1 december

Wat gaan we doen?
  • Vragen Diagnostische toets H. 9 en/of De Trojaanse Oorlog?
  • Herhalen gramm. H. 8 en 9
  • Grammatica H. 10
  • Tekst 10 A


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Vragen Diagnostische toets H. 9 en/of De Trojaanse Oorlog?
  • Herhalen gramm. H. 8 en 9
  • Grammatica H. 10
  • Tekst 10 A


Slide 1 - Tekstslide

Vragen diagnostische toets en/of De Trojaanse Oorlog?

Slide 2 - Open vraag

Aanwijzend voornaamwoord
  • is, ea, id zijn aanwijzend voornaamwoorden. 
  • Ze kunnen bijvoeglijk en zelfstandig worden gebruikt.

Slide 3 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
  • Bijvoeglijk gebruikt: vertaal ‘deze’, ‘die’ of ‘dit’, ‘dat’. 
  • is, ea, id congrueert met het zelfstandig naamwoord waar het naar verwijst.
  • Voorbeeld:
  • Ea femina per silvam errat.
  • Deze/die vrouw zwerft door het bos.

Slide 4 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
  • Zelfstandig gebruikt:
  • er staat geen zelfstandig naamwoord bij waarmee het congrueert.
  • is, ea, id verwijzen naar een persoon of zaak die al eerder in de tekst is genoemd. 

Slide 5 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
  • In het Nederlands vertaal je is, ea, id dan met ‘hij/hem’, ‘zij/haar’ of ‘het, dit’.
  • Voorbeeld:
  • Io per agros errat. Iuppiter eam videt.
  • Io zwerft door de velden. Jupiter ziet haar.

Slide 6 - Tekstslide

Plusquamperfectum
  • plusquamperfectum: voltooide tijd van het verleden
  • Dus: een handeling is afgerond in het verleden voordat een andere handeling in het verleden plaatsvond.
  • Vorming: perfectumstam + imperfectum van esse
  • Dus: vocare => voca-v-eram = ik had geroepen

Slide 7 - Tekstslide

Conjunctivus
  • conjunctivus: vorm die -in tegenstelling tot de indicativus- geen feitelijke informatie geeft
  • Het is een stapje verwijderd van de werkelijkheid:
  • Het geeft vaak een mogelijkheid of een wens aan.

Slide 8 - Tekstslide

Conjunctivus
  • Conjunctivus Imperfectum:
  • Infinitivus praesens + persoonsuitgang 
  • Dus: amare-m, -s, -t, -mus, -tis, -nt.
  • Conjunctivus Plusquamperfectum:
  • Infinitivus perfectum + persoonsuitgang 
  • Dus: amavisse-m, -s, -t, -mus, -tis, -nt.

Slide 9 - Tekstslide

Vertaling Conjunctivus
  • Bijzinnen met ut:
  • - doel: opdat, om te.
  • - noodzakelijke aanvulling: dat.
  • Bijzinnen met cum:
  • - reden: omdat
  • - tijd: toen
  • toegeving: hoewel, ofschoon

Slide 10 - Tekstslide

AcI
  • De AcI:wordt gebruikt voor de indirecte reden
  • De AcI zie je na werkwoorden van ‘zeggen’, ‘menen’, ‘weten’ en ‘waarnemen’, en na onpersoonlijke uitdrukkingen.
  • Let op de tijd van de infinitivus.
  • Pas op met twee accusativi: de ene is de subjectsaccusativus, de andere de objectsaccusativus. 
  • Let op: "se" slaat terug op het onderwerp van de hoofdzin.

Slide 11 - Tekstslide

Achivi cum per decem annos Troiam capere non
possent, Epeus monitu Minervae equum mirae
magnitudinis ligneum fecit.

Slide 12 - Open vraag

Eo sunt collecti Menelaus Ulixes Diomedes Thessander Sthenelus Acamas Thoas Machaon Neoptolemus.

Slide 13 - Open vraag

Achivi, qui in equo scripserant DANAI MINERVAE DONO DANT, castra transtulerunt Tenedo.

Slide 14 - Open vraag

Id Troiani cum viderunt, arbitrati sunt hostes abisse.

Slide 15 - Open vraag

Priamus equum in arcem Minervae duci imperavit.

Slide 16 - Open vraag

Feriatique magno opere ut essent, edixit.

Slide 17 - Open vraag

Vates Cassandra cum vociferaretur inesse hostes,
fides ei habita non est.

Slide 18 - Open vraag

Quem in arcem cum statuissent et ipsi nocte
lusu atque vino lassi obdormivissent, Achivi ex
equo, quem Sinon aperuerat, exierunt.

Slide 19 - Open vraag

Portarum custodes occiderunt et socios in urbem receperunt.

Slide 20 - Open vraag

Aan het werk.
  • Vertaal 10A, t/m  7.



Dit is ook huiswerk.
Daarnaast: leer de woordjes en grammatica van 9 en 10A.

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 22 - Open vraag

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 23 - Open vraag