OPBOUW verzekeringskosten

       Premie (4 onderdelen)              €

       Poliskosten                                     €                     

                                                                    €

       Assurantiebelasting 21%         €                      

       Verzekeringskosten                   €                      

Slide 18 - Tekstslide

PREMIE

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een AVP?
(Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Wat is verzekeren?

Slide 23 - Open vraag

Wat is een polis?
A
Een overzicht van de kosten voor een verzekering.
B
Een bewijsstuk van de verzekering.
C
Een brief voor de belastingdienst
D
Een bewijs van uitbetaling

Slide 24 - Quizvraag

Wie maakt de polis?
A
De verzekeraar
B
De bank
C
de Nederlandse Staat
D
de verzekerde

Slide 25 - Quizvraag

Wie betaalt de premie?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde

Slide 26 - Quizvraag

Een ander woord voor verzekeringsmaatschappij is ...
A
verzekeraar.
B
verzekerde.

Slide 27 - Quizvraag

Wie betaalt het eigen risico?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde
C
de overheid
D
de bank

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een polis?
A
Verzekeringsbewijs
B
Iemand uit Polen
C
Verzekeraar
D
Verzekerde

Slide 29 - Quizvraag

Ik verzeker mijn telefoon.
Ik ben dan de.....
A
verzekeraar
B
verzekerde

Slide 30 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van een onzeker voorval?
A
inbraak
B
ongeluk
C
zelf vernielen
D
blikseminslag

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video

De verzekeraar is
A
De maatschappij die iemand verzekert.
B
De persoon die verzekerd is.
C
Het bedrag dat jij bij schade van een verzekeringsmaatschappij krijgt.
D
Het bedrag dat jij aan een verzekeringsmaatschappij moet betalen.

Slide 33 - Quizvraag

De assurantiebelasting wordt berekend over
A
de premie
B
de poliskosten
C
premie + poliskosten
D
premie + poliskosten + verzekeringskosten

Slide 34 - Quizvraag

Bij de AVP is de aansprakelijkheid van jongeren afhankelijk van hun leeftijd. Wie is aansprakelijk voor een jongere met de leeftijd van 15 jaar?
A
Ouders
B
Ouders, tenzij zij het echt niet konden verhinderen
C
Jijzelf

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Video

Slide 37 - Tekstslide