Les tussenevaluatie

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Betrouwbaarheid en bruikbaarheid

Nu Nederlands, lezen, luisteren en kijken (1.3)

Wat gaan we leren?

Je kunt inschatten of een tekst betrouwbaar is, zodat je kunt bepalen hoe waardevol de informatie is.

Waarom is het voor een Retailmanager/Retailspecialist belangrijk dat je teksten kan inschatten op betrouwbaarheid?

Schrijf dit op je papiertje!

Betrouwbaarheid controleren

Bruikbaarheid bepalen

Lees de tekst kritisch en bepaal de bruikbaarheid; let goed op het tekstdoel. Bijvoorbeeld:

 

• Een betogende tekst met veel argumenten kan geschikt zijn om zelf een mening te vormen; wees bewust dat je waarschijnlijk maar één kant van de zaak ziet

• Een activerende tekst van een opleiding kan je belangrijke informatie geven; wees bewust dat de informatie van één kant wordt bekeken

• Als je objectieve informatie zoekt, kijk goed of de tekst op feiten is gebaseerd en of de feiten juist zijn
  

1

2

Welk filmpje is meer betrouwbaar, denk je?

Filmpje 1

Filmpje 2

Hierna bespreken met de klas zelf

Hoe hebben we dit gedaan?

1. Staat de bron die de tekst heeft gepubliceerd goed bekend?

2. Is de maker van de tekst bekend en is bekend of die maker een autoriteit (deskundige) op zijn vakgebied is?

3. Klopt de informatie nog of kan hij verouderd zijn? Let onder andere op de datum waarop de tekst verschenen is.

4. Ziet de tekst er professioneel uit? Let bijvoorbeeld op kwaliteit van lay-out, beeld, taalgebruik, wel/niet werkende hyperlinks, enzovoort.

Nu jullie!

1. Je krijgt van mij twee teksten met daaronder de criteria voor betrouwbaarheid. De teksten zijn  informatieve teksten over leidinggeven in de Retailsector.

2. Vul in het schema in of de tekst aan de criteria voldoet. 

3. Geef ook een voorbeeld waarom

4. Je mag samenwerken, maar graag in fluistertoon :)

Bespreken: welke tekst is betrouwbaarder en bruikbaarder?

Tekst 1

Tekst 2

Zelfstandig maken via de licentie

Werk je op 2F-niveau, dan maak je de volgende opdrachten: 1 t/m 4 

Werk je op 3F-niveau, dan maak je de volgende opdrachten: 1 t/m 4