1.5 Voortplanting

5.1 Voortplanting
Leerdoelen:
1. Je kunt beschrijven hoe geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting plaatsvinden bij planten.
2. Je kunt de delen van een bloem met kenmerken en functies omschrijven.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.1 Voortplanting
Leerdoelen:
1. Je kunt beschrijven hoe geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting plaatsvinden bij planten.
2. Je kunt de delen van een bloem met kenmerken en functies omschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
Uitlopers en wortelstokken
door mitose (gewone celdeling)
= kopie van de plant (kloon)

- stekken (vorming van wortels op stukje stengel of
  blad)
- knollen (verdikte stengel of wortel met veel
  reservevoedsel; aardappel)
- bollen (verdikte bladeren; uien, tulpen, narcis)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Enten                 Uitlopers                        Wortelstokken

Slide 4 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
  • vorming geslachtscellen (stuifmeelkorrel en eicel) via meiose
  • bevruchting door bestuiving!
  • samensmelting van celkernen van twee geslachtscellen
  • bevruchte eicel - groeit uit tot nieuw individu
  • nakomelingen bevatten altijd een nieuw genotype (bevat de helft van het DNA van de stuifmeelkorrel en de helft van het DNA van de eicel)

Slide 5 - Tekstslide

Bij de mens.......

Slide 6 - Tekstslide

De bouw en functie van bloemen
  • Kroonbladeren: vergroeid of los. Felle kleuren lokken insecten.
  • Kelkbladeren beschermen de bloem in knop: vergroeid of los.
  • Meeldraad = mannelijk voortplantingsorgaan.
  • Stamper = vrouwelijk voortplantingsorgaan.

Slide 7 - Tekstslide

Mannelijk voortplantingsorgaan
  • meeldraad = helmdraad + helmknop
  • in de helmknop ontstaat stuifmeel
  • stuifmeel bestaat uit stuifmeelkorrels = "zaadcel"

Slide 8 - Tekstslide

Vrouwelijk voortplantingsorgaan
  • stamper = stempel + stijl + vruchtbeginsel.
  • vruchtbeginsel bestaat uit zaadbeginsels.
  • in elk zaadbeginsel ontstaat door meiose 1 eicel.
  • elke eicel kan maar door 1 stuifmeelkorrel worden bevrucht.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Neem de nummers in je schrift over en zet het juiste onderdeel van een bloem erachter.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Uit welk deel van de bloem
zijn de pitjes van een appel
ontwikkeld?
A
Uit de stempel
B
Uit de bloembodem
C
Uit het zaadbeginsel
D
Uit het vruchtbeginsel

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van ongeslachtelijke voortplanting?
A
Knollen en bollen
B
Knollen bollen en uitlopers
C
Knollen, stekken en vruchten
D
Bollen, uitlopers en vruchten

Slide 14 - Quizvraag

HUISWERK
Lees 1.5 goed door!
Maak opdracht 42, 43, 44, 47 en 49

Slide 15 - Tekstslide