Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
BS 3.4 De Bloedvaten
BS 3.4 Bloedvaten
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
BS 3.4 Bloedvaten
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de kleine bloedsomloop?
A
hart - alle organen - hart
B
hart - hersenen- hart
C
hart - longen - hart
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de functie van de kransslagaders?
A
Zuurstof naar het hart brengen
B
Zuurstof bij het hart ophalen
C
Koolstofdioxide naar het hart brengen
D
Koolstofdioxide bij het hart ophalen
Slide 3 - Quizvraag
Waar zitten de halve maanvormige kleppen?
A
Tussen de linker - en de rechterhelft van het hart
B
Tussen de rechterkamer en longslagader en de linkerkamer en de aorta
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
Tussen de rechterkamer en de aorta en de linkerkamer en de longslagader.
Slide 4 - Quizvraag
In de Slagaders..
A
Stroomt zuurstofrijk bloed van het hart weg
B
Stroomt zuurstofarm bloed van het hart weg
C
Stroomt zuurstofrijk bloed naar het hart toe
D
Stroomt zuurstofarm bloed naar het hart toe
Slide 5 - Quizvraag
Hoe stroomt je bloed...Zet in de juiste volgorde vanaf de Holle ader (=1)
Linker kamer
Linker boezem
Holle ader
Rechter boezem
Rechter kamer
Longslagader
Longader
Aorta
Slide 6 - Sleepvraag
Doelen
We kennen het verschil tussen de dubbele en enkelvoudige bloedsomloop.
We kennen de onderdelen van de bloedsomloop
we kennen de functies van de verschillende onderdelen.
Slide 7 - Tekstslide
De bloedsomloop
De mens heeft een
dubbele bloedsomloop:
dat wil zeggen dat het bloed per omloop twee keer door het hart stroomt.
Daarnaast is er een grote en een kleine bloedsomloop.
Slide 8 - Tekstslide
De bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
: de rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerhelft van het hart.
Grote bloedsomloop
: van de linkerhelft van het hart wordt het bloed het hele lichaam doorgepompt en weer terug naar de rechterhelft van het hart.
Slide 9 - Tekstslide
3 type bloedvaten
1. Zuurstofrijk bloed stroomt vanuit het hart naar de slagaders.
2. Vanuit de slagaders stroomt het bloed naar de haarvaten. Daar wordt zuurstof afgegeven aan cellen van organen en spieren.
3. Vanuit de haarvaten stroomt het bloed naar de aders. Via de aders stroomt het bloed terug naar het hart.
Slide 10 - Tekstslide
Bloedvaten
Slagaders
: aanvoerende vaten. (spieren in de wand)
Aders
: afvoerende vaten. (kleppen, druk slagaders en skeletspieren).
Haarvaten
: uitwisseling weefsel en bloed
Slide 11 - Tekstslide
Slagader vs Aders
Slagader:
- Voert het bloed weg van het hart
- Lichaamsslagaders bevatten zuurstofrijk bloed
- Hebben een hogere bloeddruk
- Hebben een actieve spierwand
- Hebben geen kleppen
- Het bloed loopt er snel en stootsgewijs doorheen
- Hebben een voelbaar hartritme
Aders:
- Voert het bloed naar het hart
- Lichaamsaders bevatten zuurstofarm bloed
- Hebben een lagere bloeddruk
- Hebben geen gladde spieren in de wand
- De meeste hebben een terugslagklep
- Het bloedt stroomt traag
- Hebben geen voelbaar hartritme
Slide 12 - Tekstslide
Slagader vs Aders
Slagader:
- Voert het bloed weg van het hart
- Lichaamsslagaders bevatten zuurstofrijk bloed.
Let op: De longslagader is een uitzondering en heeft
zuurstof arm
bloed
Aders:
- Voert het bloed naar het hart
- Lichaamsaders bevatten zuurstofarm bloed
Let op: De longader is een uitzondering en heeft
zuurstof rijk
bloed
Slide 13 - Tekstslide
weefselvocht
Witte bloedcellen en vocht verlaat de haarvaten en gaat naar het weefsel toe.
Op het moment dat ze buiten de haarvaten zijn noemen we dit
weefselvocht
Slide 14 - Tekstslide
Hoe zit dit bij een vis?
Slide 15 - Tekstslide
Dubbele en enkelvoudige bloedsomloop
Dubbele
: hart - longen - hart - lichaam
Enkelvoudige
: hart - kieuwen - lichaam
Slide 16 - Tekstslide
Het hart bij een dubbele bloedsomloop
Het hart bij een enkelvoudige bloedsomloop
Slide 17 - Tekstslide
BS 3.5 Hart- en vaatziekten (1/2)
Aderverkalking
: het vernauwen van een bloedvat door vetachtige stoffen, zoals cholesterol.
Hartinfarct
: afsterven van (een deel) de hartspier, door verstopping van de kransslagader.
Slide 18 - Tekstslide
Hart- en vaatziekten (2/2)
Bypass:
een kunstmatige omweg in een bloedsomloop
Dotteren:
wordt de vernauwing in de kransslagader opgerekt met een soort ballonnetje
Slide 19 - Tekstslide
Bloeddruk en trombose
Hoge bloeddruk:
- beschadiging van de bloedwanden
- Verhoogd risico op hart- en vaatziekten
Trombose:
- Kan zorgen voor bloedpropjes in het bloed
- Is een verstopt bloedvat, waarna weefsel afsterft.
Slide 20 - Tekstslide
Bij een dubbele bloedsomloop stroomt bij één omloop, het bloed.....
A
1 x door het hart
B
2 x door het hart
C
3 x door het hart
D
niet door het hart
Slide 21 - Quizvraag
Hoe krijgen de nieren
zuurstofrijk bloed?
A
Door de nierader
B
Door de poortader
C
Door de nierslagader
D
Door de nierhaarvaten
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de volgorde van de
grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem
Slide 23 - Quizvraag
Wat is trombose?
A
een bloedvat
B
een prop in de luchtpijp
C
een prop in een bloedvat
D
een gescheurd bloedvat
Slide 24 - Quizvraag
Hoe loopt de kleine bloedsomloop
(heel kort)?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart
Slide 25 - Quizvraag
Welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten
Slide 26 - Quizvraag
Bevatten slagaders zuurstofrijk bloed?
A
ja
B
nee
C
meestal
D
Ze bevatten alleen heel veel koolstofdioxide
Slide 27 - Quizvraag
In welke bloedvaten is
de bloeddruk laag?
A
In haarvaten en aders
B
alleen in aders
C
alleen in haarvaten
D
alleen in slagaders
Slide 28 - Quizvraag
Het hart pompt het bloed rond. Wat is hier de functie van?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
Alle organen voorzien van zuurstof, voedingsstoffen en koolstofdioxide
Slide 29 - Quizvraag
Welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten
Slide 30 - Quizvraag
Welke bloedvaten hebben de dikste wand?
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten
Slide 31 - Quizvraag
In welke bloedvaten is de bloeddruk laag?
A
In haarvaten en aders
B
alleen in aders
C
alleen in haarvaten
Slide 32 - Quizvraag
Huiswerk
2H : 18 t/m 26
3V: 14 t/m 23
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Bloedsomloop
Januari 2019
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
D2BTh4 B4 Bloedvaten - lln
April 2019
- Les met
50 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
D2BTh4 B2 Je bloedsomloop - lln
April 2019
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
D2BTh4 B4 Bloedvaten - oefenen
April 2019
- Les met
25 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
5H 11.3 Bloeddruk en stroomsnelheid
Mei 2023
- Les met
37 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
5H 11.2 Transportvaten
Mei 2023
- Les met
22 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
5V 9.1 Hart en bloedsomloop
Juli 2022
- Les met
27 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
5V 10.1 Hart en bloedsomloop
September 2024
- Les met
27 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5