Instructie 1.1 en 1.2

Welkom bij biologie
Programma (Binas)
- Hoe werken we bij biologie
- Instructie 1.1 
- Instructie 1.2 
- Practicum microscopie

Programma (domein)
- Maken opdrachten 1.1 en 1.2 
- Inloggen met klassencodes
- Bekijken studiewijzer en methode
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij biologie
Programma (Binas)
- Hoe werken we bij biologie
- Instructie 1.1 
- Instructie 1.2 
- Practicum microscopie

Programma (domein)
- Maken opdrachten 1.1 en 1.2 
- Inloggen met klassencodes
- Bekijken studiewijzer en methode

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Levenskenmerken en voorbeelden bij mensen
een mens kan lopen
adem halen met behulp van longen
een baby wordt een peuter
de mens eet brood
de mens ziet een vogel vliegen
een vrouw kan een baby krijgen
een mens plast
ademhalen
voeden
uitscheiden
waarnemen
bewegen
voortplanten
groeien

Slide 36 - Sleepvraag

Sommige planten maken sappen zoals nectar en hars. Deze kunnen ze vervolgens afgeven aan de omgeving. Hoe heet dit levensverschijnsel?
A
voeden
B
voortplanten
C
uitscheiden
D
groeien

Slide 37 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van levensfasen.
A
Baby, peuter, kleuter, kind, adolescent, puber, volwassene, oudere
B
Baby, kleuter, peuter, kind, puber, adolescent, volwassene, oudere
C
Baby, peuter, kleuter, kind, puber, adolescent, volwassene, oudere
D
Baby, kleuter, peuter, kind, adolescent, puber, volwassene, oudere

Slide 38 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met de lichamelijke ontwikkeling?
A
De ontwikkeling van de hersenen
B
De ontwikkeling van het lichaam
C
De ontwikkeling van je eigen ik en het omgaan met anderen
D
De ontwikkeling van je contacten

Slide 39 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met de geestelijke ontwikkeling?
A
De ontwikkeling van de hersenen
B
De ontwikkeling van het lichaam en de motoriek
C
De ontwikkeling van je eigen ik en de omgang met anderen
D
De ontwikkeling van je motoriek

Slide 40 - Quizvraag

Cel
Weefsel
Orgaan
Orgaanstelsel
Tong
Skelet
Huidweefsel
Schimmelcel

Slide 41 - Sleepvraag


Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 42 - Quizvraag

Sleep de afbeelding naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalings-
stelsel
Spier
stelsel
botten
stelsel
bloedvaten
stelsel

Slide 43 - Sleepvraag

Een weefsel is
A
Een weefsel verdeelt de romp en de borstholte met elkaar.
B
Een groep cellen met de zelfde bouw en taak
C
Een groep organen bij elkaar die werken aan dezelfde taak.
D
Is een orgaan.

Slide 44 - Quizvraag

MOLECUUL
ATOOM
ORGAAN
ORGANISME
ORGAANSTELSEL
WEEFSEL
CEL

Slide 45 - Sleepvraag

Welk orgaan hoort niet bij het verteringsstelsel
A
maag
B
lever
C
luchtpijp
D
dunne darm

Slide 46 - Quizvraag

Zijn de grote hersenen een cel, orgaan, een organenstelsel of een weefsel?


A
Orgaan
B
Organenstelsel
C
Weefsel
D
Cel

Slide 47 - Quizvraag

Aan de slag!

- Inloggen met klassencodes
- Bekijken studiewijzer en methode
- Check de leerdoelen
- Maken opdrachten 1.1 en 1.2 
- Nakijken opdrachten 1.1 en 1.2 

Slide 48 - Tekstslide