50 vragen Nederland
1 / 30
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
wanneer is het pakjesavond?
A
30 januari
B
5 december
C
6 december
D
4 december
Slide 2 - Quizvraag
wat is de hoofdstad van Nederland?
A
Den Haag
B
Rotterdam
C
Amsterdam
D
Scheveningen
Slide 3 - Quizvraag
hoeveel provincies waren er voordat Flevoland bestond?
A
10
B
11
C
12
D
13
Slide 4 - Quizvraag
hoeveel provinsies hebben we?
A
9
B
10
C
11
D
12
Slide 5 - Quizvraag
wat is de hoodstad van groningen?
A
Den haag
B
Amsterdam
C
Groningen
D
Leeuwarden
Slide 6 - Quizvraag
wat is de hoofdstad van Friesland?
A
Amsterdam
B
Den Haag
C
Leeuwarden
D
Herenveen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de hoofdstad van Drenthe?
A
Emmen
B
Assen
C
Meppel
D
Amsterdam
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de hoofdstad van Overrijsel?
A
Amsterdam
B
Den bosch
C
s'gravenhage
D
Zwollen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de hoofdstad van Noord-Brabant?
A
Amsterdam
B
den Bosch
C
`Den haag
D
's-hertogenbosch
Slide 10 - Quizvraag
wat is de hoofdstad van Noord-Holland?
A
amsterdam
B
rotterdam
C
den haag
D
Haarlem
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de hoofdstad van zuidholland?
A
den haag
B
amsterdsam
C
rotterdam
D
haarlem
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de hoodstad van zeeland?
A
Hamburger
B
àmsterdam
C
vlissingen
D
je moeders hoofd?
Slide 13 - Quizvraag
Hoeveel weken is de meivakantie?
A
1 week
B
2 weken
C
3 weken
D
2 dagen
Slide 14 - Quizvraag
Hoelang duurt de zomervakantie?
A
1 maand
B
3 manden
C
1 week
D
6 weken
Slide 15 - Quizvraag
Hoelang duurt de kerstvakantie?
A
1 jaar
B
10 dagen
C
1 week
D
2 weken
Slide 16 - Quizvraag
hoeveel weken vakantie hebben we per jaar op scholen
A
10 weken
B
1 maand
C
2 manden
D
20 weken
Slide 17 - Quizvraag
Wie is de schrijver van Nijntje?
A
?
B
piet paulesma
C
dick Bruna
D
Mark rutte
Slide 18 - Quizvraag
Met welke woorden sluit Piet Paulusma het weerbericht af?
A
doegggg
B
Oant moan
C
doeiii
D
lieve moederrrrrrr
Slide 19 - Quizvraag
Waarvoor staat de G in de afkorting GFT?
A
gif
B
gaarden
C
groente
D
dat is niets
Slide 20 - Quizvraag
5. Welke Nederlandse zanger heeft 2 talen in zijn naam?
A
Duits Frans
B
Belgisch Frans
C
Nederlands Duits
D
Frans Duits
Slide 21 - Quizvraag
Hoeveel Waddeneilanden heeft Nederland?
A
1
B
4
C
3
D
5
Slide 22 - Quizvraag
In welke zee liggen de Waddeneilanden?
A
Noordzee
B
Zuiderzee
C
Waddenzee
D
hebben we niet
Slide 23 - Quizvraag
Op welke datum wordt Koninginnedag gevierd?
A
30 maart
B
30 april
C
31 maart
D
31 april
Slide 24 - Quizvraag
Hoe heet de jongste provincie van Nederland?
A
Groningen
B
Gelderland
C
Flevoland
D
Drenthe
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de grootste provincie van Nederland?
A
Overrijsel
B
Gelderland
C
Drethe
D
Friesland
Slide 26 - Quizvraag
Waar ging Berend Botje met zijn scheepje naartoe?
A
Assen
B
Zuidlaren
C
hij ging botterhammen smeren
D
geen iedee
Slide 27 - Quizvraag
Welk lidwoord wordt gebruikt om een meervoud aan te duiden?
A
het
B
de
C
een
D
wat
Slide 28 - Quizvraag
Met welke 2 cijfers begint een Nederlands mobiel telefoonnummer?
A
05
B
06
C
03
D
07
Slide 29 - Quizvraag
Op welke datum wordt Sint-Maarten gevierd?
A
11 maart
B
12 maart
C
10 maart
D
12 januari
